Hildo's kajaktochten (nr. 4)
Van Pieterburen naar gemaal Abelstok (Mensingeweer)

 Back 

4e tocht - 9km

September 2009 - Van Pieterburen, via Wehe den Hoorn, naar gemaal Abelstok

Wat Hildo vooral opviel aan deze trip was hoe smal de Pieterbuurstermaar is waarlangs de trip ging. Onderweg komt u, voor Wehe den Hoorn, één kanosteiger tegen waar u uit kunt stappen om uw benen te strekken. Best een leuke tocht en als u toch in Pieterburen bent kunt u gelijk een bezoekje brengen bij de zeehondencreche van Lenie 't Hart, als u zich daarvoor interesseert.

 

Dat het dorp Pieterburen tamelijk overlopen wordt door toeristen, is ook u duidelijk bij het aanschouwen van bovenstaande foto. In tegenstelling tot andere vergelijkbare dorpen zijn hier wel restaurants, hotels, winkels, wadloopcentra etc. Dat Lenie 't Hart met haar zeehondencreche (zeehondenopvang eigenlijk) hier zetelt, legt de middenstand in het dorp duidelijk geen windeieren.

 

De zeehondencreche. Hildo is hier vroeger al eens geweest, inmiddels al meer dan tien jaar geleden. Zeehonden zijn aandoenlijke beestjes en het is leuk om ze eens van dichtbij te zien. Destijds kon hij naar binnen en werd een een vrijwillige donatie op prijs gesteld, nu is er een werkelijk gigantische parkeerplaats gebouwd en betaalt u gewoon entree. Gevoelsmatig krijgt Hildo hier een beetje een vreemd smaakje van in zijn mond, riekt dit naar een commercieel pretpark? Tuurlijk niet Hildo! Evengoed, hij gelooft het wel en rijdt richting de molen, want daar zal de kajaktocht een aanvang nemen.

 

Het begin van de Pieterbuurstermaar in Pieterburen, het ligt vlak bij de molen van het dorp, u kunt het niet missen. En wat ziet Hildo hier?  Aarghh, alg! Het lijkt zijn aquarium wel. Met de uitstekende kanosteiger is het instappen een peulenschil.

 

Al peddelend passeert u al vrij snel de zeehondencreche die direct aan het water ligt, de zeehonden zelf ziet u niet.

 

Hier krijgt u een idee van de breedte van het begin van de Pieterbuurstermaar. Draaien met een kajak wil, maar veel ruimte over heeft u op sommige plekken niet.

 

Het riet is dik en vrij hoog. De waterweg is smal. Heel af en toe krijgt u een beetje het gevoel in een soort van jungle te varen.

 

Mooi hoor, maar er zijn hele stukken bij die niet veel afwisseling bieden. Dat is een beetje de makke van de Groninger maren, mijmert Hildo. Veel ziet er gelijk uit maar gewoon lekker peddelen kan prima en, Hildo heeft het al eens eerder opgemerkt, ook bij vrij veel wind. Er stond deze dag af en toe zeker een windkracht 5, maar als de wind dwars op het water staat heeft u daar nauwelijks last van. Het water ligt er, ondanks de stevige wind, soms vrijwel rimpelloos bij.

 

Een driesprong. Rechtsaf gaat het de Broekstermaar op, maar die loopt uiteindelijk dood. Hildo gaat rechtdoor richting Wehe den Hoorn, maar alvorens het zover is eerst de kajak uit. Steigers om uit te kunnen stappen, zijn zeker niet overal aanwezig en urenlang peddelen bevalt Hildo niet. Af en toe de benen strekken om de bloedsomloop weer op gang te brengen, is wel zo prettig en haast heeft hij niet. Behalve deze kanosteiger, die overigens niet op de ANWB waterkaart vermeld staat, is hier ook een hoogholtje (hooghoutje). Dat is Gronings voor dit soort niet beweegbare houten wandel/fietsbruggetjes.

 

Vanaf het hoogholtje dan eindelijk uitzicht op het Groninger land. In de verte ligt Wehe den Hoorn.

 

Zijkanaal vlak voor het centrum van Wehe den Hoorn en de afslag wordt even genomen. Best leuk stukje om te varen, met name door de weelderige begroeiing. Hildo raadt het u aan. Deze maar loopt door tot in het dorp, maar loopt uiteindelijk dood. Aan het eind moet u via dezelfde route weer terug.

 

Wel handig: Hier is een heuse kanosteiger te vinden. Als u wilt, kunt u uitstappen om een kleine boswandeling te maken.

 

In het licht van de laagstaande zon ziet u hier de restanten van een spoorbrug even buiten Wehe den Hoorn. Hier liep vroeger het spoor van de Groninger Locaal-Spoorweg van Winsum naar Zoutkamp. Het werd gebouwd in 1922 en er bleven treinen rijden tot 1938. Door de opkomst van de auto bleek exploitatie van de spoorlijn uiteindelijk niet langer rendabel. In het begin van de oorlog keerde het personenvervoer nog even terug onder leiding van de Duitse bezettingsmacht, maar in 1942 werd uiteindelijk het hele traject gesloopt. Op het oude spoorbaantraject van Abelstokstertil tot aan Ulrum ligt nu de autoweg N361. In de dorpen Leens en Ulrum staan nog steeds de voormalige spoorwegstations.

 

De kanostuw bij de sluis Abelstok. Omdat dit het eindpunt is zou Hildo eigenlijk niet eens door de kanostuw hoeven, want er is een kanosteiger aan deze kant van de stuw. Een kanostuw is speciaal gebouwd voor kano's en kajaks, de reguliere pleziervaart dient de schutsluis te gebruiken. Deze is de eerste kanostuw die Hildo neemt, dus best spannend.

 

U vaart de stuw binnen en ziet het boven het water uitstekende gedeelte van de stuw duidelijk liggen. Het is de bedoeling dat u de stuw invaart en u met uw handen aan de zwarte 'geleiderails' door de stuw heentrekt. De stuw beweegt iets naar beneden door het gewicht van de boot en er begint wat water weg te stromen. Niets aan het handje hoor, er gebeuren geen rare dingen en u kunt zich aan beide zijden vast houden aan de geleiderails, dus uw stabiliteit is gewaarborgd. Hildo is er door voor hij het weet.

 

De kanostuw van de andere zijde. Het is gelukt!

 

Einde van de tocht en altijd weer een spannend moment: Het uitstappen. Hildo krijgt langzamerhand wel een beetje in de gaten hoe hij het best in en uit de kajak kan komen zonder zonder om te slaan, maar het blijft hachelijk. Op dit moment van zijn kajakontwikkeling blijft het in en uitstappen, wat Hildo betreft, het meest lastige onderdeel van het kajakvaren.

 

 Back