Hildo's Drie Gezusters!
Drie Franse grendelgeweren van 1866 t/m 1886!

 Back

De Drie Gezusters: Juliette de Chassepot, Bernadette de Chassepot-Gras en Claudette de Gras



Van voorlader tot nitro. Drie grendelgeweren uit de tijd van De Grote Zwartkruit Wapenrace!

De Drie Gezusters

Hildo heeft dit voorjaar het geluk dat hij deze drie voormalig militaire geweren kan overnemen van Drs. P. te Groningen. Een uitmuntend zanger, mocht u het zich afvragen. Helaas krijgt Hildo kort daarna een herseninfarct en dat gooit roet in het eten. Het belemmert in ieder geval danig de voortgang van dit verslag waar Hildo al een poosje achter de schermen aan gewerkt heeft, maar nu is het zover! Wat betreft de foutloosheid van dit verslag: Hildo geeft geen garanties hoor! De Drie Gezusters tezamen laten de volledige technische ontwikkeling zien van Het Franse Militaire Geweer tijdens 'De Grote Zwartkruit Wapenrace' van 1866 t/m 1886, een tijd waarin de ontwikkelingen razendsnel verliepen. In die twintig jaar ging het Franse militaire apparaat van hun .58 voorlader naar een 8 mm nitro grendelgeweer met buismagazijn. Vanaf 1866 werden er met de invoering van de Chassepot voor het eerst achterladers gebruikt in het Franse leger. Gebruikte de Chassepot nog papieren patronen, met de invoering van de Gras in 1874 was de overgang naar de moderne eenheidpatroon met slaghoedje en een messing huls een feit. Dit fantastisch drietal  is zelfs compleet met type correcte, originele bajonetten! Een joekel van een zogenaamd 'Yatagan' zwaardbajonet voor de M1866 Chassepot en Chassepot-Gras conversie en een iets ingetogener hulsbajonet voor de M1874 Gras. In het jaar 1886 komt de Lebel, het eerste Franse meerschots nitrokruitgeweer in een modern 8 mm 'kleinkaliber'. Daar houdt het voor Hildo op want een Lebel is geen zwartkruit geweer meer. Dat wapen is in Nederland dan ook verlofplichtig.

 


Juliette: Fusil Mle 1866 Chassepot (naaldvuur)

Juliette is gemaakt in september 1871, vlak na de Frans-Pruisische oorlog, door Manufacture d'Armes de Châtellerault (MAC) en aldaar voorzien van nr. 30701 en zij is nog steeds nummergelijk! De kolfstempel is nog duidelijk te zien en is van januari 1872. Zij verkeert in een uitstekende en nog steeds ongemodificeerde, originele staat. Dit terwijl verscheidene Chassepots na de invoering van de opvolger, het Mle 1874 Gras geweer, werden geconverteerd om de 11.59R Gras patroon te kunnen verschieten. Waarom het conversieverhaal aan Juliette voorbij is gegaan, is Hildo onduidelijk. De naald en het rubber missen bij Juliette. De vorige eigenaar, Drs. P te G., heeft nooit met haar geschoten. Rubber droogt uit en naalden breken, het zijn slijtagedelen zogezegd. Gelukkig lijken deze onderdelen relatief gemakkelijk zelf te fabriceren. Het rubber is noodzakelijk om de kamer zo goed mogelijk af te dichten tijdens het schot. Bij een normale achterlader zorgt de huls voor de afdichting maar bij de Chassepot, die met papierpatronen schiet, is dat dus de rubberen ring. Onder de druk van het schot wordt het rubber sterker tegen de kamerwand gedrukt voor een betere afdichting. De naald dringt van achteren de papierpatroon binnen, waarin een normaal musket percussiekapje voor de ontsteking zorgt. Hildo vindt het bijzonder dat de haan eerst gespannen moet worden, het gebogen gedeelte achter de grendel, alvorens de grendel geopend kan worden. Bij de opvolger, de Mle 1874 Gras, maar ook bij de Mle 1866-74 Chassepot conversie wordt het wapen gespannen als de grendel omhoog wordt gedaan bij het openen, net als bij een modern geweer. Juliette verkeert in een werkelijk uitstekende staat, voor zover Hildo het kan beoordelen. Hij wil zelf versterkt papier gaan maken (een papiermaaksetje heeft ie al) om uiteindelijk zijn eigen superautentieke papierpatronen te fabriceren. Jazeker, hij zal ooit met Juliette gaan schieten. Maar houdt uw adem niet in, het kan nog even duren.

Historie

Vanuit een technisch standpunt bekeken vindt Hildo Juliette, de Chassepot, het mooiste geweer van dit drietal omdat het zo'n mooie technische tussenvorm is. Geen voorlader meer, maar ook nog niet voorzien van een moderne patroon. Het werd ontwikkeld door Antoine Alphonse Chassepot, die al eerder een geweer had gemaakt dat toen niet door de Franse militaire keuring heen kwam. Met de Chassepot Mle 1866 lukte dat wel en het kwam in 1866 voor het eerst in handen van de Franse soldaat en in 1868 was het hele leger uitgerust met de Chassepot. Het was het eerste militaire grendelgeweer van de Fransen, want tot die tijd had het Franse leger alleen voorladers tot hun beschikking gehad. De Chassepot is een naaldvuurgeweer, een verbeterde versie van het systeem zoals dat voor het eerst in 1841 werd geïntroduceerd met het Duitse (Pruisische) Dreyse naaldvuurgeweer (Zündnadelgewehr). Het systeem is weliswaar gebaseerd op de moderne grendel actie, maar gebruikt nog een papieren patroon. Het principe van de Chassepot werkt, net als het Dreyse geweer, op een naald die van achteren in een papieren patroon prikt en daar een regulier percussiekapje doet afgaan. In 1866 was die techniek al verouderd omdat het systeem van de de randvuur messing huls, maar ook de messing huls met slaghoedje, al bestond. Naar het schijnt hebben de Fransen tóch nog voor het naaldvuursysteem gekozen omdat de moderne messing hulzen als 'te duur' werden gezien. En dan zeggen dat Nederlanders krenterig zijn, ha! De Chassepot geweren werden al snel en-masse ingezet omdat er al vrij vlot, in 1870, een door de Pruisen uitgelokte oorlog uitbrak tussen de Pruisen (Duitsers, zou u nu zeggen) en de Fransen. De Fransen hadden met de 11 mm Mle1866 Chassepot en een grote kruitlading van ruim 70 grain het superieure geweer met veel betere ballistische eigenschappen dan het ouderwets grote 15,3 mm (ongeveer .60") Pruisische Dreyse naaldvuurgeweer. Ene Johannes Beck, werkzaam bij de 'Königlichen Preußischen Gewehrfabrik' te Spandau, stelde een aanpassing voor om Dreyse naaldvuurgeweren betere ballistische eigenschappen te geven, meer zoals de Chassepot. Die aanpassing werd op verschillende Dreyse Zündnadelgewehren doorgevoerd in 1869. Er is een Chassepot ter hand genomen en daarvan is onder meer het betere principe van de gasafdichting overgenomen. Tevens is de kogel 10 gram lichter gemaakt om tot een vlakkere kogelbaan te komen. Maar het lag niet aan de last-minute veranderingen aan het veel oudere en daardoor inferieure Dreyse geweer dat de Fransen uiteindelijk het onderspit delfden in de oorlog. De Pruisen hadden de rest van hun organisatie beter geregeld: met name de dienstplicht (veel soldaten), een goede communicatie, efficiënt en snel vervoer van manschappen en materieel (trein) en last but not least de massale inzet van kanonnen. Ze wonnen uiteindelijk de 1870-1871 Frans-Pruisische oorlog zelfs relatief vlot.

 

Bernadette: Fusil Mle 1866-74 Chassepot-Gras ( 11x59R conversie)

Hildo vindt Bernadette, behalve net zo bevallig als haar zusters, een zeer net geweer. Het lichtjes opgeschuurde hout draagt daar zeker aan bij, op zich absoluut fout om zoiets te doen. Bernadette is tevens het oudste van de zusters, gemaakt in 1867 in de wapenfabriek van St. Etienne en erg laat geconverteerd in 1882, getuige het S.1867 S.82 stempel op de rechterzijde van de loop.

M80 veiligheidsbewerking

Ze heeft tóch het M80 opschrift op de linkerzijde van de kast, wat betekent dat het wapen in 1880 de veiligheidsbewerking heeft ondergaan die ervoor zorgt dat bij een gescheurde huls de gasdruk niet in het gezicht van de schutter terecht komt. De stempel betekent dat de 'M80' bewerking is uitgevoerd, maar dat zegt klaarblijkelijk niets over het jaartal waarin dat gebeurd is: de conversie van papier patroon naar messing huls heeft immers pas plaats gevonden in 1882 gezien het stempel op de rechterzijde van de loop. Ondanks dat zij er netjes uit ziet, is zij toch geen kapitalen waard, anders had Hildo het wapen niet kunnen aanschaffen natuurlijk. Franse wapens zijn in het algemeen wat goedkoper dan Amerikaanse. Omdat Hildo een echte Europeaan is en soms zelfs een beetje weerzin voelt tegenover het brallerige van de gemiddelde Amerikaan, gaat hij liever voor een 'made in Europe'-wapen en Bernadette is er een mooi voorbeeld van. Zeg nu zelf, een 45-70 Springfield Trapdoor in vergelijkbare staat is veel duurder en absoluut niet zeldzamer. Enne... is een Trapdoor ook mooier dan Bernadette met haar tijgerhout en hypermoderne grendel? Echt niet. Vive La France! Alhoewel, de Amerikaanse revolvers zijn wel stukken mooier dan die lompe Europese en ook een Rolling Block, Sharps of Kentucky Long Rifle kan best wel heel erg begeerlijk zijn....

De conversiebus

Tijdens het doorhalen van de loop met een lapje met olie, vanuit de loopmonding, merkt Hildo dat de poetsstok even blijft haken achter een rand, in de buurt van de overgang van kamer naar loop. Daar zou geen rand horen te zitten, maar omdat  tijdens de conversie van papier naar messing hulspatroon de originele kamer is uitgedraaid en er een bus in de kamer is gezet, kon dat het wel eens zijn wat Hildo voelt. Omdat de kogel richting loopmonding gaat, gaat het niet om een obstructie. Maar netjes is het niet. Waarschijnlijk was een snelle conversie belangrijker dan een perfecte.

Historie

Na de invoering van de 1874 Gras zaten de Fransen nog met stapels technisch achterhaalde M1866 Chassepot naaldvuurgeweren, die tot 1874 werden geproduceerd, behalve natuurlijk de ongeveer 600.000 exemplaren die de Duitsers zichzelf hadden toegeigend nadat de Fransen de Frans-Pruisische oorlog van 70-71 hadden verloren. De Chassepot was soms vrijwel nieuw of nog maar een paar jaar oud, vaak nog in goede staat en in feite een prima geweer. Alleen dat verouderde naaldvuursysteem maakte het niet langer levensvatbaar. Het was een optie om dan ook maar de Chassepots om te bouwen naar de 11x59R Gras patroon, dus naar dezelfde patroon die ook in de M1874 Gras werd gebruikt. Dat is dan ook gebeurd met behoorlijke aantallen en Bernadette is een voorbeeld van zo'n geconverteerde Chassepot. Deze conversie heeft zelfs vrij laat, in 1882 pas, plaatsgevonden. Maar niet alleen de Fransen vergrepen zich aan hun Chassepot, ook de Pruisen converteerden veel van de in beslag genomen Chassepots, maar dan naar de 11x60R Mauser patroon. Daarnaast namen de Duitsers ook nog de zaag ter hand om er gelijk maar een karabijn van te maken: beter geschikt voor de Duitse cavalerie, artillerie en andere eenheden die zich niet direct aan het front bevonden. De Duitse infanterie hield de handjes gewoon om hun Mauser M1871 geklemd.

 


De 'Yatagan' bajonet op de Mle 1866 Chassepot

De bajonet op Claudette, de Mle 1874 Gras
De bajonet zit wat verder van de kogelbaan af dan bij de Chassepot. Waarschijnlijk verbetert dat de precisie tijdens schieten met gemonteerde bajonet doordat terugkaatsende gassen de kogel minder snel uit balans zullen brengen op het moment dat ie de loop verlaat.



De Franse bajonetten (klik foto's groter van liggende bajonetten)
De bajonetten van de Drie Gezusters. Het gigantische zogenaamde 'Yatagan' zwaardbajonet is voor de M1866 Chassepot en Chassepot-Gras conversie. Dit soort zwaardbajonetten hebben hun oorsprong gehad in Turkije. De iets ingetogener prikstok is de bajonet voor de M1874 Gras. Beide zijn voorzien van een metalen schede waaraan een draagriem kan worden bevestigd. Constant met deze grote en ook zware (wat met name voor het Yatagan zwaardbajonet geldt), bajonetten op het geweer rondlopen, was niet de bedoeling. Ze zijn onhandig en gevaarlijk, want voor uw het weet prikt u uw collega-soldaat er aan. Op de schietbaan, Hildo heeft het al eens eerder gezegd, zijn ze ook ongewenst vanwege hetzelfde gevaar voor een collega-schutter. Een geweer met een bajonet erop is in de praktijk erg onhandig, u blijft achter alles haken.
Voldoende lang
In theorie zou een Franse soldaat er zelfs twee Duitsers tegelijk aan kunnen prikken, maar het werkelijke doel is anders. De extreme lengte stamt nog uit de tijd van de voorladers waarbij soms de toevlucht tot de bajonetten genomen moest worden. Het bood bescherming tegen de cavalerie en tegen de tegenstander als u beide geen tijd meer had om opnieuw te laden. Hoe langer hoe beter, mocht het uitmonden in een bajonetgevecht. Met de invoering van de achterlader, en al helemaal met meerschots wapens, is die onhandig lange bajonet steeds minder gaan tellen. Waarom de Yatagan-stijl een poosje erg 'gewild' was bij verschillende legers? Kopieergedrag, want sabels hebben nauwelijks nut meer in de tijd van achterladers en lopen met trekken en velden. Nadat de Yatagan bajonet ingevoerd was door Frankrijk in 1840, begonnen ook andere landen deze bajonet in te voeren. Voor de 1866 Chassepot werd een iets afwijkende bajonet ontworpen, maar erg lang heeft de Yatagan-hype niet geduurd: het 1874 Gras geweer was al weer voorzien van een bajonet in een meer ouderwetse, iets kortere en smallere stijl, zoals u hierboven kunt zien. Later werden de bajonetten alleen maar korter en tegenwoordig zijn het niet meer dan een soort van grote messen, wat in de praktijk een stuk praktischer is.

Een Rapine Bullet Mold Mfg. Co. 446-355 giettang

Dit is een giettang die Hildo bij 'De Drie Gezusters' gekregen heeft. De mal leek nog nooit of nauwelijks gebruikt, want de snijplaat was nog niet blauw verkleurd door de hitte van het gieten. Nu wel, iets wat altijd gebeurt tijdens het gieten.

             ___________________________________________ 

 

 


11 maart 2016. Chassepot grendel perikelen
Juliette, Hildo's Chassepot naaldvuurgeweer, is niet schietvaardig. Zij heeft geen naald en geen afdichtingsrubber (in het Frans obturant = afdichting en caoutchouc, spreek uit 'kaoetsjoek' = rubber), dus het wordt tijd om de grendel te inspecteren om te zien wat daar aan valt te doen.
Met geopende grendel is het wapen gespannen
Al met iets nieuwere geweren dan de Chassepot gaat het spannen automatisch wanneer de grendel geopend wordt. Met dit oude Mle 1866 systeem moet de haan eerst gespannen worden alvorens de grendel kan worden geopend. Omdat de naald de patroon pas mag bereiken op het moment dat u de trekker overhaalt, is de naald natuurlijk nooit zichtbaar bij geopende, dus gespannen, toestand. Omdat hij geen naald zag en hem eerder ook al verteld was dat deze ontbrak, trok Hildo de foute conclusie dat er geen naald in zou zitten.
Grendel eruit halen en ontspannen
Om de grendel uit het geweer te halen, moet u de bout losschroeven die u rechts op de grendel ziet zitten. Daarna is de grendel zo naar achteren te schuiven en uit het geweer te verwijderen. De trekker even aantrekken op het moment dat u de grendel verwijdert helpt om de grendel vlotjes uit het geweer te verwijderen. Op het moment dat de grendel uit het geweer is, kan de haan/hoofdveer ontspannen worden. Op dat moment wordt de naald zichtbaar. En tot verbazing van Hildo zit hij er in! De rubberen ring die voor de gasafdichting moet zorgen, mist op dit moment nog steeds.

 


Grendel gedemonteerd
Zoals hierboven afgebeeld passen beide grendelhelften in elkaar. De naald komt uiteindelijk uit in de naaldgeleider waar ook het rubber hoort te zitten dat voor de gasafsluiting zorgt als het schot afgaat. Het principe is dat tijdens het schot de rubberen ring platter gedrukt wordt en daardoor rondom uitzet zodat de schutter geen gasdruk in het gezicht krijgt tijdens het schot. Bij geweren met een messing huls zorgt de huls voor de gasafdichting, maar bij een papierpatroon werkt dat uiteraard niet zo. Dat was het grootste probleem zonder messing huls: het goed afdichten van de grendel zodat de gasdruk alleen aan de voorkant de loop verlaat. Naar verluidt had het Pruissische Dreyse naaldvoorgeweer daar een behoorlijk probleem mee.

 



Naald in de naaldhouder
Zo werkt het, simpel maar effectief. Door het dikke gedeelte kan de naald niet uit de grendel vallen. Als u zelf een naald wil maken: het verdikte gedeelte mag niet te dik en niet te lang zijn. Anders is het niet mogelijk de naaldhouder met naald op de 'guide ressort' te schuiven.

 


Ontspannen grendel
Hier ziet u de grendel in ontspannen toestand, nadat u geschoten heeft als het ware. Dat is ook het enige moment dat de naald zichtbaar is. Met de grendel in het wapen is de naald nooit zichtbaar omdat, als u de grendel opent, het wapen gespannen wordt.

 


Exploded view Chassepot (klik afbeelding groter)
 'Papa fume une pipe' en 'La fenêtre est ouverte', dát weet Hildo nog van school, maar daar heeft hij niet zoveel aan als hij met zijn Chassepot bezig is. Een exploded view (technische tekening) is wel handig om er bij te hebben, het verduidelijkt de verschillende onderdelen die er in dit geweer zitten én het is tegelijk een bijspijkercursus in de Franse taal... alleen zinvolle woorden uiteraard.

 

 

Frankrijk tussen 1866 en 1886

Eigenlijk verandert er soms niet veel. Ook vandaag de dag zijn er af en toe onlusten in de buitenwijken van Parijs door de minder bedeelden, op wat voor manier dan ook. Vroeger was dat niet anders. Er was de aristocratie, het gepeupel en alles daar tussenin. Daarnaast waren er politiek en sociaal geëngageerde studenten die, zoals studenten dat ook nu nog plegen te doen, tegen de gevestigde orde in willen marcheren omdat zij menen dat er iets niet in orde is en het beter kan. Frankrijk was, net als nu, destijds geen rustige samenleving, het broeide overal.

 

Franse soldaten aan het front met de Mle 1866 Chassepot

Frankrijk, de dominante grootmacht

Vroeger, we spreken nu over het oorlogvoeren vóór de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), bleven oorlogen en de slachtoffers binnen 'redelijke' perken. Tenminste als u 100.000 dode lichamen op een rij niet al te veel vindt.

Frankrijk was destijds een grootmacht, vergelijkbaar met een land als de Verenigde Staten nu. Ruzie zoeken met Frankrijk was onverstandig. De nipte nederlaag van Napoleon op het slagveld van Waterloo in 1815 was de laatste keer geweest dat de Fransen het onderspit moesten delven.

Veranderende landsgrenzen

Er waren destijds relatief veel oorlogen tussen de landen van Europa, maar als de verliezer zich overgaf was de vrede al snel weer getekend na wat landje-pik. De grenzen zijn daarom heel wat keren wat veranderd. Het komt nu minder voor, gelukkig maar, gezien de technologische ontwikkelingen in het massaal elkaar afslachten. De laatste keer was na het uiteenvallen van de voormalige Sovjet Unie. De bloedige burgeroorlog die een eind maakte aan het bestaan van Joegoslavië was er ook eentje die de landsgrenzen heeft beïnvloed.

 

Pruisische aanval onder Frans Chassepot-vuur

De Pruisen hadden het Dreyse naaldvuurgeweer, de Fransen het Chassepot naaldvuurgeweer. De Pruisen achterlaad-kannonnen, de Fransen schoten nog met oude voorlaad-kanonnen. Kortom, de Duitsers hadden de betere kanonnen, de Fransen het betere geweer. Bestormingen over een open veld, zoals hierboven afgebeeld tijdens de slag van Gravelotte, hebben de Duitsers erg veel, duizenden(!), verliezen opgeleverd want terugschieten konden ze niet: het Dreyse geweer droeg niet zo ver. Bij geweer tegen geweer hadden de Duisers dus geen kans, maar gedurende de gehele Frans-Pruisische oorlog werden dan telkens weer de Pruisische kanonnen in stelling gebracht. De snel schietende achterladers van de Pruisen waren uiteindelijk telkens heer en meester in de duels tegen de Franse voorlaadkanonnen. Dat, én de betere organisatie van de Pruisen zijn uiteindelijk verantwoordelijk geweest voor de overwinning.

 

Een zeer bekende afbeelding: Napoleon III en Otto von Bismarck na de overgave van Frankrijk bij Sedan.

Frans-Pruisische oorlog 1870-1871 (klik afbeelding groter)

U kent ongetwijfeld de naam Bismarck. Die man, Otto von Bismarck dus, was destijds een bijzonder belangrijk politicus. Hij had extreem veel invloed en macht en een wil om de Duitse staten samen te voegen. Pruisen werd steeds machtiger, iets wat de Fransen met lede ogen aanzagen. Toen in 1870 Prins Leopold, een familielid van de Koning van Pruisen, koning van Spanje zou worden, was voor de Fransen de maat vol. Ze waren bang omringd te worden door Pruisen. Daarom stuurden ze een telegram naar de Pruisische koning Wilhelm I omdat ze wilden, eisten in feite, dat de koning zijn familielid zou terugfluiten. Bismarck maakte dit telegram openbaar in nationale kranten, in iets aangepaste bewoordingen, zodat het als een belediging klonk. De nationalistische gevoelens van de Pruisen, die u niet geheel onbekend zullen voorkomen, zorgen uiteindelijk voor wat mindere gevoelens tussen de Pruisen en Fransen. De Duitse staten sloten zich aaneen onder Pruisen om uiteindelijk oorlog te voeren tegen Frankrijk. Deze oorlog staat nu bekend als de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871. De oorlog, die op 19 juli 1870 door Frankrijk werd verklaard, liep uiteindelijk op een nederlaag uit voor Frankrijk. De Franse keizer, Napoleon III, werd gevangen genomen en het Franse leger definitief verslagen bij de slag bij Sedan op 2 september 1870. In het keizerrijk Frankrijk werd vervolgens de republiek uitgeroepen en die nieuwe Franse republiek bleef vechten. Uiteindelijk heeft de voorlopige regering van de republiek op 10 mei 1871 gecapituleerd en de vrede getekend. In Parijs bleef men echter doorknokken, tot grote irritatie van zowel de voorlopige Franse regering als van de Duitsers die dit 'geen eerlijke manier van oorlogvoeren' vonden. Op 21 mei 1871 zette het Franse regime de aanval in op de rebellen, de zogenaamde Commune van Parijs. Een week lang knokken en 20.000 doden (!) verder was de opstand neergeslagen. Een tragisch einde aan deze toch al tragische oorlog, want wat werd er uiteindelijk mee gewonnen?

 

Proklamation des Deutschen Kaiserreiches 1871 in Versailles

(klik afbeelding groter)

Zelfs voordat de Pruisen deze oorlog al helemaal gewonnen hadden, is het Duitse Keizerrijk op 18 januari 1871 uitgeroepen in de spiegelzaal van het paleis van Versailles. De afbeelding hierboven is in 1877 geschilderd door ene Anton von Werner. De Pruisische Koning Wilhelm I werd hiermee tevens Keizer van het nieuwe Duitse Keizerrijk. Otto von Bismarck werd de eerste Rijkskanselier, hoofd van de Duitse regering. Veel fantasie heeft u niet nodig om Otto brallend met z'n dikke buik achter het stuur van een Mercedes te zien zitten. Napoleon III, hij staat natuurlijk niet op deze afbeelding, komt op Hildo meer over als een een biologische groenteboer in een Renault 4.

 

Het Duitse Keizerrijk 1871-1918

Het donkerblauwe gebied is Pruissen, het zalmkleurige deel de rest van het Duitse Keizerrijk. Het was beduidend groter dan het huidige Duitsland nu, ondanks de toevoeging van de voormalige DDR in 1989. Na het verliezen van de Eerste Wereldoorlog veranderde deze kaart wederom en is de laatste Duitse keizer, Wilhelm II, gevlucht naar Nederland, naar Huis Doorn te Doorn, waar hij nu nog steeds in zijn mausoleum ligt. Staat ons binnenkort weer wat verandering te wachten?

 

Claudette: Fusil Mle 1874 Gras (11x59R centraalvuur)

Ook dit geweer is al weer bijna 150 jaar oud. ´Waar blijft de tijd´, zucht Claudette met nog een licht Frans accent. Ze is nog steeds netjes, maar heeft hier en daar toch iets pitting en het hout is het minst mooi van De Drie Gezusters. Oude gebruikssporen lijken er op te wijzen dat Claudette het langst heeft 'gediend'.  Evengoed lijkt ook Claudette goed bezien nog best redelijk de tands des tijds te hebben doorstaan, ook de binnenzijde van de loop is netjes. De stempels op de kast zijn er zeer ondiep ingeslagen en slecht te fotograferen. Zij is, net als Juliette, gemaakt door Manufacture d'Armes de Châtellerault (MAC) en heeft de M.80 veiligheidsconversie ook ondergaan. Hildo is vol verwachting en zal haar binnenkort uitnodigen voor een uitje naar de schietbaan en het lijkt erop dat ze daar wel oren naar heeft want ze begint al helemaal te glunderen!

Historie

Na de nederlaag in de Frans-Pruisische oorlog in 1870-1871 (en de vreselijke vernedering dat de Pruisen hun nieuwe Duitse Keizer kozen in Frankrijk, in de geconfisceerde spiegelzaal van het paleis van Versailles, met een aanvullende triomftocht door Parijs), zaten de Fransen nog steeds hun Chassepot papierpatronen te vouwen. Hun aartsvijand, het gloednieuwe oppermachtige Duitse Keizerrijk, kwam al in 1871 met de M1871 Mauser op de proppen. Dat is een enkelschots grendelgeweer in 11.15x60R met moderne messing hulzen, duidelijk het superieure wapen. Het mag gezegd dat bij de Mauser tijdens het ontwerp wel sterk naar de Chassepot is gekeken. Door die M1871 Mauser kregen de Fransen opeens erg veel haast om hun, nog niet erg oude maar intussen al wel hopeloos achterhaalde, Chassepots te vervangen door een soortgelijk wapen dat geschikt moest zijn voor moderne munitie. Wederom moest het een enkelschots grendelgeweer worden, in het ongewijzigd Chassepot 11 mm kaliber, maar ditmaal wél met messing hulzen. Dat werd de Fusil Mle 1874 Gras in het kaliber 11x59R Gras. Het wapen is ontworpen door ene Basile Gras, een kapitein in het Franse leger. Het Gras geweer is in feite nog steeds een haast volledige kopie van de Chassepot, op het grendelsysteem, de kamer en de bajonet na. Van een paar meter afstand ziet u vrijwel geen verschil. De Gras is uiteindelijk geproduceerd tot 1886 waarna het stokje overgenomen werd door de M1886 Lebel, een meerschots geweer met buismagazijn én het eerste militaire 8 mm geweer ter wereld dat op nitrokruit werkte. De vrij lichte kogel had voor die tijd een zeer vlakke kogelbaan. Met de Lebel is de eerste stap gezet naar moderne wapens met een kleiner kaliber, lichtere maar snellere kogels door gebruik van het sterkere moderne nitrokruit. Hierdoor had het wapen superieure ballistische eigenschappen.

 


1866 Chassepot/1866-74 conversie & 1874 Gras bajonet
Nog even rechtop, kunt u ze wat groter bewonderen. Even voor de statistici onder ons... Zonder pareerstang of handvat meet het lemmet van de Chassepot bajonet 57,5 cm en die van de Gras 52 cm. Lang genoeg voor de dikste Duitser en okay voor twee dunne. Wat Hildo opvalt, hij heeft verder geen verstand van bajonetten, dat ze beide erg stomp zijn aan de 'snijzijde'. Hij vermoedt dat ze ook nooit scherp geweest zijn. Ledematen afhakken met de Yatagan Chassepot bajonet zou in theorie misschien best kunnen, denkt Hildo, maar gaat lastig worden met de scherpte van dit lemmet. Hakken was iets wat met echte sabels door de cavalerie wel gedaan werd. Eigenlijk helemaal niet zo'n leuk spul, die bajonetten, maar er wordt niet meer mee gehakt en geprikt. De punten van beide zijn trouwens wel behoorlijk scherp. Beide bajonetten verkeren in uitstekende staat voor hun leeftijd. Weinig pitting en het hout van de Gras bajonet is beter dan die van de meeste. Van de Chassepot heeft Hildo twee Yatagans, eentje voor Juliette Mle 1866 en eentje voor Bernadette de Mle 1866-74 conversie. In principe zijn die bajonetten gelijk, maar in de praktijk zit er wel verschil in want onderling uitwisselbaar zijn ze niet echt. Verschil in de geweren zou ook kunnen, of allebei. Over bajonetten en hun herkomst kunnen boeken vol geschreven worden, maar Hildo wil hier niet al te diep op ingaan. Het intrigeert hem niet in het bijzonder en het mondt al snel uit in 'eindeloos geneuzel', iets wat Hildo al genoeg doet. Geen enkele bajonet is nummergelijk met de bijbehorende schede, jammer maar zeker niet rampzalig, behalve voor wie een nummerfreak is.

 

Rapine Bullet Mold kogel: slecht te gieten

Als alle gietmallen van Rapine zo zijn als deze, begrijpt Hildo wel waarom de Rapine Bullet Mold Company inmiddels niet meer bestaat. Het gietblok is van aluminium, maar giet vreselijk slecht. Dit is de beroerdste gietmal waar hij ooit mee gegoten heeft. Zelfs met een extra hoge temperatuur en met een lood/tin legering om het metaal beter te laten vloeien wil het blok niet goed vullen. De neus, het ogief van de kogel, is prima maar de vetgroeven, altijd al het meest lastige deel van een kogel en het eerste waar het fout gaat, hebben ronde hoeken en die zijn niet goed te krijgen. En het ligt niet aan Hildo, want die kan inmiddels best een aardige kogel gieten hoor. Waarschijnlijk is er iets mis met de ontluchting van het blok. Het sluit wel erg mooi, maar naast freesgroeven zijn er geen ontluchtingsgroeven op het oppervlak van het gietblok te zien. Het vakmanschap is goed, maar het lijkt erop dat Rapine toch niet helemaal wist waar ze mee bezig waren.

Voldoende kogels

Hoewel de kogels niet perfect zijn, denkt Hildo dat ze wel redelijk zullen schieten. Eventueel kan hij altijd nog een kogelgiettang laten maken naar origineel model, dus voor een te paper patchen kogel zonder vetgroeven.

Maat en gewicht erg netjes

Volgens de doos is dit een 446-355 kogel. Hildo weegt en meet er vijf stuks die met de lood/tin legering gegoten zijn. Ze zijn zeer constant en komen erg goed overeen met de opgegeven maat en het gewicht. De diameter zit tussen de .4465" (11,34 mm} en .4470" (11,36 mm) en ze wegen allemaal tussen de 355 en 356 grain per stuk. Jammer dat de driving bands rond zijn, maar misschien is de kogel toch beter dan dat ie er op het eerste gezicht uitziet. Het zal te zijner tijd blijken op de schietbaan.

                 ___________________________________________ 

 

 


Speciaal gereedschap
De grendel uit elkaar halen wil nog wel, maar om de grendel weer in elkaar te schroeven heeft u speciaal gereedschap nodig. Een 9 mm steeksleutel wil wel, maar is iets te groot. Een 8 mm exemplaar is iets te klein. Bovendien zijn beide veel te dik en moet er aan beide zijden van de bek behoorlijk wat afgehaald worden.

 



Achterste gedeelte grendel
Het geheim van de naald! Het achterste gedeelte van de grendel (grendel, in het Frans 'chien' = hond). Hierin zit het ding met schroefdraad (écrou culasse), de hoofdveer (ressort culasse), de naaldhouder (porte aiguille) en de naald (aiguille percussion). Het speciale gereedschap, dat Hildo gemaakt heeft van een 8 mm steeksleutel, heeft u nodig om het ding met schroefdraad (écrou culasse) aan te draaien om het achterste gedeelte van de grendel in het voorste gedeelte, de grendel zelf, te kunnen monteren.

 


Grendel monteren (ontspannen)
Dit is de stand waarin u het achterste gedeelte van de grendel kunt monteren of demonteren door het ding met schroefdraad (écrou culasse) in of uit het voorste gedeelte van de grendel te schroeven met het speciale grendelgereedschap (de aangepaste 8 mm steeksleutel).
Let op
Zorg ervoor dat u de grendel ontspant als u het uit het wapen gehaald hebt, dan staat er geen spanning op de veer. Ook bij montage dient u de twee gedeeltes aan elkaar te schroeven met een ontspannen hoofdveer.

 


Grendel vastdraaien
Hiervoor heeft u een extra smalle sleutel nodig, een gewone steeksleutel is te dik. De maat lijkt tussen de 8 mm en 9 mm in te zitten. Hildo heeft een 8 mm steeksleutel wat groter gemaakt en dat gaat. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat het wapen beschadigd wordt. Hildo is erg voorzichtig met dit stukje fantastische antieke techniek.

 



Zelf een Chassepot naald maken
Hildo is niet zo handig, maar hij wil een nieuwe naald maken en daarmee gaan schieten. Hoewel de oude vast geen originele naald meer is, wil hij hem toch graag bewaren.
Hoe een Chassepot naald te maken?
Ene Jan N, eveneens eigenaar van een Chassepot en niet te beroerd om zijn kennis te delen, heeft dat Hildo haarfijn uit de doeken gedaan. Als naald gebruikt hij 1,5 mm verenstaal, zonder dit te harden. Een messing buis met een 1,6 mm binnen- en een 3 mm buitendiameter gebruikt hij om het 'voetje' aan de naald te fabriceren. Die zilversoldeert hij aan de naald vast. Jan N maakt zijn naald 174,5 mm lang. De naald in Juliette is slechts 170 mm. Hoe langer de naald, hoe groter de oppervlakte die aan het brandende buskruit wordt bloodgesteld. Een zo kort mogelijke naald lijkt Hildo daarom het best, maar hij moet het percussiekapje natuurlijk wel goed genoeg raken om betrouwbaar te kunnen ontsteken, iets om mee te experimenteren. Hildo heeft inmiddels 1.5 mm verenstaal aangeschaft, een meter, genoeg voor 5 naalden, én een meter van zo'n messing buis, genoeg voor honderden naaldvoetjes. Op het soldeer na zou hij nu verscheidene naalden moeten kunnen maken. Te zijner tijd uiteraard omdat een zwartkruitschutter geen haast heeft.
Afdichtingsrubber dan?
Daarvoor heeft Jan N eveneens een oplossing: drie op elkaar gelijmde kraanrubbers van de Karwei. De 3/8 olieleidingen van een Harley, die Hildo in gedachten had, blijken een te kleine buitendiameter te hebben. Hildo gaat maar even naar kraanrubbers kijken. Maar het is wél leuk hè, zo'n Chassepot? Nog weer later komen de papierpatronen die hij zelf moet maken... maar dat is weer een héél ander verhaal, en dat komt nog.

 

 

Verder met Claudette!

Claudette is de Franse Gras Mle1874, de jongste van 'De Drie Gezusters'. Hildo heeft de gezusters al ongeveer een jaar in bezit, maar nu is het zover: hij gaat aan het herladen en... er zelfs mee schieten! Claudette staat te trappelen van ongeduld!
           _________________________________________________



20 maart 2016. 11x59R Gras shell holder
Geweerpatronen uit dezelfde tijd lijken allemaal wat op elkaar, maar om het u als herlader moeilijk te maken is destijds besloten alle munitie net iets anders te maken. Tenminste, daar lijkt het soms wel op. De shell holder voor het kaliber 11x59R Gras is een speciale van RCBS. Zo speciaal dat ie niet eens op de RCBS hand priming tool past, want de diameter is te groot. Die RCBS hand priming tool gebruikt Hildo altijd om de slaghoedjes in de hulzen te knijpen. Lastig... want hoe krijgt hij nu de slaghoedjes de hulzen in?


CH4D 11x59R Gras die-set
Ook al bij de Drie Gezusters gekregen: een zeer nette die-set van CH-4D. Handig om full-length te sizen, mocht dat nodig zijn. Dit kan het geval zijn omdat hij zowel Claudette de Gras als Bernadette de Chassepot-Gras heeft. De kamerafmetingen van beide wapens zijn vast niet identiek en het is derhalve goed mogelijk dat de hulzen niet meer passen in het ene wapen als ze in het andere (met de grotere kamer) verschoten zijn.


11x59R Gras hulzen
High-end Technology, toentertijd. In het moderne klein kaliber van maar 11 mm en ook toen al voorzien van een 'flessenhalshuls' voor een serieuze lading kruit zonder dat de lengte buiten proporties groot wordt. Er past in ieder geval meer in dan in een 45-70. Hildo heeft deze hulzen bij de geweren gekregen, 25 stuks, en ze bestaan uit drie verschillende merken. Wat Bertram hulzen, wat ongemerkte hulzen en een aantal die wel gedraaid lijken te zijn. Dat betekent verschillende lengtes, diktes, etc. Lastig wanneer u een die-set gebruikt, want die stelt u af op een serie hulzen die in principe dezelfde maat moeten hebben. Dus een serie hulzen van dezelfde fabrikant, die even vaak verschoten zijn. Om verschillen uit te sluiten is het zelfs het mooist een serie gloednieuwe hulzen van dezelfde batch te hebben. Maar Hildo maakt het niet zoveel uit. De schietresultaten zullen uiteindelijk toch het meest aan de schutter liggen, denkt hij.



23 maart 2016. Ladiedadiedah... Claudette, dadahdaaaaa... Claudette
Hildo staat op de baan en hoort in zijn hoofd het lied 'Claudette' van Roy Orbison. Hij hoort het zelfs nu hij dit schrijft, hoe kan het hè? Roy kwam een beetje week over, maar kon knap zingen. Claudette daarentegen zingt iets eentonig, maar is wel toonvast. En als zij iets zegt, luistert u, of u wilt of niet want aan haar volume heeft Roy nooit kunnen tippen.
Verkeerd om grendelen
Dat grendelen met de rechterhand, terwijl Hildo aan de linkerschouder schiet, is ongelukkig. Binnenkort leren grendelen met de rechterhand met het geweer links van het lichaam. Dit is Hildo's eerste eigen grendelgeweer, het verkeerd om grendelen moet hij zich nog aanleren.
Nu de laatste patroon van de serie, gaat mooi hè?




















20 maart 2016. Slaghoedjes erin drukken op de Rock Chucker pers?
Hildo heeft z'n  Rock Chucker al sinds de aanschaf van de BFR revolver, omdat hij daar 45-70 munitie voor moest herladen. Er zat iets bij om de huls te kunnen primen (van een slaghoedje te kunnen voorzien), maar hij heeft het spul toen aan de kant gelegd om er daarna nooit meer naar te kijken. Om slaghoedjes erin te drukken had hij immers zijn RCBS hand priming tool. Met het kaliber 11x59R Gras lijkt het nu een goede optie om de Rock Chucker als priming tool in te zetten en... de destijds voor hem ondefinieerbare accessoires liggen zowaar nog steeds in dezelfde twee plastic zakjes op precies dezelfde plek waar hij deze acht jaar geleden heeft laten liggen. Bijkomend voordeel als u niet zo vaak opruimt: u kunt het altijd weer vinden! Vertelt u dat maar aan uw vrouw.
Het primen
Het is simpel, zoals u op de bovenste foto's kunt zien. Het veerondersteunde cupje dat het slaghoedje op z'n plek houdt, wordt naar beneden gedrukt als u de huls primet met het naar bededen drukken van de ram. Simpel. De Rock Cucker is met twee cupjes geleverd, eentje voor large rifle/pistol en eentje met een iets kleinere diameter voor small rifle/pistol.
Gaat het primen lekker of een beetje... zwaar?
Hildo's voorkeur gaat uit naar de RCBS hand priming tool, gaat sneller volgens hem. Overigens zijn de (drie verschillende merken) Gras hulzen zeer lastig te primen, het gaat erg zwaar. Totdat Hildo met een papiertje, voorzien van een fractie olie, even door de primer pocket heen gaat. Dan gaat het opeens een stuk gemakkelijker. Of het echt zo zwaar gaat? Hildo denkt van wel, want de Dillon XL650 pers, die ook primet als de ram naar beneden gaat, gaat stukken lichter. Ofwel een fout design in de krachtoverbrenging van RCBS of de hulzen zijn niet lekker.


11x59R Gras patronen
Niet zo moeilijk te maken, het lijkt natuurlijk erg op andere munitie. Maar om niet te veel krimp te geven, moet de krimp-die vrij hoog in de pers. Omdat het krimpen en kogel zetten in dezelfde die gebeurt, staat de kogelzetter zelfs zo diep mogelijk, de kogel is dus niet dieper te zetten met deze die. Beetje vreemd, want de CH4D die-set is gemaakt voor een kogeldiameter van .446" en dat is toevallig precies de diameter kogel die Hildo heeft gegoten met het 446-355 Rapine gietblok en zo extreem kort is de kogel nu ook weer niet. Hmmm.
Lading
Die extreem gereduceerde ladingen, vindt Hildo maar niets. Bovendien is het Bessemer type gietstaal dat voor de lopen van deze geweren gebruikt is, van stukken hogere kwaliteit dan bij de oudere voorladers. Het omslagpunt ligt rond 1860, meent Hildo zich te herinneren, toen ene Henry Bessemer een procedé ontwikkelde om een betere kwaliteit staal te produceren. Hoe dan ook, Hildo gaat nu eerst voor 60 grain Explosia 0 (FFFG). Explosia 1 (FG) heeft hij even niet, maar de fijnere granulatie van dit kruit doet het vast prima, net zoals bij Eleanor, de .45 voorlader, en erg sterk is het ook niet. Dat gaat wel goed komen. De huls is nog niet vol en Hildo gooit er nog een vetpil in om het kruitresidu in de loop zachter te houden (dat werkt altijd goed) en vult de huls verder af met rijst. Dat laatste is lekker licht, goed samenpersbaar met de pers en het neemt natuurlijk vocht op en is daardoor een vochtvreter binnen in de patroon.


23 maart 2016. De eerste schoten met Claudette
Een Gras is een prima geweer, net zoals de Mauser M71 dat was. De Gras is zelfs nog, weliswaar beperkt, ingezet in de Eerste Wereldoorlog en in Griekenland heeft het verzet ze gebruikt tegen de Duitsers. Daardoor heeft de Gras daar zo'n goede naam opgebouwd dat, net zoals Luxaflex in Nederland, de productnaam en merknaam inelkaar verweven zijn. In Griekenland heet elk oud geweer dus 'Gras'. Mooi verhaal, maar of het helemaal klopt weet Hildo niet.
De punten
'Nou, dat lijkt nergens op', denkt u nu vast. Gedeeltelijk waar, want er zijn nogal wat behoorlijke afzwaaiers. Hildo moest even weten waar het geweer uitkwam en heeft daarom gebruik gemaakt van de baankijker. Toen hij dat wist, mikpunt is precies het midden van de onderkant van de kaart, schoot hij de rest allemaal in het zwart. Het valt dus reuze mee en Hildo voorspelt dat hij binnenkort meer dan 80 punten met dit geweer gaat halen.
Hoe schiet ze?
Zwartkruitgeweren schieten allemaal een beetje hetzelfde natuurlijk, maar er zijn best wel kleine verschillen. Met 60 grain en een 355 grain kogel is er een goed merkbare terugslag, maar niets extreems. De grendel werkt goed, maar de trekker gaat, hoewel niet bijzonder zwaar, wel een beetje krakerig. Hildo gaat er niets aan doen, zo is dat nu eenmaal en het hoort bij het geweer. Iets om aan te wennen en zo heeft elk wapen een eigen karakter. Over het geheel genomen is Claudette erg leuk om mee te schieten en met de precisie lijkt niets mis.
Schoonmaken dan?
Erg gemakkelijk met een achterlader. Bij een Rolling Block kunt u de laadklep openzetten en bij een grendelgeweer verwijdert u eerst de grendel. Van achteren de loop in met een poetsstok. Eerst de kamer schoonmaken, die komt u het eerst tegen. Verder in de loop schuift het vuil mooi voor de poetsstok aan. Op die manier belandt er niets in het mechanisme en beschadigt u de loopmonding niet. Ook belangrijk... wapens met een gepitte loop zijn vrijwel niet schoon te krijgen. Hoewel Claudettes loop niet helemáál nieuw is, spiegelt de loop wel en met vier lapjes was ze zelfs alweer schoon! Een wezenlijk verschil met veel andere zwartkruitwapens waarbij bij het schoonmaken heel wat meer doekjes gebruikt moeten worden, zelfs bij nieuwe replica's. Kortom: Claudette is vlot en goed schoon te maken!
Verder met Bernadette!
Bernadette is het Franse van Chassepot naar Gras geconverteerde geweer, de Fusil Mle 1866-84 Chassepot-Gras. Zij zag het levenslicht in 1867 en is daarmee de oudste van 'De Drie Gezusters'. Nadat zus Claudette mee mocht naar de schietbaan kan nu Bernadette niet wachten tot het zover is, 'Je suis vraiment excitée'!, kraait Bernadette. Hildo moest het even googelen, zijn Frans is niet zo best, maar het is iets als 'daar heb ik heel veel zin in'. Dat een oude dame nog zó enthousiast kan zijn, da's toch mooi hè?
              ________________________________________________



3 april 2016. De Chassepot naar Gras conversie
Dit is wat ze gedaan hebben met Bernadette in, naar de stempels op de loop te oordelen, 1882. De oude Chassepot-kamer en een gedeelte van de loop is uitgedraaid om ruimte te maken voor een bus, met twee uitstekende 'oren' om verdraaien te voorkomen, die er ingezet is met een krimppassing. Deze nieuwe bus heeft inwendig de afmetingen van de Gras kamer, zodat de reguliere Gras patroon er in past. Natuurlijk is ook de grendel aangepast.
Helaas
Helaas is er, voor het plaatsen van die conversiebus, ook een gedeelte van de trekken en velden weggedraaid. Ongetwijfeld vanwege technische redenen want hierdoor heeft de kogel nu een langere vrije vlucht voordat ie in de trekken en velden terecht komt. Een lange vrije vlucht betekent over het algemeen een niet zo zuiver wapen, en dat wisten ze toen net zo goed als nu. In hoeverre er met Claudette nog iets te raken valt, zal de zeer nabije toekomst uitwijzen.


Full length sizer die
Hildo heeft het ding even uit elkaar gedraaid, want een full length sizer prikt ook gelijk het slaghoedje eruit. Dat is hier niet de bedoeling, want er zitten al nieuwe in. Zonder de binnenkant kunt u full length sizen zonder te decappen.


CH4D expander die, voor .443 inch?
Deze die geeft de hulsnek een tromp zodat de kogel geplaatst kan worden. Op de site van CH4D zag Hildo dat een 11x59R Gras die-set gemaakt is voor een 446 diameter kogel. Deze expander die is dat dus niet en de rest van de die-set waarschijnlijk ook niet, vandaar wat probleempjes met de krimp-die. Misschien een speciale bestelling geweest? In ieder geval geeft deze expander die niet voldoende tromp om de maar iets grotere 446-355 Rapine kogel te kunnen zetten. Niet getreurd, Hildo heeft nog z'n universele LEE expander-die en die doet ze bijna allemaal! Van .22 tot .45 ofzo. Echt een aanrader voor de herlader die soms iets buiten het reguliere gebeuren herlaadt en tegen dit soort dingen aanloopt.


Ze passen!
De eerste patroon even inelkaar drukken en dan passen in het geweer. Ook met de 446" diameter kogel glijden ze probleemloos de kamer van Claudette in. Van tevoren passen is belangrijk want het is uitermate vervelend om er pas op de schietbaan achter te komen dat een hele serie munitie niet goed is. De kogel zit wel erg strak in de hulsnek en het is duidelijk is te zien tot waar de kogel zit. Komt doordat dit een die-set is voor een .443" kogel, denkt Hildo.
60 grain kruit
Ditmaal zijn de patronen geladen met 60 grain Explossia 0, een vetpil en als vulmiddel '7 granenontbijt' van de Aldi, een soort Bambix.


6 april 2016. Precisie met Bernadette?
Geweer klaar, munitie klaar en een goed humeur meegenomen. Wat kan er nu nog missen? De kogel in de tien? Hildo gaat er goed voor staan, dan hoort hij opeens het lied 'Bernadette' van Gruppo Sportivo (van welke band hij zelfs de elpee 'Back to 78' heeft, met daarop dit nummer), maar hij laat zich niet afleiden door het deuntje in zijn hoofd... ontspanning, ademhaling, lucht uitblazen, vasthouden en langzaam de trekker naar achteren halen. Er kraakt niets, geen andere opmerkelijke zaken... Boem! Het schot valt onverwacht, geen laatste kraakje of ander te overwinnen drukpunt. Deze trekker loopt natuurlijk niet zo licht als een wedstrijdtrekker, maar wel erg soepel. Stukken beter dan bij Claudette, als Hildo de dames even mag vergelijken.
Pompstok
Pas na een stuk of wat schoten merkt Hildo dat de pompstok naar voren is gegleden. De poging om de pompstok vast te schroeven loopt op niets uit. Lijkt wel of er geen draad meer in het geweer zit om de pompstok vast te houden.
Grendel
Bij een grendelgeweer moet u grendelen en het is prettig als dat soepel verloopt. Dat lijkt in mindere mate het geval bij Bernadette. De grendel lijkt wat te 'kiepen' tijdens het naar voren en achteren schuiven en loopt dan vast. Even iets bewegen en u grendelt al weer verder. Sluiten doet zij wel stevig en vast, niet dat het onveilig zou zijn. Bij het openen van de grendel moet de patroontrekker de huls naar achteren trekken. Dat gebeurt ook, maar halverwege de grendelactie laat Bernadette de huls vallen. Alweer scoort Claudette daar meer punten. Wat Hildo betreft heeft Bernadette geen tien met een griffel-grendel.
Enne... een camouflage legerjas?
Camouflage hoort niet bij een sportschutter. Het kan zelfs ongewenst zijn. Bij sommige disciplines zoals IPSC is het niet alleen ongewenst, u mag zelfs niet meedoen met camouflagekleding. Sommige mensen zijn het niet eens met deze stelling eens, anderen wel. In principe vindt Hildo dat camouflage inderdaad een militaire uitstraling heeft voor het grote publiek en een sportschutter mag nooit verwisseld worden met een soldaat, een sportschutter heeft zijn wapens voor de sport en niets anders. Waarom Hildo dan zo'n jas draagt? Dit is Hildo's wandeljas, want hij wandelt elke dag minimaal vijf kilometer in elk jaargetijde, zowel bij mooi als bij slecht weer. Deze jas is wind- en waterdicht met een uitknoopbare isolerende voering, heeft vier mooie grote zakken ook nog en dat alles gloednieuw bij de legerdump voor maar 35 euro. Hildo zelf heeft helemaal niets met het leger of camouflage, maar gaat u maar eens kijken bij de ANWB naar een fatsoenlijke wandeljas, hij heeft het gedaan. Zo maar 100 euro méér en Hildo is rap de winkel weer uitgewandeld. Voor dat verschil neemt hij de camouflagekleuren op de kop toe. Wel even uitkijken dat ie niet overreden wordt tijdens de wandelingen, want de vermindere zichtbaarheid krijgt u er gratis bij. En zo zit het met Hildo´s camouflagejas.
























3 april 2016. Te kleine kamer
De patronen zijn verschoten in Claudette de Gras en ze passen niet in Bernadette de Chassepot-Gras. Het is duidelijk te zien dat de kamer van Bernadette iets kleiner is dan die van Claudette want de huls past niet in, zie de foto hierboven. Voordat de hulzen in Bernadette gaan passen zullen ze full-length gesized moeten worden, een bewerking die de hulzen terugbrengt naar de originele fabrieks (buiten)maat.
Chassepot-Gras kamers zijn kleiner dan Gras?
Op een Frans forum werd er gesproken over de kamerafmetingen van de originele Mle 1874 Gras en geconverteerde Mle 1866-74 Chassepot-Gras geweren. Naar het schijnt, en dat zou dan in ieder geval voor alle te Saint-Etienne gebouwde modellen gelden, hebben alle geconverteerde geweren kleinere kamers dan de Mle 1874 Gras geweren. Zowel Claudette als Bernadette komen beiden uit St. Etienne en bovenstaand verhaal klopt, in ieder geval voor deze geweren. Bij de andere fabrikanten zijn de maten weer net iets anders, blijkbaar.
Enne... Handschoenen?
Als u denkt 'Waarom heeft Hildo nu van die witte handschoenen aan'? Geen smetvrees hoor, gelukkig niet anders kon hij wel verhuizen. Deze handschoentjes zijn goedkoop en voorkomen dat hij met z'n vingers direct het metaal van het wapen aanraakt wat naderhand roest veroorzaakt. Op deze manier kan hij een wapen beetpakken zonder direct weer met een doekje olie er overheen te moeten.

 En... met witte handschoenen aan ziet hij er nog poep-sjiek uit ook!


Full length sizen
De bovenste ging goed, de onderste niet. Komt door ingesloten olijfolie, dat Hildo gebruikt om de hulzen te vetten. Hydraulische apparatuur is vreselijk sterk en dat komt ondermeer omdat olie een niet samendrukbare vloeistof is. Dus als u een huls sizet waar teveel olie op zit, krijgt u daardoor iets als op de onderste huls (zie afbeelding hierboven) want olie is niet samendrukbaar... maar de huls is dat wel. Hildo wist van dit effect en had al zeer weinig olie op de hulzen, maar toch gebeurde het nog een aantal keren. Lastig hoor. Een flessenhalshuls lijkt er gevoeliger voor dan een rechte. Wellicht logisch, want de nek is precies de plaats waar overtollige olie zich zal verzamelen. Te weinig olie en de huls blijft shocking klem vastzitten in de die. Heeft Hildo ook al een keer gehad en nóg een keer wil hij vermijden.
De laatste keer
Als het aan Hildo ligt is dit de laatste keer dat hij deze hulzen gesized heeft. Deze serie van 18 houdt hij apart voor de kleinere Bernadette-kamer en voor Claudette laat hij een een aantal ongesized en koopt hij er nog wel een set van 20 bij. Dan heeft hij voor Claudette zelfs genoeg voor twee series en voldoet voor beide wapens een simpele krimp. Het full-length sizen is echt een no-go, wat Hildo betreft, tenzij echt noodzakelijk. Bovendien is het vervormen van hulzen slecht voor de levensduur.


CH4D Gras Krimp-die
Krimpen en kogeldiepte zetten gebeurt in dezelfde die. Om de kogel op de goede diepte te kunnen zetten, moet de die wel erg diep in de pers gedraaid worden. Te diep en dat geeft onnodig veel krimp en de die raakt de kogel zelfs al. Waarschijnlijk omdat deze die-set voor een 443 kogeldiameter gemaakt is, en die van Hildo is 446" (11,33 mm). De kogelzetter zelf zit al zo diep mogelijk in de die. Om de krimp fatsoenlijk af te kunnen stellen en de kogel tóch diep genoeg te kunnen zetten, heeft Hildo - snelle oplossing - even wat papier in de kogelzetter geplakt met Bisonkit. Gaat al stukken beter. Later vult hij hem wel een keertje op met wat tweecomponentenlijm waar dan de, van tevoren ingevette, kogel ingedrukt wordt. De kogel mag natuurlijk niet vastplakken aan de lijm. En dan... wordt het een perfect passende kogelzetter!


3 april 2016. Klontjes kruit
Iets wazig, maar dit is de binnenzijde van de Lyman 55 Classic kruitmolen. Er is één patoon voor Bernadette waar wat weinig kruit in zat, er pastte opeens wat meer vulmiddel in. Een korte check van de kruitmolen laat zien dat het kruit niet op is, maar dat het iets klontert door vocht. Kruit is hygroscopisch en dat is in bepaalde omstandigheden best iets om rekening mee te houden, bijvoorbeeld door de kruitmolen te legen als het herladen klaar is. De Lyman kruitmolen houdt het vocht in ieder geval niet buiten, maar andere molens waarschijnlijk ook niet.

 

6 april 2016. Een sterrenbeeld

Hildo kijkt door de baankijker en ziet even geen gaten na de eerste twee schoten. Hij haalt daarom de kaart naar zich toe en, warempel, tóch nog twee helemaal onderin de kaart. De volgende schoten komen hoger uit en dan gebruikt Hildo de baankijker niet langer en concentreert hij zich op het schieten, want telkens door de kijker kijken geeft bij hem slechtere resultaten.

De score

54 punten. Hoewel dit de eerste keer is dat hij met Bernadette schiet, is dit toch wel erg weinig. Misschien had hij een bijzonder slechte dag, maar Hildo heeft het gevoel dat het anders zit.

De conversie-bus

De lange vrije vlucht van de kogel, veroorzaakt door de bus die er in gezet is om het wapen tot Gras patroon te converteren, kon hier wel eens debet aan zijn. Bovendien, als hij met de pompstok met een lapje door de loop gaat, voelt hij vanaf de kamer duidelijk dat het strak begint te gaan, dan komt hij in de trekken en velden terecht en het gaat opeens weer veel lichter. Het lapje terughalen wil niet, deze blijft achter de conversiebus hangen. Kortom: een lange vrije vlucht én de loop heeft een grotere diameter dan het laatste stuk van de conversiebus. Hildo speculeert dat de kogel daar een kleinere diameter krijgt alvorens in de loop terecht te komen en dat de kogel daardoor de trekken niet goed kan vullen. En, u ziet het al aankomen, daardoor schiet het voor geen meter. Dat de kogel nog uitzet (opstuikt) in de trekken door de druk achter de kogel, daar gelooft Hildo niet in.

De Franse slag

Wat er gedaan is tijdens de conversie weet Hildo wel ongeveer, maar waarom ze het zo gedaan hebben weet hij ook niet. Dat de conversie het geweer geschikt maakt voor de 11x59R Gras patroon is duidelijk, maar een vijand moet niet verder weg staan dan een meter of 50, misschien 100, anders speelt de gereduceerde trefkans best een rol. De precisie is destijds niet beter geweest dan dat het nu is. Wat Hildo betreft is Bernadette nooit echt geschikt geweest voor oorlogsdoeleinden, maar ook niet voor de schietsport. Toch vreemd dat er nog zoveel Chassepot-geweren door de Fransen zo slordig, met die Franse slag, zijn geconverteerd, terwijl de wél goed schietende Gras Mle 1874 er al was. Alleen voor achterhoedegebruik voor bewakingsdoeleinden of zo waar precisie niet veel uitmaakt. De kamer uitruimen zou de precisie vast ten goede komen, afgezien van mogelijke sterktevermindering van loop/kamer, wie zal het zeggen? Maar dit wapen is nu eenmaal zoals het is en daar hoeft meer dan een eeuw na dato niets aan verbetert te worden. Er is ook nog zoiets als cultureel erfgoed. Hoewel Bernadette niet bol staat van museale kwaliteiten, gaat er aan dit geweer, zolang Hildo het heeft, niets gebeuren. Met geen enkel antiek exemplaar dat hij heeft overigens.

Volgende keer?

Ja hoor. Nog éénmaal 13 patronen herladen en proberen of met Bernadette nog een iets hoger puntenaantal te behalen is om eventuele 'slechte dag' resultaten te kunnen uitsluiten.

Later... Juliette!

U zou haar bijna vergeten, Juliette, de derde van de Drie Gezusters, het Mle 1866 Chassepot naaldvuurgeweer. Daarvan verwacht Hildo wél weer veel. Alvast heel veel toestanden met herladen, want zo'n papierpatroon drukt u niet zomaar even in elkaar, maar ook een goede precisie want destijds was de Chassepot een geweer dat ontzag imboezemde. Zij was destijds de top-predator onder de militaire geweren, zowel wat power, precisie als long-range capaciteiten betrof. Maar voordat Juliette haar lood met vernietigende kracht richting de kaart spuwt... moet nog wel wat gebeuren. 'Geeft niets, want dat is iets om naar toe te leven', aldus Hildo die zich alvast héél erg zit te verheugen op wat nog komen gaat!























   
 
 Back