Hildo's Zwartkruit! (page 24)
Hildo... The long range rifleman!

 BACK 

 

Eleanor... Geen Gibbs maar een Rigby!

21 januari 2012. Hildo's Rigby... Eleanor!

Eleanor Rigby kent u van The Beatles. Omdat het wapen hierboven een Rigby is, leek het Hildo niet meer dan logisch om haar de naam Eleanor te geven. Natuurlijk is Eleanor geen èchte Rigby, die is te duur. De officiële naam is Intermarco Creedmoor Match. Dit is een verlofplichtige Rigby replica, met een iets kortere (32") en waarschijnlijk iets dunnere loop dan het origineel (die heeft een loop van 34" en 36"). De spoed is 1:24 en dat is snel, maar niet zo snel als de 1:18 van de Gibbs van Pedersoli waarmee 1000 yards kan worden geschoten. Door de wat tragere spoed is de 1000 yards te ver voor Eleanor. Volgens de Greenhillformule komt een .451 kogel van 485 grain, zoals de exemplaren uit een Hensel gietblok die bij Eleanor geleverd werden, aardig in de buurt van de perfecte lengte. Een fractie langer kan nog, maar niet veel. De standaard 530 tot 550 grains .451 kogel, die gebruikt wordt op de 1000 yards, is te lang en zou niet goed gestabiliseerd kunnen worden. In ieder geval, Eleanor zou tot goed mee moeten kunnen komen tot 500 yards, 450 meter... en wie zal het zeggen, misschien nog wel 600 meter ook. Met een te lichte kogel de 1000 yards overbruggen lukt natuurlijk wel, maar niet met de precisie die nodig is.

Eleanor is omstreeks 1984-1985 gemaakt door de Spaanse wapenfabrikant Intermarco. Dit matchgeweer is slechts een paar jaar in productie geweest: Intermarco, of Inter Marco, ging failliet en is intussen al een paar namen verder. Het werd Armas Aral en ging mogelijk uiteindelijk over naar het huidige Ardesa. Dit laatstste wordt wel her en der op het internet beweerd, maar na een rechtstreekse vraag van Hildo hierover aan de firma Ardesa, heeft Ardesa hem in een mail laten weten dat er geen connecties (hebben) bestaan tussen Ardesa en Intermarco of Armas Aral.

Creedmoor style oftewel... Long Range!

U wist het al langer: 'Die Gibbs komt er wel', beweerde Hildo ooit eens. Maar eerst... gaat hij voor de Rigby. De Gibbs is een voorlader waar door de firma Pedersoli een replica van wordt geproduceerd en ze zijn ruimschoots aanwezig. De Rigby is ook een lange-afstands voorlader waarmee destijds, rond 1860 tot 1875 op 800, 900, 1000, 1100 en mogellijk zelfs 1200 yards geschoten werd. Daarna kwamen de achterladers in zwang.
George Gibbs was een Engelsman en hij maakte de Gibbs wedstrijdgeweren. Daarnaast er was ook nog ene Joseph Withworth die geweren maakte met speciale hexagonale kogels. En er was nog een man genaamd John Rigby, een gerenommeerd wapenmaker uit Dublin, Ierland, die ook meedeed aan de productie van superwedstrijdwapens waarbij de hoogste mogelijk haalbare precisie voorop stond. Er waren nog meer fabrikanten, zoals Alexander Henry (die van de Henry Rifling), Thomas Turner, Charles Ingram en misschien nog wel meer, maar die laat Hildo gemakshalve even buiten beschouwing anders wordt het verhaal een beetje te lang.

Volkssport nummer één

U denkt bij volkssport natuurlijk aan voetballen, dat is al sinds jaar en dag nummer één. Maar vroeger, in de tijd dat deze wedstrijdwapens gemaakt werden, was het geweerschieten, natuurlijk niet persé het schieten over de zeer lange afstand, een tijdlang de meest populaire sport in zowel Ierland, Engeland als Schotland. Het verbaasde Hildo zelf ook, het is nu niet meer voor te stellen dat zoveel mensen voor de schietsport warmlopen. Even later, in 1874, brak voor de Verenigde Staten van Amerika de gouden periode van het langeafstandschieten aan, na de wedstrijd op Creedmoor, waarover later meer. Voor de gegoede burgerij, Heren van Stand die wel een paar guineas over hadden (Hildo las ergens 23 guineas voor een luxe Rigby and 17 voor een standaard modelletje), werden wapens gemaakt van hoge kwaliteit die met de grootst mogelijke precisie een projectiel konden afvuren over een afstand tot 1100 yards, iets van een kilometer. Da´s best interessant en wellicht verbazingwekkend voor diegenen die nog nooit van langeafstandschieten met zwartkruit gehoord hebben.

 

1) Creedmoor 1874. Het legendarische verhaal

Creedmoor was een schietbaan bij New York op Long Island. De staat New York kocht het land van een boer genaamd 'Creed' in 1872 om het open te stellen voor geweerschieten voor de NRA (National Rifle Association)  en de National Guard. In 1873 werden de eerste wedstrijden gehouden, maar het was nog niet overlopen met publiek en wedstrijdschutters. Het long range schieten stond in Amerika nog in de kinderschoenen. In Engeland was dat anders. Daar werd al lang long range geschoten en niet veel hadden ook maar een schijn van kans tegen de Britten.

 

Het winnende Schotse Team in 2011 van de Elcho Shield Contest

(Foto National Rifle Club of Schotland)

2) Elcho Shield

Ene Lord Elcho, een rijke Britse edele, had een groot gegraveerd ijzeren schild laten maken dat sinds 1862 dienst doet als wisseltrofee voor het best schietende team op Wimbledon-common, destijds een schietbaan vlakbij Londen. De teams, acht man per team, die meededen kwamen uit Engeland, Schotland, en vanaf 1865, ook Ierland. Ieder jaar werden de beste schutters geselecteerd om mee te doen in het team van hun land voor The Elcho Shield Contest. De eerste keer won Engeland, toen Schotland, daarna Engeland drie maal, toen weer Schotland, daarna Engeland twee maal en toen opeens, in 1873, won Ierland voor de eerste maal. De Ieren waren dus dat jaar voor het eerst kampioen, maar dat was niet genoeg. Ze stuurden een bericht naar Amerika en daagden de Verenigde Staten uit tot een schietwedstrijd. Als ze die wonnen, konden ze zich daadwerkelijk wereldkampioen noemen. De Amerikanen, die in 1873 voor het eerst op Creedmoor schoten, waren nog niet zo ver en schieten tegen het onoverwinnelijke Ierland, dat immers net de Engelsen verslagen had, zagen ze eigenlijk helemaal niet zitten. De Amerikaanse club die op Creedmoor schoot, The Amateur Club, was samengesteld uit enthousiaste schutters, maar schutters zonder long range wedstrijdervaring. Evengoed namen ze uiteindelijk de uitdaging aan. Niet om te winnen, maar om in ieder geval eervol ten onder te gaan. Een sportieve inslag mag de Amerikanen niet ontzegd worden. Pogingen om topschutters te krijgen voor de aanstaande wedstrijd mondden uit in een advertentiecampagne in de nationale dagbladen, waar gevraagd werd om ´renowned rifleman of the plains´ om deel te nemen aan het Amerikaanse team. Reacties van de 'legendarische topschutters' van de plains bleven uit en de leden van The Amateur Club moesten de deelnemers bij zichzelf zoeken. Uiteindelijk was het Amerikaanse team samengesteld, oefende het vlijtig, en de scores werden beter. In juli 1874 kwam het bericht dat Ierland in het jaarlijkse Elcho Shield Contest verslagen was door Schotland. Dat gaf de Amerikanen moed! Uiteindelijk was het zover... Het Ierse team arriveerde in Amerika voor de wedstrijd op Creedmoor. De Ieren werden rondgesleept in New York om alle leuke plaatsen te zien, en waarschijnlijk de nodige whisky's naar binnen te slubberen, maar intussen oefenden de leden van The Amateur Club gewoon door. Uiteindelijk was het zover dat de Ieren en Amerikanen naast elkaar stonden op Creedmoor en bij het oefenen viel het de Amerikanen op dat hun scores helemaal niet zo ver van die van de Ieren afzaten.

 

Een getekende weergave van de behaalde scores van Major Henry Fulton, de Amerikaanse schutter met de hoogste overall score van 171 punten van de te behalen 180 tijdens de Creedmoor wedstrijd op 28 september 1874.

 

3) Creedmoor... De wedstrijd

Dan begint de wedstrijd. Elk team bestaat uit 6 schutters en een captain. Elke schutter dient 15 schoten af te vuren op elke 800, 900 en 1000 yards afstand, dus 45 schoten in totaal. De deelnemers lagen er soms bijzonder bij omdat de regels verboden dat het geweer afgesteund werd op enig object. Vandaag de dag is dat anders. De Amerikanen schoten met moderne Sharps en Remington Rolling Block achterladers, de Ieren allemaal met een Rigby voorlader. Het was erg druk, wel achtduizend bezoekers, en het krioelde van de pers. De wedstrijd begon alle tekenen te vertonen van een epic battle. De 1100 yards werd op Creedmoor niet verschoten omdat de baan daar voor niet lang genoeg was. Jammer voor de Ieren, want die geloofden dat hun sterkste punt toch wel die afstand was.

De target

Het totale doel was zo groot als een groep mannen, 6 voet hoog en 12 voet breed. Het ´center´ was 6 bij 6 voet en de bull's eye in het midden van het ´center´ was een zwart vierkant van 3 bij 3 voet, een kleine vierkante meter. Dus ongeveer zo groot als twee naast elkaar zittende heren. De bull's eye leverde 4 punten op, het center 3 punten en beide zijden naast het center, het zogenaamde 'outer', was goed voor 2 punten.
Het begin van de wedstrijd, de 800 yards, liet de Amerikanen een voorsprong opbouwen. Maar op de 900 yards liepen de Ieren in en op de 1000 yards lagen zij uiteindelijk op kop. Vreselijk spannend allemaal, want Ierland lag tegen het eind van de wedstrijd met 931 punten slecht 1 punt voor op Amerika.

De laatste schutter van de Amerikanen, ene John Bodine, moest het beslissende schot afvuren. Het doel raken was al genoeg, maar missen en Amerika zou verliezen. Knal, bull's eye! Even later hoste de menigte Amerikanen met John Bodine op de schouders in het rond.

Schot op Amerikaanse target

Er mag worden opgemerkt dat één van de Ieren, J.K. Millner, tijdens de wedstrijd per ongeluk op het doel van een Amerikaan schoot, in plaats van op zijn eigen. Zijn bull's eye treffer werd als misser gezien en heeft de Ieren de overwinning gekost. Was hij niet zo slordig geweest... dan hadden de Ieren met hun Rigby voorladers gewonnen van de Amerikanen die met moderne achterlaad Sharps en Remington geweren uitgerust waren. Zo beroerd schiet een Rigby dus ècht niet!

 

De scores van de Creedmoor Match in 1874 (klik afbeelding groter)

Er is van deze wedstrijd erg veel bewaard gebleven, zo ook alle scores van alle deelnemers op elke verschoten afstand. Aardig om te zien is dat de teamscores van de Ieren op de verste afstanden, 900 en 1000 yards, beter waren dan die van de Amerikanen. Hildo blijft de extreme precisie waartoe deze wapens in staat waren, zeer bijzonder vinden.

Dit was het begin van de legende van Creedmoor, nu een schietbaan met een nu legendarische naam. Als er nu over een Creedmoor geweer gesproken wordt, weet iedere schutter over wat voor soort wapen het gaat. Long range, voorzien van een diopter... net als destijds.

De Creedmoor baan werd in 1892 al gesloten vanwege ondermeer... geluidsoverlast. Sommige dingen veranderen nooit. Heden ten dage huist er op het terrein van de baan een psychiatrische kliniek.

Informatie & afbeeldingen van The Rifleman's Journal

Het einde van de long range voorladers in 1896

Het lange-afstandsschieten nam een vogelvlucht begin jaren vijftig van de 19e eeuw, na de invoering van de minié-kogel, want pas na invoering van lange kogels werd het mogelijk om op langere afstanden te schieten. Begin jaren zestig kwamen er achterladers met papierpatronen en laat jaren zestig de eerste achterladers met gewone patronen. Rond 1877 waren de voorladers voorbij gestreefd door de achterladers. In 1896 werd het kaliber van de klasse 'any rifle', waarmee onder andere ook de creedmoors werden aangeduid, door de Engelse NRA verkleind tot .315". Iedereen weet dat dat een nitro kaliber is... en daarmee was het afgelopen met de zwartkruit wapens op de lange afstand.

Van Wimbledon naar Bisley Engeland... opnieuw long range zwartkruit!

Dat Engeland een lange traditie heeft van sportschieten weet u inmiddels. Maar waar gebeurde dat dan? Op Wimbledon-common, een gebied grenzend aan Londen. Maar de origine van het sportschieten had voor de Engelsen niets met sport te doen. In 1859 leek het de Engelsen, onder de dreiging van een Franse invasie, een strak plan om de NRA (National Rifle Association) op te richten. Deze organisatie zou een legertje van vrijwilligers (het corps volunteers) het precisie schieten bijbrengen om de Fransen, mocht het zo ver komen, aardig te kunnen raken. Om de moraal hoog te houden werd in 1860 voor het eerst een wedstrijd georganiseerd op de nieuwe schietbaan Wimbledon Common. De Franse invasie bleef uit, maar ook nadat de Franse dreiging op de achtergrond raakte ging het schieten door want, u weet het inmiddels, schieten is leuk! Vanaf dat moment is, op de beide wereldoorlogen na, elk jaar een competitie georganiseerd. Het schieten in Engeland was bijzonder populair, maar onder druk van het groeiende Londen moest worden omgezien naar een alternatieve locatie. Wimbledon Common doet vanaf dat moment dienst als recreatiegebied. De nieuwe schietbaan werd Bisley, op zo'n 50 kilometer afstand van Londen. Bisley is heden ten dage nog steeds in gebruik als schietbaan met vrijwel nog steeds een ongewijzigde baan layout sinds het begin in 1890. Er worden nog steeds grote wedstrijden georganiseerd en het is nog steeds mogelijk om er de 1000 yards met uw voorlader te schieten. Bisley is zelfs het grootste schietbanencomplex ter wereld en, bijzonder, alles is nog steeds in de stijl van toen het werd gebouwd want als er een volk aan traditie hangt dan zijn het de Engelsen wel. De meeste gebouwen stammen nog uit het eind van de 19e eeuw, of begin 20e. Na 1914 schijnt er weinig bijgebouwd te zijn en als dat al gebeurd is, dan in passende stijl. Een keertje op Bisley schieten? Dat lijkt Hildo wel wat, al is het alleen maar voor het historisch besef.

Long range voor Hildo in Denemarken?

In Denemarken is ergens een baan waar 400 en misschien wel tot 600 meter geschoten kan worden. Hij weet dat er in ieder geval éénmaal per jaar een soort Quigley-shoot gehouden wordt, waarbij op 400 meter, en misschien wel verder,  op metalen emmers geschoten wordt. Nu Hildo Eleanor heeft, is hij niet bang voor een paar meters meer. Sterker nog: het lijkt hem superleuk! Hij zal binnenkort eens verstaan naar de mogelijkheden om mee te doen.

 

21 januari 2012. De eerste schoten met Eleanor!

U ziet dat Hildo plotsklaps superserieus bezig is. Ziet u zijn nieuwe baankijker staan? Let op de messing droptube om het kruit mooi onder in de kamer te krijgen zodat er niet een gedeelte, zoals anders, aan de loopwand blijft plakken. Ook de kogels zijn mooi ingevet en optisch prima. Met gedeukte schiet hij natuurlijk niet. Na het kruit in de loop te hebben gegooid, wordt eerst een schijfje karton geplaatst op het kruit. Ook dat heeft hij nog nooit gedaan. Z'n vetpillen blijven achterwege, want die kunnen zomaar het resultaat beïnvloeden. De druk die Hildo uitoefent op het kartonnen schijfje probeert hij zoveel mogelijk constant te houden. De kogel wordt voorzichtig in de loop gebracht, alwaar hij langzaam naar beneden zakt, het gewicht van de pompstok erop, licht aandruwen om zeker te weten dat de kogel goed op het viltje zit en that's it! Gestamp met de pompstok blijft achterwege, voordat u het weet is het kruit vaster, of minder vast aangedrukt, of raakt de kogel zelfs vervormd. Je zult het maar hebben! Alles komt natuurlijk tot uiting in het resultaat. Nu alleen die oranje KNSA-stropdas nog om.. en even flink aanrukken dat ding!

 

Ready to fire!

Zie 'm staan met die 'Kijk mij nou, ik ga topscores schieten' gezichtsuitdrukking. Aan zelfoverschatting ontbreekt het Hildo niet. Hij is in ieder geval gelukkig, totdat ie de gaten in de kaart ziet natuurlijk...

 

Fire!

Eleanor doet haar best, en Hildo ook. Met een lading van 42 grain Zwitsers 2 in combinatie met de 485 grain zware kogel is prima te schieten. De ontsteking is lekker vlot zonder merkbare vertraging. Duidelijk voelbare terugslag, dat wel, maar niets extreems. 'De hele dagen zo door schieten, wil best wel!', aldus Hildo.

De diopter kantelt door de terugslag iets naar voren. Even terugklappen voor het volgende schot, anders ziet u niets.

Trekkerdruk

Die is miniem. U legt uw vinger tegen de trekker aan en het schot is weg voor u er erg in hebt. De trekker overhalen is niet nodig, er tegen aan komen lijkt al voldoende. Hildo meent dat het misschien wel mogelijk is om het schot af te doen gaan door tegen de trekker aan te blazen. Misschien moet u wel heel hard blazen, maar het blijft een feit dat de trekker erg licht gaat. Hildo vindt het perfect, zolang de hamer maar niet vanzelf valt.

 

25 januari 2012. Schietkaart Eleanor

De rode gaten zijn van de van 454 naar 452 teruggesizede 298 grain minié kogel uit een Lee gietblok. De 452 gesizede kogels passen mooi strak in de loop en zijn  gemakkelijk naar beneden te drukken, zonder stampen. De blauwe zijn de 451-485 grain kogels die bij het geweer geleverd werden uit het Hensel gietblok. De Hensel kogels gaan erg gemakkelijk in de loop, misschien iets te gemakkelijk, een fractie dikker zou geen bezwaar zijn.

Loop doorhalen

Wat het met die loop is weet Hildo niet, maar het geweer lijkt nauwelijks te vervuilen. Dat heeft hij nog nooit gehad. De trekken en velden zien er ook een beetje bijzonder uit, heel ondiep en niet scherp, net alsof ze versleten zijn. Zou de loop misschien een Metford rifling hebben? Dat is een trekken en velden-systeem dat door Metford ontwikkeld werd en door Gibbs midden jaren 60 van de 19e eeuw toegepast werd op zijn geweren in combinatie met een hardere loden kogel. Rigby begon in 1867 zijn lopen ook te voorzien van Metford trekken en velden, want het werkte blijkbaar beter dan de oudere methode met diepe en scherpe trekken. In de Metford-style trekken hoopt zich minder vuil op en blijft de precisie langer goed, begrijpt Hildo. In ieder geval hoeft Eleanor tijdens het schieten tussentijds niet doorgehaald worden. Niet met de minié, direct op het kruit, en niet met de Hensel kogel waar een ongevet schijfje van een bierviltje tussen de kogel en het kruit zit:  de kogel blijft bij beide kogel types gemakkelijk te laden.

Precisie minié vs Hensel kogel

De minié werd met dezelfde lading geschoten maar lijkt het, in ieder geval dáármee, duidelijk minder goed te doen. De tien en de negens schoot Hildo er eerst in, daarna begon hij minder te zwaaien en dat is het onderste groepje van zes kogels. 'Aha!, denkt Hildo, 'als dat groepje van zes nu in het midden had gezeten, dan was het een echt goede score geweest, vast boven de 90'. Nu zit hij, als hij de blauwe kogels natelt, op 83. Maar het begin is er en de vooruitzichten zijn veelbelovend.

 

27 januari 2012. De 452-535 Lyman past!

En niet zomaar een beetje! De Lee 452 sizer lijkt wel geschapen voor de loop van Eleanor. Past exact, de kogel blijft waarschijnlijk nog net een beetje op het vet hangen, maar is gemakkelijk verder naar binnen te schuiven.

Proefschieten met de 452-535?

Jazeker, daarvoor heeft Hildo ze. Hij is benieuwd of deze lange kogel nog gestabiliseerd kan worden, gewoon met dezelfde 42 grain Zwitsers. De spoed van Eleanors loop is minder snel dan bijvoorbeeld de Pedersoli Gibbs, die het wel van dit soort kogels moet hebben. Als het goed gaat met deze 535 grain joekels, dan moet een 500 grain kogel geen probleem zijn, die maar iets zwaarder is dan de wel goed schietende huidige 485 grain van Hensel. Gaat de 452-535 niet meer mooi door de kaart dan laat Hildo een gietblok op maat maken, een 452-485, misschien dat zo eentje perfect is.

 

1 februari 2011. Keyholes?

Hildo had een beetje verwacht dat de te zware kogels van 535 grain misschien wel dwars door de kaart zouden gaan. Dat gebeurt niet... of gaan ze tòch een fractie scheef door de kaart met alle kruitladingen? Het kan ook gezichtsbedrog zijn: er hangt een oude kaart achter de schietkaart en doordat de cameralens wat dicht op de kaart zit tijdens het fotograferen is de foto iets onder een hoek genomen. Langzaam vliegen lijken de kogels wel te doen, gezien de gerafelde gaten. Om de kogelsnelheid te meten, kan Hildo binnenkort zijn, nog nauwelijks gebruikte, Shooting Chrony chronograaf een keertje inzetten.

Flinke klappen?

Zelfs met de 535 kogels en de 70 grain Zwitsers 2 valt het nog mee. Het gaat wel hard, maar het is niet zo dat uw schouder bont en blauw kleurt of uit de kom gebeukt wordt. Veel meer kruit erachter ziet Hildo evengoed niet zitten, zeker niet als er een serie geschoten moet worden. Eleanor is en blijft een lichtgewicht met haar bijna 3,6 kilo.

De 100 meter

Binnenkort met dezelfde ladingen proefschieten op de 100 meter, dan is het verschil vast beter te zien tussen de verschillende kogels en de drie kruitladingen, meent Hildo. Wordt vervolgd!

 

25 februari 2012. Voorhout ondersteuning

De plaats van de ondersteuning is erg belangrijk. Hildo had dit al wel gelezen, maar had nog geen kennis gemaakt met dit fenomeen in de praktijk. De steun het dichtst bij de trekkerbeugel is waarschijnlijk het best omdat de loop dan vrij hangt: een belangrijk gegeven om het geweer goed te kunnen laten schieten. Eleanor ondersteunen aan de voorkant van het voorhout betekent de kaart volledig missen!

 

22 februari 2012. Opgelegd geschoten!

Het rode gat in de tien is het eerste schot, het onderste groepje is het èchte groepje. Hoe dan ook, deze kaart maakt aan alle twijfels een einde. Eleanor schiet prima, het is de schutter erachter die er niets van bakt. Ditmaal geschoten met de zware van 457 naar 452 teruggesizde 452-535 Lyman kogel met 44 grain Zwitsers 2 (FFFG) kruit erachter met een droog bierviltje tussen kruit en kogel. De ruimte die nu nog tussen de kogels zit kan voor het grootste gedeelte worden toegeschreven aan een fractie wiebelen tijdens het richten. Op de 50 meter is Eleanor minimaal in staat om allemaal tienen te schieten, meent Hildo, zelfs met deze zware long range kogel.

Minimale vervuiling

De loop doorhalen, zoals vorige week, heeft Hildo achterwege gelaten. Doorblazen heeft hij ook niet gedaan. Zwitsers schiet mooi schoon en van een verslechtering van het schotbeeld is geen sprake. Van de harde afzettingen, zoals hij bij zijn Walker revolver merkte tijdens het gebruik van Zwitsers II, is bij Eleanor niets te merken. Het inbrengen van het, strak passende, bierviltje schraapt de loop natuurlijk ook weer een beetje schoon na elk schot.

Thuis aangekomen blijkt de loop, na even wat met water gespoeld te hebben, na vijf doekjes al weer schoon. Dit is een gemakkelijk schoon te maken wapen! Nog even inoliën en klaar al weer.

 

Eleanor in de koffer

De vorige eigenaar, laten we hem André noemen, heeft Hildo niet alleen voorzien van een heel mooie Intermarco Creedmoor in koffer, zowaar met vrijwel alle attributen die destijds standaard bij het geweer geleverd werden. Op de kogel starter en de het schoorsteen sleuteltje na is het helemaal compleet, dus met originele pompstok en de originele, handmatig te bedienen, .451 kogel sizer.

Nog meer spul

Maar daar kwam Hildo de deur niet mee uit, want André meende dat Hildo tevens moest worden voorzien van een doosje van 100 Dynamit Nobel 1075 percussiekapjes, een doosje met patches voorzien van zwartkruit oplosmiddel, gewone schoonmaakpatches, een doosje ronde schijfjes die geslagen zijn uit dikke bierviltjes, voor gebruik achter de kogel. En dan nog een doos met 50 kruitbuisjes, alle gevuld met 42 grain Zwitsers 2 en een serie 485 grain kogels uit een Hensel gietblok. Heeft u wel eens een wapen gekocht waar u, verrassing!, zoveel bij kreeg? Hildo kan zó gaan schieten! Als u het nog niet wist: zwartkruitschutters zijn best aardige mensen hoor.

 

451 bullet sizer

Deze wilde Hildo u niet onthouden. Standaard geleverd bij Eleanor, af fabriek. Een handmatige bullet sizer, en het werkt perfect. Het linker gedeelte is de sizer. U stopt de, uiteraard ingevette, kogel erin en u plaatst het rechter gedeelte er bovenop. Met de duwstang duwt u de kogel door de sizer. Klaar. Vreselijk veel kracht heeft u er niet voor nodig.

Sizen is fout?

Tenminste: dat wordt hier en daar gezegd in de long range wereld. De concentriciteit van een kogel is erg belangrijk. Tijdens het sizen van een perfect gegoten kogel is het mogelijk dat het middelpunt niet meer in het middelpunt ligt. Uw kogels is dan uit balans! Met name op de zeer lange afstand kan dat u parten gaan spelen, want steeds sterker zwabberende kogels die steeds sterker afwijken wilt u niet. Met name vetpersen kunnen een kogel nadelig beïnvloeden. Sizers waar de kogel met de punt eerst door de sizer gaat, schijnen beter te zijn. Hildo denkt dat het uiteindelijk wel een beetje meevalt, zeker op de afstanden die hij schiet en als hij de kogel niet al teveel sizet. Maar een 458 terugsizen naar 451 bijvoorbeeld, zou best onregelmatigheden kunnen opleveren, vermoedt hij.

 

Het slot

Het is een percussie ontsteking, geschikt voor kleine percussiekapjes. RWS 1075 passen precies en Hildo schiet met deze kapjes op al zijn percussiewapens. Ze voldoen uitstekend, gevoelsmatig passen ze ook beter dan CCI #11, hoewel dat natuurlijk altijd afhankelijk is van een specifiek schoorsteentje.

Trekkerdruk

Superlaag, de trekker overhalen is niet aan de orde. U drukt zeer licht tegen de trekker en dat is voldoende. Dit is een wedstrijdwapen!

Kruitkamer

Het breechblok is voorzien van een kruitkamer. De kamer is iets kleiner in diameter dan de loop. Dat betekent dat er minimaal een bepaalde hoeveelheid kruit noodzakelijk is, anders krijgt u de kogel niet meer op het kruit. Iets wat noodzakelijk schijnt bij zwartkruit om de kans detonatie, en daarmee ongewenste piekdrukken, te voorkomen. Het schoonmaken is, vanwege de iets kleinere diameter van de  kruitkamer, lastig. De reguliere poetstok gaat prima door de loop, maar blijft op het randje van de kruitkamer zitten. Prikt u door de patch heen, dan schiet het opzetstuk waarmee u normaal uw loop doorhaalt, iets door tot in het begin van de kamer en zit het shockingklem in de kruitkamer. De schrik sloeg Hildo al om het hart toen hem dit overkwam. Roest grijpt razendsnel om zich heen in een schone natte, ongeoliede loop! Met een hamer, een tang en een ferme tik kon de pompstok snel verwijderd worden. Om de kamer zelf droog/schoon te maken moet u met een apart opzetstuk, een patchpuller of iets dergelijks, de loop in. Een patchpuller heeft een kleinere diameter en met daaraan een schoonmaaklapje lukt het. De zin van een kruitkamer blijft Hildo vooralsnog onduidelijk. Zouden er minder gassen  aan de zijkant bij de kogel langs kunnen vliegen?

 

De diopter

Zelfs een iets stoffige diopter is het meest verfijnde precisie richtinstrument dat er bestaat, zolang u kijkers met glazen lenzen, meestal met een vergrotingsfactor, buiten beschouwing laat. Het is voorzien van een schotel met een zeer klein gaatje, waar u doorheen kijkt. In het verlengde daarvan ziet u de korrel op de loop. U houdt de korrel exact in het midden van het gat van de diopter... knal, en u treft waar u richt. tenminste als de diopter goed is afgesteld en recht op het geweer zit. Het richtpunt is in ieder geval stukken duidelijker dan bij een traditioneel open vizier met keep-korrel.

Nadeel van de diopter

Het is uitstekend geschikt voor wedstrijden, maar minder voor gebruk in het veld. Een diopter is een kwetsbaar richtmiddel waar u voorzichtig mee dient om te gaan, u begrijpt wat er gebeurt als u met de diopter per ongeluk ergens tegen aan tikt. De diopter moet stevig zijn en spelingsvrij gemonteerd zitten aan het geweer, zodat het niet ontregeld raakt door het schieten. Omdat u door een klein gaatje kijkt wordt het beeld verscherpt, maar ook iets donkerder, net alsof u door een spleetje van uw oogleden kijkt. Een goede verlichting is dus belangrijk. Rondom het gaatje van de diopter heeft u een klein zichtbaar beeld, direct er omheen ziet u niets. Dat maakt oriëntatie, net als bij het gebruik van een sterk vergrotende verrekijker of sterrenkijker, lastiger. Kan een nadeel zijn tijdens oorlog of jacht waarbij overzicht belangrijk is. Diopters zult u derhalve primair tegenkomen op wedstrijdwapens.

De diopter van Eleanor

In verhouding tot de diopter van de Pedersoli Gibbs die naar alle kanten verstelbaar is, is dit een eenvoudige. Na het losdraaien van de schotel is het alleen van boven naar beneden te verstellen, in hoogte dus, net zoals de originele Rigby's.

 

Ringkorrel

Hildo heeft, behalve dit inzet stuk voor de 50 meter, ook nog een inzetstuk met een kleiner ringetje voor de 100 meter. Meer afstanden of andere soorten korrels zitten er niet bij. Het zijwaarts afstellen, de 'windage', doet u met de onderste knop aan de rechterzijde. Een nadeel met een achterlader, maar voor een voorlader maakt het niet uit. U moet toch na ieder schot bij de loopmonding om te laden, kunt u gelijk de korrel verstellen. 'Eenvoudig is beter, want wat er niet opzit, kan ook niet stuk. En dat is een waarheid als een koe', beweert Hildo

 

Diopter-afstelling

Deze tekening kreeg Hildo er bij, met de juiste diopter-instelling voor de 50 en 100 meter in combinatie met 42 grain Zwitsers 2 en de 485 grain Hensel kogel. Dat maakt het hele gebeuren een stuk inzichtelijker en deze combinatie schijnt uitstekend te schieten volgens de vorige eigenaar.

Langere afstanden instellen

De diopter moet bij langere afstanden omhoog, dat is duidelijk, maar hoeveel weet Hildo niet. Er is aan de zijkant van de diopter een schaalverdeling van 0 tot 15. Hier moet hij nog eens induiken, en natuurlijk zijn er ook wel zwartkruitschutters die het weten en hem kunnen uitleggen.

Kleinkaliber

Hildo vraagt zich af waarom er nog steeds mensen zijn die kleinkaliber schieten. Dit is zoveel interessanter! Toch?

 

Gibbs vs Rigby

Hier zit u een Pedersoli Gibbs (boven) en de Intermarco Rigby (onder). De verschillen in opbouw zijn minimaal. De kolf van de Intermarco lijkt iets lager te zitten, wat het beter bruikbaar maakt om staand mee te schieten. De Intermarco lijkt iets slanker, maar waar dat precies in zit weet Hildo niet. In ieder geval is de loop van de Gibbs duidelijk langer en dikker. Geen van beide zijn voorzien van trekkerversnellers, onnodig omdat het geen jachtwapens zijn. Bij beide is de trekkerdruk laag.

De loop, het gewicht en twee pakken suiker

Het grote verschil tussen de Pedersoli en de Intermarco zit 'm in de loop. De lengte van de Pedersoli Gibbs is 32 7/8 inch (83,5 cm) volgens Pedersoli. De looplengte van de Intermarco 83,1 (32,7 inch) met breechplug of zonder 80,9cm (31,85 inch. Vreemd, want de loop van de Pedersoli Gibbs is duidelijk veel langer, minstens 2 tot 3 inch, en is erg dik. Het wapen brengt 5,3 kilo op de schaal tegenover 3,6 kilo (3,554 kg exact) voor de Intermarco. Dat betekent dat er 1,7 kilo verschil in zit, bijna twee pakken suiker. Als u dus die twee pakken suiker halverwege de loop aan de Intermarco vastbindt, dan heeft u ongeveer het gewicht van de Gibbs, en dat is dan ook het probleem bij het Pedersoli product. Het wapen is erg (top)zwaar en die onzichtbare pakken suiker trekken aan de loop. Een serie van 13, vrijstaand geschoten, wil natuurlijk wel, maar de dertiende gaat vast lastiger dan de eerste. De Pedersoli is een wapen dat ondersteund geschoten dient te worden, net zoals het origineel. Bij de Intermarco ligt dat anders. Het is niet ècht een replica van het origineel, de loop is korter en waarschijnlijk minder dik dan het origineel. De spoed is minder snel, wat ook weer bewijst dat dit geweer nooit is gemaakt voor de 530-540 grain kogels die op de 1000 yards gebruikt worden. De Intermarco voelt aan als een licht geweer en dat is prettig schieten, hoewel het natuurlijk niet de stabiliteit heeft van de Pedersoli. Het is een trade-off. De Intermarco is primair gemaakt voor de kortere afstanden, zoals 50 en 100 meter staand en, u kunt er niet omheen, dat is toch waar u 99,9% van de tijd mee bezig bent.

Het maximale gewicht. Legaal?

Om in een long range wedstrijd mee te doen, 150 jaar geleden, mocht uw geweer niet meer wegen dan 10 Engelse ponden. Voor zover Hildo heeft kunnen nagaan, was een pond (lb.) destijds 0,45359265 kg, ongeveer 454 gram. Dat is vrijwel exact gelijk aan het huidige Engelse of Amerikaanse pond.

Maximaal 10 lb. is derhalve 4,5359265 kg. De Pedersoli Gibbs replica weegt 5,3 kilo (11.684 lb.) en heeft dus ruim 1 1/2 pond overgewicht. Het lijkt Hildo daarom onwaarschijnlijk dat de Pedersoli Gibbs een 1:1 kopie is van een originele Gibbs rond 1865. 'Jammer', meent Hildo, die liever ziet dat replica een èchte 1:1 getrouwe kopie is van het historische wapen, zonder aanpassingen en/of verbeteringen..

De huidige regels voor het long range schieten zijn aangepast en nu mag uw wapen 15 lb. wegen (6,8 kilo). Dat is vast gedaan om het schieten voor de schutters comfortabeler te maken dan het vroeger was, speculeert Hildo. Een 550 grain kogel met een lading van rond de 100 grain Zwitsers 3 (2FG) of Zwitsers 4 (1½ FG) erachter geeft meer dan een rustig duwtje.

De Intermarco Rigby weegt precies 3,554 kg en is daarmee lichter dan de destijds toegestane 4,536 kg. De Intermarco Rigby lijkt daarmee een lichtgewicht uitvoering van de originele Rigby's. Ook jammer, want als je dan toch een Rigby namaakt... Ook de minimale trekkerdruk was destijds 3 pond of 1350 gram en deze replica gaat veel lichter met 350/400 gram. Ongetwijfeld zijn er andere prioriteiten geweest die een rol speelden tijdens het ontwerp van dit geweer, net zoals bij de Pedersoli Gibbs. Uit puur historisch oogpunt blijft Hildo de ontwerpers van deze replica's twijfelachtige figuren vinden!

 

21 januari 2012. De Precisie

De precisie van Eleanor: tja, wat moet Hildo er over zeggen? Het fijnste, meest precieze zwartkruitgeweer waar hij ooit mee geschoten heeft? Zou zo maar kunnen, want gevoelsmatig is dit geweer in staat tot gat in gat. Direct al de eerste keer loopt Hildo tegen het gevoel aan dat het niet het geweer, maar zijn eigen schietkunde de sterk beperkende factor is. .

Richtpunt = Raakpunt

De drie schoten vlak onder de 10: bij alle drie voelde Hildo dat ie goed zat. De ringkorrel past ruim om het zwart van de kaart heen, u ziet nog iets wit aan alle kanten. Beter kan het niet. Bij de andere schoten was hij aan het zwaaien en ging het schot nèt op het verkeerde moment af. Waar hij op dat moment toevallig net naar toe zwaaide, daar heeft de kogel de kaart getroffen. Het groepje lijkt niets bijzonders, maar dat is maar schijn: het geweer raakt de kaart daar waar Hildo richt. Kortom: met Eleanor lijkt Hildo een hele goede in huis gehaald te hebben. Dat worden af en toe vast hoge ogen. Nu nog oefenen natuurlijk.

Twee andere schutters

De blauwe schutter schoot twee maal naast de kaart, hoe is het mogelijk, en daarna was het raak, bijna een 10. De groene schutter schoot éénmaal en raakte de 3.

Diopter afstellen?
Dit is het eerste wapen waarbij de richtmiddelen echt (goed) afstelbaar zijn. Het meeste spul dat Hildo heeft is niet af te stellen en dient hij op een bepaalde manier naast de roos te richten. Tot nu toe heeft Hildo bij Eleanor niets aangepast. Met deze kogels, kruitlading en de afstelling van de diopter is het precies perfect op de 50 meter. Op een andere afstand, ander kruit en/of kogels wordt het natuurlijk heel anders en wordt het schroeven aan de diopter. Ook over het afstellen van diopters zijn er nog verscheidene geheimen die doorgrond dienen te worden. Het leerproces is in volle gang!

 

27 januari 2012. Verschillende kogels

Van links naar rechts: Een  457-535 Lyman (Kogel no. 457132, bestel no.2640132) Postell stijl long range kogel, teruggesized naar 452-535. De tweede is de ongesizede 457-535 Lyman, de derde de 451-485 Hensel met maar liefst zes vetgroeven en helemaal rechts de van 454 teruggesizede 452-298 Lee minié.

Voor de 45-70

De lange Lyman kogels kreeg Hildo van Loden Cees, om te proberen, maar een 45-70 kogel is wel behoorlijk groot. De Lyman schommelt tussen de 457 en 458, maar een 45-voorlader zit rond de 451. Gelukkig heeft Hildo een 452 sizer die van Lee. De kogel ingevet en helemaal links ziet u het resultaat. De in éénmaal van 458 naar 452 teruggesizede kogel, en het valt nog best mee. De pers heeft het er helemaal niet moeilijk mee en ook optisch is er niet zoveel mis. Het is wel te zien dat het lood iets vervormd is bij de vetgroeven, maar daar valt niet aan te ontkomen. Zeker niet bij het sizen van een veel te grote kogel. Het lood moet natuurlijk wel ergens heen en dus worden de vetgroeven smaller.

 

1 februari 2011. De resultaten! Hensel 451-485 vs de teruggesizede Lyman 452-535.

Drie verschillende kruitladingen, 44, 60 en 70 grain Zwitsers 2 (FFFG). Met elke kruitlading is éénmaal  met beide kogels geschoten, zes schoten in totaal dus. Alle op dezelfde 50 meter afstand. Er is op het midden van de kaart gericht, op de tien. De diopter is niet bijgesteld. Het bijzondere is, en dat is iets wat Hildo niet verwacht had, dat het trefpunt niet merkbaar hoger of lager lijkt te liggen met de verschillende kruit ladingen en het lijkt ook niet uit te maken welke kogel gebruikt wordt. De precisie lijkt ook niets uit te maken, die blijft prima, in ieder geval voor zover Hildo het kan bepalen want er is vrijstaand geschoten.

 

19 februari 2012. Een paar series met Eleanor

1e rood = 13 schoten. 60 grain Wano FFG vuurwerk kruit + 451-485 Hensel + loop één keer doorhalen na elke drie schoten.

2e blauw = 3 schoten. 44 grain Zwitsers II (FFFG) + 451-485 Hensel kogel.

3e groen = 10 schoten 44 grain Zwitsers II (FFFG) + 452-535 Lyman kogel.

Resultaat

Verwarrend, op z'n minst.

Rood: Nieuw Wano vuurwerkkruit, 25 euro per kilo is niet duur, in een FFG granulatie, tezamen met de 451-485 Hensel kogel. Hildo haalt na elke drie schoten een lapje met kruitoplossend middel door de loop, want een schone loop is een precieze loop. Doorhalen heeft hij tot nu toe nog nooit gedaan. Dat zijn dus twee nieuwe dingen in één maal. Als een iets ervaren schutter één ding weet, is het wel dat het niet goed is om twee nieuwe dingen tegelijk te proberen. Dan is nooit duidelijk waar de resultaten heeft veroorzaakt, logisch natuurlijk. Het resultaat lijkt niet overweldigend. Lijkt het zo, of is er inderdaad meer een hoogte dan een zijdelingse spreiding?

Blauw: De 44 grain Zwitsers verbrandt toch veel sneller dan het Wano, maar dat is te verwachten. Zwitsers is sterker en is FFFG, dus kleinere granulatie. Na drie schoten zijn de 451-485 Hensel kogels op. Vervelend, altijd goed opletten wat u inpakt voor een schietavondje. Thuis liggen er nog meer, maar die wetenschap is van nul en generlei waarde op de schietbaan. Het lijkt aardig redelijk, jammer dat er niet meer van die kogels zijn.

Groen: De 452-535 Lyman kogel in combinatie met 60 grain Wano FFG. Ook al tamelijk veel hoogte spreiding, maar zijdelings is ook niet erg strak. De 452-535 kogels heeft Hildo gekregen en er zitten af en toe wel wat gaten in de bodem. Niet helemáál lekker gegaan tijdens het gieten, maar daar ligt het vast niet aan. Binnenkort mag Hildo de tang lenen en gaat hij zelf een serie Lyman 535 grain kogels gieten, want hij heeft nog veel meer te proberen.

Opgelegd schieten

Volgende keer opgelegd schieten. Dat moet een duidelijker beeld geven van waar het probleem precies zit... bij Hildo of ergens anders.

 

25 februari 2012. The Back Position

Tijdens de long range wedstrijden in de 19e eeuw, op afstanden tot 1200 yards, was opgelegd schieten met hulpmiddelen niet geoorloofd. Het eigen lichaam mocht wel ter ondersteuning dienen, vandaar deze vreemd uitziende schietpositie. Met de loop ondersteund door één been of tussen beide benen, door ze te kruisen, is de meest stabiele manier om te richten. Er zijn ook nu nog steeds schutters die zo schieten, heeft Hildo gezien op moderne foto's van de baan in Bisley.

Ongelukkig liggen

Comfortabel is deze positie allerminst. De schutter krijgt snel last van overspannen nekspieren. Dat een geweer niet ontworpen is om op deze manier gebruikt te worden, wordt al gauw duidelijk als u er zo bij ligt. Niets ´past´ meer. Tevens is de bediening van de trekker lastig. Om de terugslag van het geweer op te vangen wordt een hand achter de kolf gehouden.

Nog even niet schieten

Deze positie moet nog nader bestudeerd alvorens Hildo er alleen maar over zal gaan denken om de trekker van Eleanor daadwerkelijk in de ´back position´ over te gaan halen. Terugslag is best aanwezig en een timmerende kolf tegen het jukbeen, een uit de kom getrokken trekkervinger of een verrekte schouder zijn geen zaken waarop Hildo zit, of ligt, te wachten. Bij een verandering in de aangeleerde schietprocedure liggen fouten op de loer en die mogen niet gemaakt worden. Hildo is bijzonder voorzichtig, het is waarschijnlijk zijn beste eigenschap op schietsport gebied.

 

25 februari 2012. Eleanor op de 100 meter opgelegd

Verrassende maar ook onbegrijpelijk resultaten tijdens de 100 meter opgelegd schieten. Waar het in het kort op neer komt, is dat de 452-535 grain Lyman kogel ronde gaten maakt en de tuimelende 451-485 Hensel sleutelgaten schiet!

Iets wat Hildo helemaal niet verwacht had, langere kogels zijn immers moeilijker te stabiliseren. Misschien heeft het er mee te maken dat de Lyman kogel .452" is en de Hensel een iets kleinere diameter heeft van .451".

Giettang van 452

Binnenkort gaat Hildo een giettang bestellen. Gezien de bovenstaande resultaten gaat hij toch voor een 452 tang en zeker niet voor een 451. Misschien is het beste een 453 terug te sizen naar 452. Dan zijn de kogels in ieder geval altijd identiek in diameter terwijl de mogelijke afwijking door het terugsizen minimaal is.

Diopter

Bij deze afstand heeft Hildo de diopter met behulp van een digitale schuifmaat wat verder naar boven afgesteld om de langere afstand te overbruggen. Hij heeft dit gedaan volgens de tekening die hij bij de aanschaf van het geweer heeft  gekregen. De 100-meter ringkorrel, met een kleiner gaatje, wordt ook geïnstalleerd. De afstelling lijkt aardig goed, want het eerste schot is de rode 9. Dat de gaten wat ver uit elkaar liggen, heeft waarschijnlijk te maken met Hildo's ogen want die 100 meter is best ver. Als u jong bent heeft u, gemiddeld gezien, best een voordeel ten opzichte van de wat oudere garde.

 

7 maart 2012. Schietkaart Eleanor

De 451-485 Hensel kogels lijken vandaag de neiging tot tuimelen te vertonen, net zoals op 25 februari, op de 100 meter baan. De score is ook niet je van het. Hildo heeft even een dipje met Eleanor. Hildo begint te twijfelen over de kogelmaat 451. 452 past er ook in, dat is duidelijk geworden door de naar 452 teruggesizede 457-535 kogels uit de Lyman gietmal. Er moet meer geëxperimenteerd worden met verschillende kruitsoorten, kogelmaten en laadprocedures. Alles moet ook consequent worden genoteerd. Maar op dit moment gaat het geweer even aan de kant: Straks er weer mee verder om alles uit Eleanor te halen wat er voor Hildo uit te halen is.

 

 

 

 

 

 

 

17 maart 2012. Zwartkruitwedstrijd SV de Vrijheid Hoogeveen

De eerste zwartkruitwedstrijd van SV de Vrijheid in 2012 en er reizen weer verscheidene inmiddels oude bekenden naar de Achteromsedijk in Hoogeveen. Hildo zorgt er als hulpje baancommandant weer mede voor dat 's middags alles vlotjes verloopt op de 50 meter baan. Veel foto's maken is er bij in geschoten, maar er zijn belangrijker dingen in het leven van een schutter dan foto's maken. Schieten, eten, drinken en sterke verhalen vertellen. Met de sfeer en gezelligheid zit het deze dag weer helemaal goed.

 

Digitale score invoer

Ook zwartkruitschutters zijn mensen die met hun tijd meegaan. Blijven hangen en mijmeren hoe leuk aan aardig dat paard was, heeft weinig zin. Een auto of motor is stukken praktischer en ook het digitaal invoeren van de scores heeft voordelen... zolang de computer niet op tilt slaat, want dan omarmt u weer uw kaartenbak.

 

Achter de schermen

Tellen en controle. Belangrijk bij elke wedstrijd. Winnen of verliezen is geen halszaak, maar een goede telling is buitengewoon belangrijk. Achteraan ziet u de baancommandant staan, en met hem valt niet te spotten. Hij sleept u aan uw oren van de baan af als u niet luistert, tenminste dat heeft Hildo gehoord. Hildo kan prima overweg met deze man, hij doet hem aan zijn moeder denken, die heeft Hildo ook wel eens bij zijn oren gehad. 'Haast niets meer van te zien, hoor...'

 

Vleesprijzen!

Er zijn verder geen miquelet schutters. Met slechts één deelnemer is het niet zo moeilijk om de eerste prijs in de wacht te slepen, maar dat is niet leuk. Hildo doet daarom mee in de voorlaadgeweer klasse. Dertien kogels op 50 meter op een reguliere pistoolkaart met Lucy, de Brown Bess. Het totaal van 36 punten is goed voor de allerlaatste plaats en daarmee voor een vleesprijs.

Eerlijk zullen we alles delen

De onderste worst is nogal gekruid, dus die is voor Hildo. Het bovenste vlees is voor Hildo´s kat. Zonde? Echt niet! Hildo is er een voorstander van dat een vleeseter echt vlees krijgt. Die vleesbrokjes in blik... heeft u die wel eens geproefd? Hildo wel en hij kan u vertellen dat het wel lekker ruikt, toegevoegde geurstoffen om de mens te bedotten, maar dat het tamelijk muf smaakt. Echt rauw vlees is ècht véél lekkerder, en dat is te merken aan het enthousiasme van zijn kat! Dit vlees wordt in ieder geval opgedeeld in porties van 100 gram en ingevroren... Bijtie gaat voorlopig goede tijden tegemoet, net als Hildo.

                 _________________________________________

 

 

Roelof en Roelof

Deze mannen staan garant voor de innerlijke mens. Eten en de gezelligheid van goed gezelschap: is er iets beters? Af en toe een schot lossen is óók niet verkeerd.

 

Inschrijvingen

Het is niet buitengewoon druk, maar er zijn voldoende mensen aanwezig om het evenement het predicaat 'geslaagd' te mogen opplakken. De schietbanen zijn bezet, maar niet continu. Dit betekent dat iedereen gemakkelijk een tweede of derde schietbeurt kan maken. Of nog vaker, mocht hij of zij daar zin in hebben. Zeg nou zelf, dat is stukken beter dan dat u welhaast moet vechten om een schietbeurt te bemachtigen.

 

Knallen

De wapens op scherp, de handen trillingvrij, beide benen stevig op de grond, en met de blik van een adelaar, al dan niet met behulp van richtmiddelen, gaan de schutters de strijd met elkaar aan. Zelfs als u niet tot de topschutters behoort, en Hildo is er eentje van, blijven dit soort evenement iets waar u zich op verheugen kunt.

 

Andere André... zijn moed verzameld?

Ook weer aanwezig, dit keer samen met vriendin. 'Zeg Hildo, ik wil binnenkort nog wel een keertje een wedstrijdje Brown Bess tegen je schieten'. Bij de vorige krachtmeting schoot Hildo, tot groot plezier van hemzelf, Andere André het hemd van het lijf. Ook als u het niet meer weet, het staat Hildo in zijn geheugen gegrift... en bij Andere André ook. Nu lijkt Andere André zijn moed bijeen gesprokkeld te hebben om nogmaals een poging te wagen. 'Ha, ha', lacht Hildo, 'Persé nog een keer verliezen?' De uitdaging is aangenomen en binnenkort zult ook u zien of Andere André, de veel betere schutter, ditmaal wèl een kans maakt tegen Hildo met de aan alle kanten vuur uitbrakende Lastige Lucy in handen. Enne, even onder ons, voor het zover is moet Hildo nog wel even flink oefenen. De truc is dat Andere André geen oefenmusket tot zijn beschikking heeft. Dat is een groot voordeel voor Hildo want daarmee stijgen zijn kansen om nogmaals te winnen aanmerkelijk.

               _________________________________________

 

21 maart 2012. Schietkaart Jerommeke

Het is volgens Hildo al weer jaren geleden dat hij met Jerommeke geschoten heeft. Het wapen stamt nog uit de tijd dat hij geen verlof had. De Colt Walker is momenteel zeer weigerachtig, waarschijnlijk wederom een gebroken hoofdveer. Daarom Jerommeke maar weer eens uit de kluis gehaald. Jerommeke schiet minder zuiver dan de Walker, maar zo slecht als het vandaag ging, ligt alleen aan Hildo. De trekkerdruk ligt hoger dan bij de Walker en ook dat verhoogt het resultaat niet. ´Geeft niets hoor, het ging mooi en da´s belangrijk!´

 

25 maart 2012. Hensel gietblok in 453-500 voor Eleanor

The cream of the crop, top of the bill. In ieder geval was 115 euro wel topdollar (euro), zonder handvatten. Gelukkig passen op deze tang de handgrepen van Lyman. Ondanks deze investering in topresultaten voor Eleanor, valt het blok zelf een beetje tegen want het sluit niet goed. De rechter paspen, vanaf de kogelpunt gezien, valt niet lekker in het gat van het tegenoverliggende gedeelte en het blok is niet goed te sluiten. Beetje balen is het wel, met name als u verwacht een stukje Deutsche Meisterschaft aangeschaft te hebben en voor die prijs mag dat toch?

453-500, beetje groot?

Eleanor is officieel kaliber 451, maar 452 kogels passen er in. Dus een 453 gietblok omdat de kogels dan minimaal teruggesized kunnen worden naar 452 en ze dan in principe allemaal perfect gelijk zouden moeten zijn in diameter.

De eerste kogels

Tijdens het gebruik begint het blok, ondanks hopen tegen beter weten in, niet beter te sluiten Het tegenovergestelde zelfs. Het probleem wordt erger. Van een niet goed sluitend gietblok kunt u geen topkogels verwachten. Het lood is deze dag misschien ook iets te koud. En als u uw tang boven op uw smeltoven hebt liggen om hem een beetje voor te verwarmen, verwacht u ook niet dat ie in de pot valt. Het zit niet mee! Het lukt Hildo niet alle lood uit de vetgroeven te krijgen. Zelfs niet met een messing borstel. Eerst maar eens wat loodoplossend spul aanschaffen om het gietblok weer goed schoon te kunnen krijgen. Hij is er wel in geslaagd een aantal kogels te gieten waar hij alvast wat mee kan proberen.

Over een sluitende oplossing voor 'het niet sluitende probleem' denkt hij nog even na. Misschien is het het best het gietblok terug te sturen. Zelf proberen is een te groot risico, in ieder geval als u zo handig bent als Hildo.

 

8 april 2012. Walker hoofdveer in stukken

Wat Hildo al vermoedde, blijkt te kloppen: De hoofdveer van de Walker blijkt gebroken. Nieuwe hoofdveer opgehaald en even monteren. Niet zo moeilijk, tenzij het een verkeerd type betreft. De bolling richting de grip blijkt veel boller te zijn. De veer is daardoor niet passend te krijgen. Jammer. Eerst een andere hebben, dus... Wordt vervolgd!

 

15 april 2012. Foute hoofdveer Walker op maat buigen

Hildo heeft een nieuwe, goed passende, hoofdveer gehaald. Op dat moment besluit hij de niet passende te houden, want een zwartkruitschutter moet minimaal wat kunnen gunsmithen om met opgeheven hoofd als echte zwartkruitschutter door het leven te kunnen gaan.

Op maat buigen

Om de te bolle hoofdveer wat vlakker te krijgen, moet er gebogen worden. Even in het vuur, rood gloeiend stoken en snel buigen. Dit gaat prima!

 

Hoofdveer gunsmithing resultaten

1) Nieuwe Walker hoofdveer. Montage is relatief gemakkelijk en de revolver doet het weer.

2) Nieuwe (foute) hoofdveer die gehard is. Het harden ging boven verwachting goed, zelfs zo goed dat ie tijdens de montage 'peng!' zei. Met de hoofveer in twee stukken is operatie hoofdveer aanpassen mislukt. De veer is precies daar geknapt waar Hildo aan het harden is geweest. Weer iets ontharden zou beter geweest zijn, maar achteraf kijkt u de aap in de kont en Hildo staat er een beetje beteuterd bij te kijken.

3) Oude Walker hoofdveer. Ter leering ende vermaeck: Dit is de plaats waar ze telkens breken.

 

25 april 2012. Schietkaart Walker... Zwitsers vs Explosia

Dit maal twee volledige series geschoten, eentje met goedkope Explosia en de blauwe met het dure Zwitsers. Het Zwitsers komt bij Hildo niet uit de verf, da's duidelijk. Misschien dat u er voordeel van hebt, maar bij Hildo's schutterskwaliteiten is het niet merkbaar en derhalve is de investering in superkruit weggegooid geld als het om de punten gaat. Het knalt wel harder, dat wel!

Vastlopen

Ook deze avond gebeurt weer hetzelfde, de revolver loopt vast en is niet meer te spannen. Inspectie op de baan leert Hildo dat de hamer blijft haken aan het frame en daardoor niet meer te spannen is. Met zijn zakmes schraapt hij wat metaal van de haan af en de schietserie kan vervolgd worden. Later thuis nog maar een keer naar kijken.

 

4 mei 2012. Zoekrandje aan de Colt Walker

Geen halve oplossingen dus om het probleem voor nu en altijd, of in ieder geval voor een hele lange periode, op te lossen pakt Hildo er een vijl bij. Een zoekrandje aan de hamer zelf en er kan ècht helemaal niets meer mis. Missie geslaagd en er kunnen weer jarenlang probleemloos rookwolken geproduceerd worden, of in ieder geval tot de hoofdveer weer breekt. Het blijft Hildo verbazen hoe zacht het staal is waarvan deze revolver gemaakt is.

 

 

 

 

 

21 maart 2012. Vetpillen drama

U weet dat Hildo zijn voorlaadrevolvers altijd met vetpillen onder de kogel schiet. Hij maakt die vetpillen door een mengsel van vet en bijenwas in de loop van de revolver te gieten. Vervolgens wordt dan de vetstaaf in nette plakjes gesneden. Voor hij gaat schieten, vult Hildo elke kamer op dezelfde wijze: eerst kruit, dan een plakje vet en vervolgens de kogel er bovenop. Niettegenstaande het feit dat sommige schutters menen dat dit geen goed systeem is, zweert Hildo erbij.

Vetbrokken

Als hij geen mooie vetpillen meer op voorraad heeft, grijpt Hildo naar een noodoplossing, brokjes vet onder de kogel. Omdat de brokken niet consistent zijn in maat, zal een brokje de ene keer wat dieper en de ander keer wat minder diep in het kruit gedrukt worden. Het smeltende vet houdt het kruitresidu in de loop nog steeds zacht, maar wellicht wordt het schotbeeld toch iets beïnvloedt. Binnenkort gaat Hildo weer aan de gang met de productie van een nieuwe serie èchte vetpillen, met topscores in het verschiet!

 

4 april 2012. Schietkaart Jerommeke

Beter dan de vorige keer? Nauwelijks. Dit maal 60 punten. Eén kogel heeft zelfs de kaart gemist, en dat is toch vrij ernstig. Dat Jerommeke nog nooit op hetzelfde niveau heeft vertoefd als de Walker, wist Hildo al. En dit is nogmaals het bewijs dat deze revolver niet buitengewoon schiet. Uit ervaring, die heeft Hildo inmiddels een beetje, denkt hij dat de kamer te klein is in verhouding tot de loop. Dan schiet een revolver onzuiver en dat kon best wel eens het geval zijn met Jerommeke.

 

11 april 2012. Schietkaart Jerommeke met... Zwitsers 2!

Hildo telt 75 punten. Ook als u niet telt maar gewoon naar het groepje kijkt, ziet u al wel dat het resultaat beter is dan met het zwakkere Explosia FFFG kruit. Dat verschil is er met zijn Colt Walker niet, dat wapen is wèl goed. Het is hetzelfde effect dat Hildo ook al had met zijn Colt 1851, die een te ruime loop had. Een flinke lading zwitsers er achter en het gaat beter. Waarschijnlijk omdat de kogel, die van zacht lood gemaakt is, zich toch iets meer vervormt en zich beter in de trekken zet. 'Goeie kans dat de loop van de Dragoon iets aan de grote kant is', meent Hildo.

 

Hoofdveer Walker harden

Net als voor het buigen, wederom de hoofdveer roodgloeiend maken. Nadat ie goed op temperatuur is de veer in het wachtende water gooien. Is ie weer lekker hard, want doorbuigen in de revolver is niet de bedoeling.

 

18 april 2012. Schietkaart Walker... Zwitsers vs Explosia

Na met de Dragoon geschoten te hebben is het nu tijd voor de, met een nieuwe hoofdveer uitgeruste, Walker. Hildo heeft twee ladingen klaar gemaakt. Dertien stuks met 55 grain Explosia 0 (FFFG) en dertien stuks met 55 grain met het veel sterkere Zwitsers 2 (FFFG). Hiermee kunnen twee complete series verschoten worden voor een mooi vergelijk ten opzichte van de Dragoon.

Kleiner groepje

Dat Hildo in staat is tot een kleiner groepje met de Walker, ziet u gelijk. Het is gewoon het betere wapen. Het verschil van het goedkope Explosia ten opzichte van het twee keer zo dure Zwitsers komt in de resultaten niet echt naar voren. Dat was bij de Dragoon wel zo.

Haperen.

Na dertien schoten met Zwitsers is het de tijd voor dertien schoten met Explosia. Helaas blijft het bij één trommel Explosia want na zes schoten loopt de Walker vast, schocking klem. Verder schieten zit er niet meer in.

Loshalen

Op de baan begint Hildo niet aan de Walker te sleutelen, want hij heeft het gereedschap niet bij zich.Maar eenmaal thuis moet de Walker er nog dezelfde avond aan geloven. Na het wapen uitelkaar geschroefd te hebben, blijkt er geen duidelijk oorzaak voor het probleem te zijn. Er zijn geen percussiekapjes die ergens tussen zijn gekomen. Het handje dat aan de haan vast zit, is moeilijk uit het frame te halen. Vreemd. Uiteindelijk lukt het en na montage van het complete wapen werkt alles weer als vanouds. Wat het probleem precies veroorzaakt heeft? Hildo moet u het antwoord schuldig blijven.

 

25 april 2012. Het weigerprobleem bij de Walker

Vroeg u het zich ook al, net zoals Hildo, af waar het vastlopen van de Walker nu eigenlijk aan lag? Hildo's huiskabouter wil wel even op de haan zitten zodat Hildo de foto nemen kan. Toch nog een beetje wazig, maar u ziet een kleine slijtplek aan de haan waar hij het frame raakt, en dat is de probleem zone.

Opstaand randje

Tijdens het schieten valt de haan precies in de sleuf die daarvoor in de revolver zit. Tenminste, zo zou het moeten. Het is evenwel mogelijk dat de haan het frame een beetje raakt, u ziet een kleine slijplek op de hamer. Dat veroorzaakt aan de haan een opstaand randje dat er weer voor zorgt dat de haan onbeweeglijk op zijn laagste punt blijft zitten. Het haakt achter het frame. Zie de foto hierboven en u ziet waar Hildo dit maal een beetje metaal met zijn mes weggeschraapt heeft. Daarna was de revolver al weer gangbaar.

De revolvercollectie van Frits!

5 mei 2012. Op bezoek bij Frits!

Frits woont in één van de grote steden van ons land. De randstad is druk, druk, druk. Voor een rasechte Groninger althans. Waarom Hildo dan niet met de trein gaat? De laatste keer kreeg hij een bekeuring van de conducteur omdat hij bij een treinkaartjemachine op Schiphol, de menselijke lokettist bestaat daar niet meer, bij het kaartkeuzemenu op de knop 'wilt u korting?' gedrukt had. Iedereen wil korting, toch? Dat die keuzeknop alleen geldig is voor bepaalde mensen, jaarkaarthouders, studenten of zo, begreep Hildo pas veel later. Daarom tuft Hildo deze koele Bevrijdingsdag met zijn Mercedes, na uiteraard de Nederlandse vlag aan zijn huis te hebben gehangen, naar Frits in het Verre Westen. Frits heeft geen probleem met treinen, en ook niet met drukte of files. Maar goed, Hildo begint af te dwalen want dit verhaal gaat niet over treinen of files.

Uitnodiging

De naam Frits is een alias, dat begrijpt u, want niemand is gebaat bij ongewenst bezoek en een verzamelaar al helemaal niet. Een uitnodiging om de revolver collectie van Frits te komen bekijken is dus niet zomaar een uitnodiging, maar veel meer dan dat. Hildo ziet het niet alleen als een grote blijk van vertrouwen, maar ook als een grote eer die zeker niet iedereen te beurt valt. Hij weet het in ieder geval zéér op waarde te schatten.

Eduard de Beaumont

Frits verzamelt revolvers, vrijgestelde en verlofplichtige. Hij mag verlofplichtige wapens verzamelen omdat hij lid is van Edouard de Beaumont, de Nederlandse Vereniging ter Bevordering en Instandhouding van Wapenverzamelingen. Het is een vereniging van verzamelaars die cultuurhistorisch erfgoed beheren en proberen kennis niet verloren te laten gaan. Alles is ongesubsidieerd en dient volledig met eigen middelen bekostigd te worden. 'Even lid worden' zit er niet in, want voordat u in aanmerking komt voor het lidmaatschap van Edouard de Beaumont (EdB) kunt u een uitermate strenge selectieprocedure verwachten. De richting van uw verzameling dient een bijdrage te leveren aan de kennis omtrent de betreffende wapensystemen voor de Nederlandse Staat. Alleen verzamelen is onvoldoende, er wordt ook van leden verwacht dat zij publiceren en lezingen geven. Er is regelmatig contact tussen EdB-leden onderling maar ook met bijvoorbeeld politie of andere overheden, want als die bepaalde informatie over vuurwapens nodig hebben... dan zijn de leden van EdB degenen die de betreffende kennis kunnen leveren. Een goede betrouwbare bron van correcte informatie is uitermate belangrijk om juiste regelgeving te kunnen ontwikkelen, zonder kennis van zaken kunnen ministers hun werk niet naar behoren doen. U begrijpt: een vereniging als EdB is van groot belang voor het Nederland van nu en voor het cultuurhistorisch erfgoed van morgen.

Revolververzameling

Frits' verzamelgebied beperkt zich welhaast volledig tot revolvers. Het verzamelen gebeurt met een passie die een niet-sportschutter haast als 'obsessief' zou kunnen bestempelen. Van antiek tot modern, het fascineert hem zonder uitzondering.

Deze man heeft een parate kennis die u doet duizelen, opgedaan door er jarenlang veel met andere geïnteresseerden over te praten, maar ook door de vele gespecialiseerde boeken die hij heeft. Frits is een buitengewoon enthousiast verteller en trekt er de hele middag voor uit om Hildo zijn gehele wapencollectie te laten zien. Alles met een volledige uitleg van werking en een stukje historie van het betreffende wapen. Van bekend tot 'nog nooit van gehoord', alles komt voorbij in deze, uiteindelijk zeven uur durende, revolversessie waarbij de meest bijzondere technieken aan Hildo's oog voorbij trekken. Frits heeft er geen probleem mee, dus Hildo zou Hildo niet zijn als hij niet een paar bijzondere exemplaren uit de collectie van Frits met u zou delen.

Grotere foto's?

Standaard zijn de foto's op Hildo's website 500 pixels breed. Als u op de revolvers van Frits klikt ziet u het plaatje openen in een nieuw venster, met de afbeelding 1000 pixels groot, voor het kwadraat in detail!

 

Smith & Wesson No. 3 (Schofield)

Dit is een originele Schofield, u zou het zo niet zeggen. Ergens tijdens zijn leven is het wapen voorzien is van bewerkte ivoren grepen, de originelen waren van hout. Tevens is de revolver ooit, door een vakman, herblauwd en zijn diverse delen bontgehard. De Schofield is een topbreak revolver, voor het eerst op de markt in 1869 als S&W no. 3. Het model werd verbeterd en in 1875 was er ene Majoor Schofield die zich ermee bemoeid heeft, vandaar de naam Schofield. Smith and Wesson produceerde in 1857 als eerste achterlaadrevolvers waarbij de patronen van de achterzijde geladen konden worden in een volledig doorboorde trommel, net zoals moderne revolvers die hebben. Het volledig doorboorde trommel-idee is bedacht door Rollin White en hij verkreeg een patent voor het idee op 3 april 1855. Op 17 november 1856 ondertekende hij een contract met Smith & Wesson dat zij het patent mochten gebruiken. Voor elke door Smith & Wesson geproduceerde revolver zou Rollin 25 cent krijgen, een behoorlijk bedrag in die tijd. De afspraak was dat Rollin White zelf de wapenfabrikanten voor het gerecht zou slepen bij inbraken op zijn patent. Het Rollin White patent eindigde in 1869. Wat Hildo vreemd vindt, is dat Smith & Wesson nooit gebruik van het patent heeft gemaakt om een groot kaliber revolver te ontwikkelen, het bleef bij kleine en vestzak revolvers tot de introductie van de S&W .44 no. 3 in 1869. Beetje een gemiste kans. Naar het schijnt is S&W bezig geweest met het ontwikkelen van een grootkaliber revolver, voorzien van het tip-up systeem, waarbij de loop dus omhoog scharniert en het scharnier aan de bovenzijde zat, en dat systeem was te zwak.

Cavalerie-revolver

De Schofield is ontworpen als cavalerie-revolver om, al paardrijdend, zo snel mogelijk te kunnen laden. Het topbreak systeem betekent dat de gehele loop, inclusief trommel, naar voren gekanteld kan worden. Op dat moment springen de zes lege hulzen automatisch naar buiten door een hulzentrekker die verrekte veel lijkt op dat van moderne revolvers. De hele achterkant van de trommel ligt dan vrij, alweer net zoals bij moderne revolvers, die voorzien zijn van een naar buiten zwenkende trommel. Het naar buiten zwenken is een systeem dat pas veel later gerealiseerd is. Ook speedloaders waren er pas veel later. Wel was er een, niet officieel, systeem met een buismagazijn waar telkens zes patronen in de trommel geschoven konden worden, een patent van Wheeler & White uit 1878. Hildo denkt dat de topbreak destijds een zeer vooruitstrevend systeem was, op de sluiting na. Ondanks verbeteringen blijft het zwakker dan revolvers die voorzien zijn van een laadklep. Het top break systeem is nog jarenlang gebruikt, onder andere door Webley, maar het is niet geschikt voor zware munitie. Er komt dan ruimte op de sluitknip en steunnokken. Goede reden om ze niet meer te maken in moderne kalibers. Hoeft ook niet meer, want de top break heeft niets meer voor op de moderne uitzwenkbare trommel.

In het Amerikaanse, maar ook in het Russische leger!

De Smith & Wesson is gebruikt in het Amerikaanse leger, maar ook de tsaar van Rusland zag er duidelijk brood in en heeft uiteindelijk meer dan 40.000 exemplaren besteld! Het eerste model 3 had een kaliber 44 met een outside lubricated bullet, maar de Russen wilden een inside lubricated bullet in .44. Dat werd aldus de 44 Russian, de stamvader van de moderne .44 Special en .44 Magnum.

De .45 Schofield, ook bekend als de S&W .44, was een patroon die tegelijk met de .45 Colt op de markt was. De .45 Colt was iets langer dan de .45 Schofield. De .45 Schofield paste derhalve wel in de 45 Colt revolver maar de .45 Colt patroon niet in de 45 Schofield. De .45 Colt patroon krijgt vaak de incorrecte benaming 45LC (Long Colt). De .45 Colt patroon is langer dan de .45 Schofield... vandaar.

 

Thomas revolver uit 1870

Deze Britse Thomas is voorzien van een dubbel action systeem, is vijfschots en het kaliber is .38. De patentdatum is 1869, het patent behelsde een revolver met een 'automatic extraction' systeem. Dat slaat op de manier waarop de revolver ontladen wordt. De loop wordt gedraaid en naar voren getrokken, de trommel gaat mee naar voren en de hulsrand blijft vastzitten aan de extractor. Door de ruimte die achter de trommel ontstaat, kunnen de lege hulzen eruit geschud worden. Eventueel nog geladen patronen blijven hangen omdat de kogel nog in de kamer steekt. Leuk bedacht, maar zoals bij zo veel systemen, sloeg ook dit niet echt aan. Smith & Wesson bijvoorbeeld, kwam in 1869 uit met een nieuwe top-break, de Schofield, en dat systeem is gewoon praktischer.

 

Marechal. De 'veldwachter revolver'

Deze revolver die bekend staat als 'De Veldwachter revolver' werd niet alleen door de politie gebruikt, maar was ook bij andere overheidsinstanties, als douane en belastingdienst, in gebruik. Deze Belgische double action revolver is in gebruik geweest van omstreeks 1888 tot ongeveer 1925. Het is voorzien van een trommel die vijf stuks 9.4mm centraalvuur patronen kan bevatten in van 1 tot 5 genummerde kamers. De eerste kamer werd geladen met een losse flodder, gemerkt met 'L.P.' voor 'Losse Patroon'. Wilde de landloper, dronkenlap of een anderszins fout type niet luisteren dan volgden kamer 2 en 3 met een schot hagel. Lapte de boef nog steeds de woorden van de veldwachter aan zijn laars, dan werd het écht serieus en konden kamer 4 en 5 worden afgevuurd, voorzien van een kogel. Bijzonder of wat?

Veiligheidshaak

U ziet aan de linkerkant van de revolver een haak zitten. Een simpel veiligheids mechanisme. Staat ie op veilig, dan kan de trommel niet geroteerd worden.

 

Slocom Slidepatent

Om het Rollin White patent van Smith & Wesson te omzeilen, volledig doorboorde trommels mochten niet, werden alle registers opengetrokken om te komen tot een praktische revolver die tóch kon worden voorzien van een moderne 'alles-in-één' patroon. Dat heeft een serie bijzondere revolvers opgeleverd waarvan dit er eentje is. Bij dit systeem schuift niet de patroon van achteren in de kamer, en ook niet van voren, maar wordt de gehele kamer naar voren weggeschoven. De patroon wordt er in gelegd en de kamer weer gesloten. Ingewikkeld, omslachtig en veel losse delen maar het beste systeem, van achteren laden in volledig doorboorde trommels, was off-limits door het Rollin White patent... en dan verzint u wat.

Beheerder

Het bezoek aan Frits is zonder meer zéér memorabel geweest. Zelfs voor een liefhebber van voorladers was deze patroonwapen sessie wel degelijk de moeite waard. Hildo knijpt in ieder geval zijn handjes dicht, want hij weet dat alleen 'de uitverkorenen' deze eer te beurt valt. Frits is een echte verzamelaar en hoewel de man ook sportschutter is, zullen veel van zijn wapens de schietbaan nooit zien. Eigenlijk zijn deze wapens helemaal niet van hem, hij is slechts de tijdelijke beheerder, net zoals de volgende generaties van verzamelaars dat zullen zijn.

                     _________________________________________

 

De Lemat

Voor Hildo het topstuk uit de collectie, maar Frits ziet dit anders: het is gewoon een Italiaanse Pietta replica. De originele Lemat is een percussierevolver die in gebruik was tijdens de burgeroorlog aan de kant van de Zuidelijken. Replica of niet, het is de eerste keer dat Hildo een Lemat (replica) in het echt ziet. Het origineel is zeker verzamelwaardig, maar inmiddels dusdanig duur dat het voor gewone stervelingen niet meer te betalen is. Een paar jaar geleden zag Hildo een nette aangeboden voor 25.000,- US Dollars, en goedkoper worden ze niet. De originelen schijnen in een oplage van 3000 tot 5000 stuks gemaakt te zijn. Waarom het zo'n bijzonder wapen is? De trommel bevat 9 stuks .41 kamers (.44 in de replica omdat die kogels gemakkelijker te krijgen zijn) en de trommelas is een 16 gauge voorlaad hagelloop (20 gauge in de replica).

 

Lemat kwaliteit?

De kwaliteit van het originele wapen, en met name dat van het laadsysteem, is nogal krakkemikkig en de replica is niet beter. Meneer Lemat was duidelijk niet helemaal bij de les toen hij dit systeem ontwierp. De laadhevel is hol, de laadstok voor de hagelloop zit er binnenin, en heeft de neiging om te verbuigen onder de druk van het inpersen van de kogel. Hildo meent dat het jammer is dat Pietta het originele kaliber van de trommel en de shotgunloop heeft aangepast aan de moderne wensen. Een replica moet een replica zijn, dus een 1:1 kopie van het origineel, inclusief alle ontwerpfouten en/of onhebbelijkheden, zolang het de veiligheid van de schutter niet in gevaar brengt. Goed staal is belangrijk, maar van sommige revolvers zijn er zelfs replica's in RVS, dat vindt Hildo (een) doodzonde. Evengoed, als hij ooit eentje tegenkomt en zijn beurs het toelaat, want een nieuwe gaat griezelig ver richting de 1000 euro, ziet Hildo een replica Lemat zeker wel zitten. Het handvat vertoont nog sterke overeenkomsten met dat van voorlaadpistolen. Het is een kwestie van smaak, maar Hildo vindt het een mooie forse klassiek gelijnde revolver met een buitengewoon bijzonder ontwerp. Dat het met de kwaliteit wat minder gesteld is... dat was nu eenmaal zo.

Crisis in antieke wapens?

Nu we het toch over antieke wapens hebben... 'Naar het schijnt', zegt Hildo, 'zijn bepaalde luxe artikelen, geholpen door de huidige economische crisis en de slechte vooruitzichten, momenteel nogal in prijs geduikeld'. Een houten kajuitzeiljacht, dat is hem laatst verteld, die een paar geleden nog voor 26.000 euro over de toonbank ging, mag nu al voor 16.000 euro op de trailer. Dat lijkt met antieke wapens niet zo te werken, van een prijsdaling heeft Hildo in ieder geval nog niets gezien.

 

Mateba MTR-8

In de afdeling bijzondere revolvers vindt Hildo dit zeker passen. Het lijkt op een pistool dat uitgevoerd is met de trommel van een revolver. Let wel: Dit is niet een product uit de aanlooptijd naar het pistool, maar een modern wapen. Waarom een fabrikant zoiets zou maken? Voordelen ziet Hildo even niet. Wel nadelen, zoals een lang wapen met een loopje van een snubnose revolver. Bovendien maakt de ver naar voren geplaatste trommel het wapen natuurlijk erg zwaar aan de voorkant. Ach, niet alles hoeft praktisch te zijn. Deze Mateba is net zo Italiaans als Ferrari, en een Ferrari is voor boodschappen doen bij de Aldi ook niet handig. Maar daar gaat het bij een Ferrari ook niet om, nietwaar?

 

Mateba model 6 Unica in 357 Magnum. De Autorevolver!

Deze van Mateba is geproduceerd van 1997-2005 en ook al eentje in de categorie 'bijzonder'.De loop zit aan de onderkant van de trommel, om opslag tegen te gaan. Natuurlijk is het een revolver maar het schiet als een pistool, als halfautomaat. Na een schot roteert de trommel automatisch en de haan spant zichzelf. Het kaliber is 357 Magnum. Om een wat rustiger patroon te verschieten, zoals de 38 special, dient u een zwakkere veer te monteren zodat het wapen nog wel blijft roteren en zichzelf spannen. In de praktijk heeft het wapen dan de neiging om te gaan haperen, het doet het alleen echt goed met de 357 Magnum. Een nieuw ontwikkeld systeem? Welnee, kijk maar eens hieronder naar de Webley Fosbery!

 

Webley Fosbery .455 automatische revolver

Destijds leverbaar in kaliber 455 Webley als zesschots en als .38 ACP als achtschots. U zou het zo niet zeggen, maar dit Britse stukje techniek is een high tech semi-automaat! De revolver is gebouwd is van 1901 tot 1918. Volgens Frits mogelijk het mooiste stuk uit zijn collectie, in ieder geval een stuk waarvan hij erg blij is dat hij het aan zijn verzameling heeft kunnen toevoegen. Het systeem om de trommel te roteren zit op de buitenkant van de trommel, u ziet de groeven lopen. Tijdens het schot beweegt de volledige bovenkant (loop, trommel en haan constructie) naar achteren. Het heeft wel wat van het naar achteren bewegen van de slede van een pistool. Om te ontladen wordt de loop naar voren gekanteld en een automatische hulzentrekker, een extractorster, gooit de hulzen naar buiten, net zoals bij een Schofield. Erg populair bleek de revolver uiteindelijk niet en in de praktijk van het leger wat te gevoelig voor vuil als zand e.d., maar Hildo denkt dat met name de concurrentie met de destijds opkomende moderne pistolen dit wapen de das heeft omgedaan.

 

Prodeaux speedloader

Alweer iets wat u niet op iedere straathoek tegenkomt. Een speedloader uit 1919, want ook bijna 100 jaar geleden hadden mensen wel eens haast. Deze is ontworpen om te functioneren in revolvers als de hier boven afgebeelde Fosbery, maar ook in de Webley MK VI.

 

Colt automatic .32 model 1903

1903 is niet alleen een belangrijk jaar voor Colt, het is tevens het jaar waarin Harley-Davidson werd opgericht en ze met hun eerste motorfiets kwamen. Wat design betreft, is deze Colt Pocket Hammerless stukken moderner dan die eerste ouwe 1 cilinder pruttel Harley waar u de leeftijd wel degelijk aan af ziet. Daarom wilde Hildo u dit wapen even laten zien: Uit 1903, maar het ziet er nog steeds uit als een pistool dat u nu nieuw in de winkel koopt. De ontwikkeling van het beroemde model 1911, dat iedereen wel kent, zou nog enkele jaren op zich laten wachten. 'Calibre 32 Rimless Smokeless', staat er op de zijkant van de loop. Vooral dat 'smokeless' was destijds, in den beginne, vast een belangrijk verkoopargument in de nog optrekkende rookwolken van het zwartkruit tijdperk. Er passen acht patronen in het magazijn en als u het wapen ziet dan kunt u, zelfs als leek, niet anders denken dat het zeer succesvol geweest moet zijn. Alles klopt eraan. Ze waren ook gemakkelijk te dragen, want lomp of zwaar is het wapen niet. En inderdaad: Van dit model zijn er, in verschillende 32 ACP-, en vanaf 1908 38 ACP-varianten, meer dan een half miljoen gebouwd van 1903 tot 1945.

                     _________________________________________

 

 

 

 

9 mei 2012. Schietkaart Lucy

De Dag des Oordeels nadert... Hildo heeft het over het westernweekend in Hoogeveen. Daar wordt miquelet geschoten, dus 50 meter met een gladloops vuursteen musket op een grote miqueletkaart.

Het duel met Andere André

U kent Andere André inmiddels, die super vervelende schutter omdat ie telkens beter schiet dan Hildo... behalve met de musket natuurlijk omdat André daar niet zo geoefend in is. Nu heeft Hildo al een poosje geen musket meer geschoten, dus hoog tijd om de techniek even bij te schaven om Amdere André, wederom(!), in het zand te doen bijten.

De oefenresultaten

'Oei, dat ziet er niet best uit', aldus Hildo. Te lang al niet meer met Lucy geschoten waarschijnlijk.

 

 

 

12 mei 2012. Schietkaart Lucy

Nogmaals met Lucy. 'Oefening baart kunst', weet Hildo. Het is haast knap hoe Hildo rond het zwart van de kaart weet te schieten. Hij heeft maar één keer het zwart geraakt. Het begint er langzamrhand aardig rampzalig uit te zien. Zo gaat ie natuurlijk nooit winnen van Andere André!

 

16 mei 2012. Schietkaart Lucy

De laatste oefenkaart voordat de Kreukranch een feit is. Weer een sterrenbeeld. Twee kogels hebben de kaart zelfs volledig gemist. Hoe het kan? Hildo begrijpt er inmiddels helemaal niets meer van. De resultaten lijken steeds slechter te worden!

En wat nou?... Méér kruit!!

Eerder schoot Hildo beter en toen gebruikte hij 100 volumegrains kruit, wat iets van 118 gewichtsgrains bleek te zijn. De resultaten met Lucy waren destijds beter. Hildo besluit om tijdens de Kreukranch weer met de 118 grain lading te gaan schieten. Misschien dat de kogel dan iets beter opgestuikt wordt en strakker door de loop gaat. Met een beetje geluk is de precisie dan weer terug. Eén ding is duidelijk: Hildo moet supercool blijven en niet bewegen nadat hij de trekker heeft overgehaald. Hij haalt daarvoor de mantra van zijn, in 1982 gevolgde, cursus transcendente meditatie maar weer eens uit de kast.

 

17-20 mei 2012. Westernweekend De Kreukranch (Brummen)

De Kreukranch

SV de Graafschap organiseert altijd rond Hemelvaart hun westernweekend. Dit weekend zijn we inmiddels toe aan de 35e editie van de Kreukranch. Met die ervaring zal het u niet verbazen dat dit westernweekend altijd weer bijzonder goed uit de verf komt. Ook dit jaar is daarop geen uitzondering. Volgens Hildo hebben ze in Brummen zelfs controle over het weer: Een beetje regen, maar vooral wat later in het weekend lijkt het wel zomer!

 

Duel

Een vast onderdeel van de Kreukranch is het duel. Wel even de vingers in de oortjes als de heren hun wapen trekken, want het knalt hard zonder oordoppen. Hard genoeg om een klein meisje, voorzien van een paar fikse oordoppen, spontaan in een huilbui te laten uitbarsten. Dat soort schrikreacties bij kinderen heeft Hildo vaker gezien, het moet even wennen natuurlijk. Kim, lid van SV De Musketiers uit Zwolle, zit deze dag met haar dochtertje op de veranda op het moment dat daar vlakbij duel wordt geschoten. Het kleine ding van een jaar of drie is echter niet onder de indruk. Als mamma haar waarschuwt, doet ze vrolijk de handjes op de oortjes. 'Boem!!' weet ze te vertellen. Ze wil Hildo zelfs een kus op zijn wang geven, ondanks de baard die best griezelig is voor veel kinderen. Dapper meisje hoor!

 

Koken

Aangeboden bij één van de kraampjes. De eerste keer dat Hildo dit ziet op een westernweekend. Best mogelijk dat het er eerder geweest is, maar dan heeft hij gewoon niet goed opgelet. Een Dutch Oven lijkt Hildo wel wat. Dat is een grote gietijzeren pan waar onder u kolen legt. Om ook nog om wat hitte van boven te krijgen, kunt u ook kolen op het deksel leggen. U schijnt er van alles op een historisch verantwoorde manier in klaar te kunnen maken, tot aan brood bakken toe. Komt nog wel een keer, later als de portemonnee weer wat dikker is.

 

Lucht

Voor de geïnteresseerden is het zelfs de mogelijk om met lucht te schieten op 12 meter. Zeker niet gemakkelijk, maar de, o zo interessante, Grote Boem ontbreekt wel.

 

Hildo vs Erik

U ziet de kaarten van Hildo en Erik hierboven. Dit is wat Hildo er van bakt tegen een goede miqueletschutter want, het mag gezegd, Erik schiet donders goed!

Erwin Dahlkamp... 87 punten!

De naam zegt u misschien niets, maar Hildo wel! Erwin schiet met een Brown Bess voor de Nederlandse selectie en is dit weekend aanwezig in Brummen. Hildo is vergeten een foto van hem te maken, zzzzeker de zenuwen. In ieder geval: Erwin schiet, met schietbril, zomaar 87 punten bij elkaar! Het Nederlands record, 92 punten, staat sinds 2009 tevens op zijn naam. Met de 87 punten weet hij in Brummen de eerste plaats bij de miqueletschutters op zijn naam te schrijven.

Erik

Na Erwin komen Hildo en Erik aan de bak. Hildo blijft steken op 54 punten, maar Erik knalt er een verrassend hoge 85 punten bij elkaar, ondanks dat ie al een hele tijd niet meer geschoten heeft. Knap hoor!

 

Nighttime

Alvorens naar de saloon te vertrekken, eerst even de verlichting regelen. Staat gezellig en de twee stormlantaarns die Hildo bezit doen het uitstekend als lichtbaken om de tent terug te vinden. Een tijdje terug bij de Hema aangeschaft voor 7 euro per stuk. Met een inhoud van een halve liter olie branden ze gemakkelijk de hele nacht door en het probleem dat sommige olielampen hebben, lekkende reservoirs, hebben deze niet.

 

Feestavond

De band 'Goldrush' weet hoe het de nummers ten gehore moet brengen en krijgt bij verscheidene aanwezigen de voetjes van de vloer. Deze muziek is best te verteren. Een nadeel van live bands is wel dat ze altijd wel een beetje luid zijn. Gesprekken voeren wordt daardoor bemoeilijkt. Mogelijk dat het niet zachter kan door technische oorzaken?

 

Stalen André

Deze, in het halfdonker gehulde, man is een belangrijke drijfveer binnen de Nederlandse zwartkruit wereld. Hij verdient de kost met zijn bedrijf G.M.I. Epe B.V. , een bedrijf dat halffabrikaten aflevert aan het bedrijfsleven. Wanneer u een bedrijf zoekt met de nodige ervaring in werkzaamheden aan staal, zoals stanswerk, lassen, dieptrekken en dergelijke, dan moet u bij Stalen André zijn. André is ooit begonnen als kleinkaliberschutter en heeft dat jarenlang volgehouden, maar nadat de eerste zwartkruitwolken aan zijn neus voorbij getrokken waren is het kleinkaliber geweer ingeruild voor zwartkruit! Hij is zeer actief in de zwartkruitwereld en is geregeld degene die er voor zorgt dat er dingen gebeuren en georganiseerd worden. Hildo heeft nog nooit een zwartkruitdag of -weekend bezocht of Stalen André was aanwezig!

André en de Brown Bess!

André is een bovengemiddeld goede schutter die regelmatig erg kleine groepjes bij elkaar weet te knallen met het geweer, en hij doet dat stukken beter dan Hildo. Maar binnenkort wil Hildo tòch de degens wel eens met hem kruisen. Om een kans te hebben moet Hildo natuurlijk wel de de goede omstandigheden voor zichzelf creëren... Hildo stelt daarom voor het eens met zijn Brown Bess te proberen. Zeer ervaren geweerschutters hebben over het algemeen toch wat problemen met dit lastige wapen. André heeft in de loop der jaren ècht met van alles geschoten, maar nog nooit met vuursteen. Hij heeft er dus wel oren naar. Hoe dat afloopt? Dàt ziet u in het verslag van het westernweekend te Hoogeveen, over twee weken.

                       ___________________________________

 

 

Ontspanning

Aan het eind van het veld worden de auto's geparkeerd. Helemáál aan het eind van het veld zet Hildo zijn tent op. Hildo weet rust, overpeinzingen, luisteren naar vogels en staren naar een mooi landschap wel te waarderen. Ook dáár is een westerweekend voor. En wil hij wat actie en gezelligheid, dan zijn de schietbaan, saloon en andere tenten niet ver weg! Veel leuker dan thuis zitten en over het weiland koekeloeren hoor!

 

Trike

Deze trike is van Peter. Mooi ding hoor en natuurlijk super relaxed over de weg met een lekkere rugsteun. Dat zit bij Hildo's Harley even heel anders. Het aantal motorrijders onder zwartkruitschutters is verrassend groot. Alleen komen ze over het algemeen niet met de motor naar de treffens. Het is best wel lastig om alle bagage, tent èn wapens in één keer mee te krijgen, vrijwel onmogelijk met een motorfiets. Dan blijft de auto een aantrekkelijk alternatief.

 

Stands?

Zeker. Verschillende om uitrusting / verzameling op peil te brengen / uit te breiden.

 

Twee Brown Bess schutters naast elkaar

In Brummen is er geen afscheiding tussen twee schietpunten. Daarom dient een vuursteenwapen altijd het meest rechts op de baan te staan. U mag Hildo geloven, het is bepaald onprettig wanneer de hete gassen en stukken kruit, die tijdens het schot door het zundgat naar buiten komen, u om de oren vliegen. Door een kleine miscommunicatie staan Hildo en Erik, beiden schietend met vuursteen, tegelijkertijd op de baan. Als echte zwartkruitschutters komen ze al snel tot een simpele oplossing: Hildo staat links van Erik. Erik doet even een stapje terug als Hildo hem verwittigt dat een schot er aan zit te komen. Vanzelfsprekend wacht Hildo even Erik te storen tot deze klaar is met laden, want een voorlaadschutter midden in zijn laadproces storen resulteert zomaar in een foute laadprocedure.

 

De kanonnen!

Aan het eind van de dag is het de beurt aan de kanonnen! Eerst met de grootste precisie laden en richten. Daarna komt het lontje en is het tijd voor een daverende dreun waar elk ander zwartkruit wapen bij verbleekt. Op de 50 meter zijn de scores met deze gladloop wapens helemaal niet slecht.

 

Mieren

U kent ze ongetwijfeld, leuke beestjes die altijd druk, druk, druk zijn. Minder leuk als ze druk in en op uw tent rondsjokken. Winnen tegen een dergelijke overmacht is erg lastig. Tactisch terugtrekken en de tent even verder weer opbouwen is de betere optie. Kwestie van tien minuten en iedereen is weer gelukkig.

 

Kampvuur

Kampvuren worden in allerlei constructies gestookt. Wassmachinetrommels en stalen schalen zijn bijzonder populair. Vuur op de grond mag niet, dan gaat het weiland kapot en daarvan zijn boeren niet gecharmeerd. Zonder welwillende boeren geen westernweekend. Gelukkig weet iedere zwartkruitschutter dat en wordt er te allen tijde alles aan gedaan om het kampeerveld net zo mooi en schoon achter te laten als voordat het weekend begon. En, zeg nu zelf, is een kampvuur niet supergezellig?

 

Inschrijfbureau

Praatje over een bijzonder populair wapen, de Rolling Block. Hildo heeft er eentje en deze man ook, en hij schiet er prima mee. Voor Hildo blijft het lastig om er fatsoenlijke groepjes mee te krijgen. Hij heeft het zoeken naar 'De oplossing' even in de kast gezet. Afgezien daarvan, voorladers vindt hij gewoon leuker!

 

Beste score ooit!

Deze 88 punten knalt Hildo er zo maar eventjes in. Lekker vlot doorschieten, dat gaat hem het beste af. En kijk eens aan, de beste score ooit na zes jaar sportschieten! De Indiaan die naast Hildo staat te knallen schiet zomaar 91...

 

Prijzen voor Hildo?

Nee, want hij is voor de prijsuitreiking vertrokken. Niet zo leuk voor de organiserende club wanneer schutters en masse vertrekken, maar de prijsuitreiking liet een beetje op zich wachten en de rit naar Groningen, met een snelheid van 85 km/h vanwege de trillende stuurinrichting van zijn Mercedes, is een lange. Nog even rustig thuis kunnen bijkomen is ook wel lekker na een westernweekend.

                           ___________________________________

 

23 mei 2012. Lucy met patch en prop! 43 punten

'Als u iets verandert, dan moet u maar één ding per keer veranderen, anders is het onduidelijk waar de resultaten door veroorzaakt worden'. Nou, Hildo weet wel hoe hij beter kan schieten, dus hij verandert alles in één keer! Nu, na zoveel jaren, is de tijd gekomen om alles uit de kast te halen. Zie het resultaat!

Maar 43 punten, het is nog even kijken waar hij uitkomt, maar dat zijn details. Vanaf nu gaan Lucy's kaarten er vast een stuk beter uit zien.

Historisch schieten?

Dit heeft met historisch schieten weinig overeenkomsten. Vroeger werd er met de Brown Bess met kruit, kogel en papier geschoten, ongeveer zoals Hildo al een paar jaar doet, en niet met patches, proppen, speciaal pankruit en precies afgewogen kruitladingen. De resultaten waren vroeger dan ook niet bijzonder en op het slagveld, met de hartslag op 200 en met zenuwen gespannen als een pianosnaar, werd er echt beroerd geschoten.

Modern precisieschieten

Voor precisie gaat vanaf nu het papier aan de kant en worden er patches gebruikt. Eerst kruit in de loop, gevolgd door een vette vilten prop. Die heeft Hildo nog uit de tijd dat hij Bessie aanshafte. Een regulier, in olijfolie vochtig gemaakt, schoonmaakdoekje doet dienst als patch, na een beetje op maat geknipt te zijn. De vilten prop gaat mooi strak in de loop en de kogel met de patch kan zo met de vinger naar binnen worden gedrukt. Zou nog iets strakker kunnen, maar zo moet het ook lukken.

Wano vuurwerkkruit

De kruitlading wordt, met het oog op een betere drukopbouw, verlaagd van 100 grain Explosia Jagdschwarzpulver 1 naar 90 gewichtsgrains Wano vuurwerkkruit. Het Wano is goedkoop, 25 euro per kilo. Het is duidelijk grover dan het reguliere Explosia 0 (FFFG) maar fijner dan de brokken van Explosia 1 (FG), dus het moet in de buurt zitten van ongeveer de FFG granulatie. Omdat de topschutters met rond 75 grain Zwitsers 3 (FFG) of Zwitsers 4 (1 1/2 FG) knallen, denkt Hildo dat er hier wel 15 grain bij kan omdat het Wanokruit natuurlijk stukken zwakker is dan Zwitsers.

Richtpunt

Hildo houdt hetzelfde richtpunt aan. De kogels lijken met prop en patch iets hoger uit te komen. De volgende keer blijft hij bij hetzelfde richtpunt, maar gaat hij de musket iets verder naar voren kantelen zodat hij minder van de loop ziet. Het is een beetje lastig omdat de keep ontbreekt, maar het resultaat is dan vast beter.

 

 

 

 

 

 

 

 

26 mei 2012. Een warboel... 50 punten

De grote rode wazige vlek is het richtpunt geweest voor de eerste zeven schoten, de rode gaten. Het eerste schot komt midden in de 7 uit. De volgende vijf zitten dicht bij elkaar, u ziet ze rechts zitten. Lucy schiet als een scheermes! Nog één schot met hetzelfde (rode) richtpunt. `Pats!', links in de kaart. Da's raar!

Vervolgens het richtpunt verlegd naar de blauwe wazige vlek, voor de laatste zes schoten. Eén kogel mist de kaart volledig, de andere zitten over de kaart verspreid. Hoe kan dat nou? Het ging zo mooi! Hildo is een gevoelig tiepje en de depressie slaat toe nog voordat hij zijn spullen ingepakt heeft onder het mompelen van 'Volgende keer beter'. Gelukkig doet een bakkie koffie aan de bar de depressie vlot smelten en keert zijn strijdlust terug. Een groepje schieten met Lucy, ook al is het niet erg klein, moet mogelijk zijn!

 

30 mei 2012. Schietkaart Lucy... 55 punten

Dit maal met meer kruit, 112 grain Wano FFG. Erg veel verschil lijkt het niet te maken. Zestig punten moet minimaal te halen zijn. Misschien is het gewoon dat het de ene keer mee zit en de andere keer tegen. Een kwestie van geluk, waar de ballen toevallig heen vliegen, is ook niet helemaal uit te vlakken, maar beter dan dit zou wel moeten kunnen.

De laatste kaart voor Westernweekend Hoogeveen

U weet, Andere André komt naar Hoogeveen en dan zal het duel tussen hem en Hildo plaats gaan vinden. Kan Hildo dankzij het vlijtig oefenen Andere André nogmaals van de kaart schieten? Hildo begint een beetje te twijfelen gezien de oefenresultaten...

 

31 mei - 3 juni 2012. Westernweekend De Vrijheid (Hoogeveen)

Westerweekend Hoogeveen 2012

Om maar met de deur in huis te vallen: het weer was niet best. Wat regen, weinig zon en tamelijk koud. Dat is jammer, maar iets wat niemand in de hand heeft. Toch heeft Hildo over dit weekend een goed gevoel overgehouden en dat geldt, volgens hem, ook voor de andere schutters. Wat wilt u nog meer? Beter weer... ja, ja.

Bezoekersaantallen iets verminderd

Toch wat minder dan vorig jaar. Twee weken geleden, tijdens het westerweekend in Brummen, viel het Hildo ook al op dat er toch iets minder deelnemers waren. Zou dit een nieuwe trend zijn?

Crisis?

De oorzaak is een beetje koffiedik kijken. Mogelijk dat het aanhoudende doemdenken betreffende de eurocrisis de mensen wat voorzichtiger maakt? Wellicht is er nu toch minder geld? Voor Hildo geldt in ieder geval wèl dat hij dit jaar minder westernweekenden mee zal gaan maken, uit financiële overwegingen, want zijn nieuwe RC helikopter hobby hakt er toch een beetje in. Keuzes moeten worden gemaakt.

Kosten van een westerweekend

Voor Hildo zal het tegen de 200 euro liggen, zonder dat ie gekke dingen doet en zonder al te veel schietbeurten. Brandstofkosten gemiddeld 50 euro. Kamperen rond de 30 euro. Een schietbeurt is 7-8 euro per stuk, dus dat begint ook mee te tellen als u gedurende het weekend een paar keer wilt schieten. Biertje en koffie, dat is wel lekker, 1,25 tot 1,50 per stuk en af en toe wat eten is ook wel prettig. Hildo verdient 1400 euro netto per maand, inclusief reiskosten. Dat is ruim voldoende, maar tien weekenden van 200 euro zijn wèl iets dat richting anderhalf maandloon gaat. Hildo woont voor een prikkie en kan daarom best veel leuke dingen doen maar ergens houdt het uiteindelijk, zoals voor iedereen, op. Clubs die een weekend organiseren, moeten zich realiseren dat het er niet om gaat zo veel mogelijk winst te maken voor de club. Uiteindelijk is een westerweekend geen bedrijf waar het winstoogmerk voorop staat maar, en dat mag niet worden vergeten, een evenement georganiseerd door schutters voor schutters.

 

Scheepsgeschut (?) na een paar eeuwen!

Ooit gevonden door een hobbyduiker/verzamelaar die het ding op zolder legde. Na het overlijden van de duiker is dit kanon/geschut verkocht aan de huidige eigenaar. Meer historie is er niet van bekend behalve dat ie onder water gevonden is. Er zit een pan maar geen ontstekingsmechanisme (meer) op De pan is afsluitbaar met een wegdraaiend dekseltje, waarschijnlijk is het een lontslotonsteking geweest. Het is voorzien van kolf, met een ringetje eronder, en voorhout. De pen aan de onderzijde is om het ding ergens op te monteren. Na loop en zundgat te hebben schoongemaakt is het tijd voor een proefschot, letterlijk het eerste sinds eeuwen, en u ziet het hierboven gebeuren. Driehonderd grain zwartkruit met niets ervoor zodat er niet veel druk opgebouwd kan worden. De foto is een beetje scheef omdat Hildo net naar achteren aan het lopen was, een beetje afstand is gevoelsmatig beter. Gelukkig staat het kanon er zelf nog net op. Tot op dit moment is het onduidelijk wat voor stuk geschut dit precies geweest is. De keep is een stuk ijzer met een rond gat. Een korrel is ook aanwezig, precisie was dus van belang. Wellicht een harpoengeweer, soort klein scheepskanon of misschien toch een soort van kleine puntgun? Als Hildo er meer over hoort, zal hij het u laten weten.

 

Interessante gesprekken

'Blah, blah'. Niet dat u denkt dat deze man in slaap gevallen is, welnee zeg, want al die verhalen zijn bere interessant. Een mens mag toch een keer met zijn ogen knipperen?

 

Feestavond

Aktijd weer gezellig in een zeer relaxte sfeer. De opkomst? Redelijk, toch verschillend zwartkruitschutters die het prima naar hun zin blijken te hebben bij tent of caravan.

 

De band: What's-Up

Net even vertrokken voor een pauze. Wat Hildo er van gehoord heeft best redelijk, maar het repertoire sluit toch iets minder aan op een westernweekend dan gehoopt. Over het algemeen lijken de cowboys niet onder de indruk. Hildo ook niet, maar dat zegt niets. Want hij is iemand die countrymuziek ook een beetje zo, zo vindt. Creedence kan hij inmiddels niet meer hóren vanwege de Brain Dead Radio bij hem op het werk. Als Hildo een bluegrassband zou suggereren, zou daar ook niet iedereen blij mee zijn ´Da´s niks´. Smaken verschillen hoor, en het blijft lastig om de gulden middenweg te vinden.

 

Erik met Lucy: 52 punten

Ook Erik doet voor de gein mee aan de miqueletwedstrijd met Lucy. Waar Erik twee weken geleden in Brummen met 85 punten nog de sterren van de hemel schoot, lukt het met Lucy vandaag helemaal niet en blijft hij heel ver beneden zijn normale score. Met zijn eigen Brown Bess had ie vandaag vast gewonnen maar een andere musket, rare van olijfolie druipende lapjes, alles onder de olie, inclusief het wapen en de handen. Geen 'zundgatafdicht-prikker' (om het zundgat af te sluiten tijdens het met kruit vullen van de loop zodat het niet door het zundgat naar buiten komt). 'Tjonge', meent Erik, 'Wat een gapend groot zundgat! Je hoeft de pan haast niet te primen, want het gewone kruit valt er zo al in'. 'Heb je een doekje voor m'n handen?'. Helaas. Erik lijkt in rap tempo een steeds sterkere voorkeur voor zijn eigen Brown Bess te ontwikkelen en wurgt zich door de schietserie heen.

 

Andere André met Lucy: 71 punten

Hildo staat naast Andere André tijdens zijn schietserie. Behalve dat dat wettelijk verplicht is, als eigenaar van het wapen, is het ook een uitgelezen moment om Andere André van zijn stuk te brengen. Tegen een schutter praten tijdens zijn schiet serie is 'not done', maar Hildo heeft daar nu maling aan. Deze man móet het onderspit delven! Hildo doet zijn best met allerlei op- en aanmerkingen, maar André blijkt een geconcentreerd type. Lucy werkt ook mee en weigert verscheidene keren, maar Andere André trekt niet met het wapen. 'Donders!', deze man heeft ècht zenuwen van RVS', denkt Hildo bij zichzelf, maar hij zegt natuurlijk wat anders... 'Zo... die was ook al mis geloof ik?' Psychologische oorlogsvoering heet dat. Al een belangrijk aspect van de oorlogsvoering in de tijd dat dit soort musketten operationeel waren en nu, met Hildo naast Andere André, is dat niet anders.

Hildo met Lucy: 70 punten

Hildo schiet na André toch nog een verrassend hoge 70 punten, iets wat hem in tijden niet gelukt is. Maar Andere André heeft er net ééntje meer! Genoeg om Hildo in het stof te doen bijten. Stof smaakt niet goed, maar niets wat het zo goed doet wegspoelen als samen achteraf een biertje aan de bar.

Acht miqueletschutters!

In totaal hebben acht schutters meegeschoten in de discipline miquelet (gladloops vuursteen musket, 50 meter staand op de 80cm x 80cm, dus extra grote, miquelet kaart), steevast foutief aangeduid door de SV de Vrijheid als 'vuursteen geweer'. Een vuursteen geweer is een wapen met getrokken loop, zoals een Kentucky longrifle, en valt in de discipline 'Pennsylvania'. Niet voor niets, want een schutter met een gladloops musket heeft geen schijn van kans tegen een wapen met een getrokken loop. In ieder geval, Fred Verkerk schiet de beste score van de dag met 74 punten. Hij is iets ouder, zeer ervaren en veegt vandaag met iedereen de vloer aan. Bijzonder aardige man overigens, dus het is hem vergeven. Andere André komt op de tweede plaats terecht en Hildo weet het toch nog, net als vorig jaar, tot de derde plaats te schoppen.

 

Prijsuitreiking

Onvolprezen spreekstalmeester Johan krijgt zelf óók een knuffel van Ria, de prijzendame van dit weekend.

                        ________________________________

 

 

Volgorde?

Naar Hildo vernomen heeft zijn er wat discussies geweest over de volgorde van de vlaggen. Zijns inziens is er met deze setting niets mis, en eigenlijk is het zelfs de enige juiste. Eerst Nederland, dan de schietvereniging en die Yanks? Die mogen, tenzij ze eerst een goeie Chevrolet leren bouwen, laatst.

 

Schutters

Ondanks dat er iets minder mensen zijn, loopt het op de geweerbaan mooi door. De scores die Hildo ziet worden soms met een gemak geschoten dat Hildo denkt 'Hoe krijgen ze het voor elkaar?'. Maar ook de mensen die wat grotere groepjes schieten, hebben er niet minder plezier om. De score is soms niet recht evenredig aan het plezier van het schieten, en dáár gaat het toch om!

 

Kippenpoten

Net aangeschaft door de voorzitter van de club, een oven op houtvuur. Er zit een grill bovenop en die blijft niet ongebruikt want: 'Gelijk uitproberen dat ding'. De kippenpootjes doen het uitstekend, maar geen pootje meer voor Hildo: Hij krijgt slaap en stommelt naar zijn tent. Mooi geweest voor vandaag.

 

Kampvuur

Hier vlakbij de schietbaan, maar er waren nog meer vuurpotten verspreid op het terrein. Biertje, cola of wat anders erbij. Kan uw dag dan een nòg betere afsluiting krijgen?

 

Hulpje baancommandant

Hildo is, al bijna traditioneel, gebombardeerd tot het hulpje van de baancommandant. Streng maar rechtvaardig! Alhoewel..., echt streng is Hildo eigenlijk niet. Hoeft ook niet, want alle schutters weten best wat ze wel èn niet moeten doen. Het blijft voor Hildo bij opletten, nieuwe kaarten ophangen, de inschrijfnummers op de kaarten plakken, de geschoten kaarten weer inleveren bij de puntentelling en natuurlijk regelmatig een paar evaluatiegesprekken betreffende de score.

 

Frisjes?

Na een dag op de schietbaan toch een beetje verkleumd. Niets wat de 70 euro kostende voormalige legerslaapzak niet kan oplossen. Een slaapzak isoleert door veel volume aan isolatiemateriaal en een hoop isolatie zit er echt wel in. Het grote voordeel is ook het nadeel. Niets voor een motorvakantie, bijvoorbeeld. Te volumineus!

 

Kruitloze Jan met Lucy: 57 punten

Jan is eigenaar van 'Brutus', de supermusket van kaliber 80+, en heeft een beetje problemen met Brutus' slot. Vonkt slecht, momenteel in reparatie, dus daarom maar even Lucy geleend en hij doet aldus automatisch mee aan de 'Lucy Wedstrijd', Hildo's Brown Bess. Ook Jan weet ze niet allemáál in het midden te krijgen. Maar in de klasse voorlaadgeweer schiet hij iedereen, inclusief de toppers, van de kaart met 89 punten.

 

Stalen André met Lucy: 63 punten

Voor de eerste keer een serie met vuursteen schieten en dan 63 punten bij elkaar perforeren lijkt niet veel, maar Hildo weet wel beter. Dit is zeker niet slecht voor de eerste keer met een Brown Bess, een wapen dat een schutter zeker moet leren kennen, en Lucy al helemaal. André laat zien dat ie een schutter is met stalen zenuwen. Trekken met het wapen is vrijwel afwezig. Toch heeft Hildo, met 70 punten, beter geschoten terwijl hij tegenover Stalen André anders nooit zou kunnen winnen. Een vuursteen musket heeft af en toe z'n voordelen!

Palingen in een emmer met snot

Alle schutters die vandaag met Lucy schieten, doen dat volgens Hildo's nieuwe schietprocedure: Kruit, prop, bal erop met als patch een regulier schoonmaakdoekje verzadigd met olijfolie. Op het moment dat André aan de beurt is, zijn de patches op. Maar Hildo heeft nog wel wat droge doekjes en vult vlot een patatbakje met wat olie van de frituur op het terrein. Dopen moet André zelf. Hij komt onder de olie te zitten, tot boven op zijn hoed toe. De musket voelt volgens André aan als palingen in een emmer met snot. Passende beeldspraak, want Lucy is wel degelijk een glibbertje met al die frituurolie.

Dubbele lading kruit

Iedereen schiet met 90 grain Wano FFG vuurwerkkruit. André raakt tijdens zijn schietbeurt blijkbaar even afgeleid, want één van de schoten valt wel héél erg op. Een flinke lichtflits en dito kanonachtige klap, de ruiten in het hokje van de puntentellers rammelen er van. André doet gedwongen een stap achteruit om overeind te blijven. Oeps! Niks aan het handje, want bij een fatsoenlijke musket is een dubbele lading zwartkruit niet iets waar het wapen van uitelkaar springt, dat is met nitrowapens wel even anders!. Een blauwe schouder behoort wèl tot de mogelijkheid, want de dik 500 grain kogel wordt wèl een stuk vlotter op gang gebracht, maar André is een taaie en schiet gewoon door.

 

Haast een restaurant

Hildo wist het niet maar, naar het schijnt, is de bereiding van voedsel aan strenge regels onderhevig. Bij de Vrijheid worden vanzelfsprekend alle regels netjes nageleefd. Niet zo moeilijk, want er zijn cowboys aanwezig die ook professioneel met voedsel van doen hebben. 'Gelukkig maar dat dat bij mij thuis niet zo is', denkt Hildo, die met name op zijn neus en ogen vertrouwt. Wellicht is het beter dat Hildo zich nooit met de keuken van de Vrijheid bemoeit, denkt u? Wellicht heeft u gelijk, ja, vast wel.

 

Inpakken & wegwezen

De verhouding tenten/caravans is ruwweg 50/50. Gemak dient de mens, ook tijdens een westernweekend. Natuurlijk is een witte tent mooier, maar het is stukken minder gemakkelijk. Het is bewonderenswaardig hoeveel toestanden sommigen meenemen ter verhoging van de kampeervreugde. Vroeger was er de huifkar, nu is er de pick-up, aanhanger of soms zelfs beide.

Prijsuitreikingen moeten in ieder geval niet al te laat georganiseerd worden want de mensen willen, als het schieten voorbij is, toch graag naar huis. Ook ditmaal blijken verscheidene prijswinnaars tijdens de prijsuitreiking al vertrokken  En dat is jammer.

 

Derde prijs miquelet!

Met de derde prijs is Hildo, gezien de concurrentie, bijzonder in zijn nopjes. Goed voor een hoefijzer met vuursteen èn een Winchester in miniatuurformaat als aansteker. Prima om zijn rokertje of fornuis op een stijlvolle manier van een vlammetje te voorzien..

                        ________________________________

 

10 juni 2012. VNW Wapenbeurs (Lunteren)

Entree naar de grote zaal

Hildo had wel meer foto's willen maken, maar u kunt zich voorstellen dat de privacy toch wel op prijs wordt gesteld. Dat is onder verzamelaars een groot goed, alleen al om het vermogen aan antieke spullen die ze soms thuis hebben liggen. Op onaangekondigd bezoek zitten deze mensen niet te wachten.

Toegang

Dit is een besloten beurs, het is niet de bedoeling dat iedere willekeurige voorbijganger even naar binnen kan lopen. De toegang is beperkt tot leden van de VNW, en daarop wordt gecontroleerd. Niet-leden zijn van harte welkom om de beurs een keer te bezoeken, als introducé van een lid.

                        ________________________________

 

 

13 juni 2012. Big Blast... But how Fast!?

De ´Shooting Chrony´, een chronograaf om kogelsnelheden te meten, heeft Hildo alweer een aantal jaren geleden aangeschaft. Met luchtpistool en luchtgeweer geprobeerd in zijn tuin. Ging prima. Daarna nog eens op de schietbaan met de Colt Walker. Na een poging waarbij hij een schietkaart vlak voor de loop hield om mogelijk storende rookwolken tegen te houden, is Hildo er maar mee gestopt. Een schietkaart vlak voor de loop houden werkt niet, omdat die door de drukgolf volledig uit elkaar gereten wordt. Alles moet geleerd worden.

Koffertje

Het koffertje met de chronograaf staat inmiddels al weer jaren werkeloos in de schuur. Maar daar komt nu verandering in, want Hildo wil de chrony toch nog eens testen en neemt hem op zijn vaste schietavond mee naar De Vrijheid. Op de veranda van de club komt de Shooting Chrony, duidelijk te ruiken, nogal muf uit de koffer. Maar verder lijkt het apparaat de jaren goed te hebben doorstaan.

9V batterij

De Shooting Chrony maakt gebruik van een 9 volt blokbatterij. Dat zijn ondingen. Ze worden nauwelijks nog gebruikt. Relatief duur zijn ze ook, dus gaat Hildo bij de eerste de beste winkel naar binnen om een oplaadbare uitvoering te kopen. De goedkope uitvoering van de oplaadbare blokbatterij schijnt geen 9, maar iets van 7 volt te zijn, wat voor sommige apparatuur een te laag voltage is om te kunnen werken, naar wat Hildo verteld is. Dus gaat hij voor een èchte 9 volt uitvoering. Kost 16,50 euro! Tjonge, wat een prijs. En nu maar hopen dat ie héél lang meegaat.

Instructieboekje

Alles vergeten, dus even lezen. Batterij erin, schakelaar op 'on' en de chrony is klaar voor gebruik.

Proberen

Er zitten twee lichtsensoren op, eentje aan de voorkant en eentje aan de achterkant. De sensoren detecteren de schaduw van de er overheen vliegende kogel. Doordat de afstand tussen de sensoren altijd gelijk is kan de snelheid van de kogel gemeten worden. Hildo probeert het door er even met de hand over heen te bewegen, maar het ding reageert niet, behalve één keer met 'error'. Dat voorspelt niet veel goeds. Tòch maar proberen!

 

Chronograaf opgesteld

Iets als dit is de bedoeling. De rode dingen boven op de chrony vormen de verlichtingseenheid. De twee in serie geschakelde 130V lampen belichten de kogel van boven zodat de sensor de schaduw van de kogel beter kan detecteren in wat minder lichte omstandigheden, zoals op een schietbaan. Misschien werkt het zonder verlichting ook wel op de baan, maar dat heeft Hildo niet geprobeerd.

 

Waarom in feet per second (fps) en niet in meters per seconde?

Veel wapens, accessoires, munitie en natuurlijk veel historie komt uit Amerika, het vuurwapenland bij uitstek. Ook tijdens het zoeken naar informatie op het internet komt u snel op Amerikaanse of soms Engelse fora uit. Op Engelstalige fora hebben ze het meestal over voeten, niet over meters. Net zoals ze het hebben over grains en niet werken met grammen, wanneer ze het over kruitladingen hebben. Gewichten of snelheden zijn relatief en zeggen weinig tot niets, tenzij u ze met andere gegevens kunt vergelijken en dan is het gebruik van een zelfde eenheid van belang. Voor Hildo maakt het niet uit welke eenheid, maar voeten met voeten vergelijken is gemakkelijker dan telkens omrekenen naar meters, vandaar de uitvoering in voeten per seconde.

De snelheid van Lucy

Het eerste schot van Lucy is 1990 fps. Hildo is eerst in de veronderstelling dat het 199.0 is, want 1990 ft/s is een schier onmogelijk te halen snelheid voor een musket. Waarschijlijk zullen stukken kruit of rookwolken de meting beïnvloed hebben waardoor deze niet betrouwbaar is. Genoeg afstand tussen loop en chronograaf lijkt wenselijk, in ieder geval met een zwartkruitwapen. 938.3 fps is het volgende schot en het derde de hierboven afgebeelde 1163 fps. Lucy's eerste schot is altijd wat slapjes, het olieschot met een nog schone loop. Na een paar schoten lijkt het wapen op maximale snelheid te komen door wat vervuiling in de loop. De terugslag voelt dan wat harder aan en de klap is ook wat krachtiger omdat de druk beter opgebouwd kan worden.

Kogel met schoonmaaklapje als patch, prop eronder & 90 grain kruit

Schone loop. Eerst (olie)schot 938.3 fps. Hoogste snelheid 1163 fps.

De kogel in printerpapier, zonder vetpil & 90 grain kruit

Één keer geschoten, het laatste schot. De snelheid is, als verwacht, beduidend lager met 921.5 fps. Met een kogel in papier, periodecorrect schieten als destijds op het slagveld, is het drukverlies natuurlijk stukken hoger en de precisie stukken lager dan met een goed passende prop achter de kogel.

Betrouwbare waardes?

Daar is niets van te zeggen, want Hildo heeft geen ijkmateriaal. Hij gaat er van uit dat het klopt. Een Colt Walker, vol met 60 grain Zwitsers II (3F), zou tegen de 1200 fps moeten halen. Hij heeft een Walker, dus niets wat hem weerhoudt om ook dat eens te checken. De afstand tot de chronograaf is natuurlijk van belang. Na het verlaten van de loop neemt de snelheid van de kogel niet meer toe, er is geen momentum in de acceleratie van een kogel. Zodra de kogel buiten de loop komt, en er geen aandrijving meer is, begint de snelheid onmiddelijk af te nemen.

Genoeg afstand tot de chronograaf?

De rookwolken, stukken kruit of andere rondvliegende kleine stukjes kunnen de meting van de chronograaf beïnvloeden. Dat zag Hildo aan het schot waarbij een, voor een musketkogel, onmogelijk hoge snelheid van 1990 fps gehaald werd.

Zinvol?

U kunt in ieder geval zien wat de invloed is op de kogelsnelheid wanneer de kruitlading verhoogd of verlaagd wordt. Verschillende soorten kruit met elkaar vergelijken is ook mogelijk en ook is te zien hoeveel het gewicht van de kogel uitmaakt in snelheid. Ook kunnen kogelsnelheden in combinatie met de spoed van het wapen vergeleken worden. Zou de perfecte kruitlading, die tot het beste resultaat leidt, te maken hebben met de combinatie kogelgewicht, kogellengte, kruitlading en spoed van het wapen... en derhalve van te voren te voorspellen zijn wat de beste kogelsnelheid is? Wat uiteindelijk de waarde is ter verhoging van de schietresultaten? Dat blijft vooralsnog even onduidelijk, maar wat proberen is altijd leuk èn leerzaam!

Mondingsenergie van Lucy: 1607 ft. lbs

Als u het gewicht van de kogel kent en de snelheid waarmee de kogel de loop uitkomt, kunt u de mondingsenergie berekenen. Ligt er natuurlijk aan hoeveel en wat voor soort kruit u er in gooit. In dit voorbeeld is er geschoten met 90 grain Wano FFG vuurwerkkruit.

Met mondingssnelheden of mondingenergie heeft Hildo zich nog nooit bezig gehouden, maar dat verandert nu. Even kijken op het wereldwijde web...

Snelheid (fps) x snelheid (fps) x kogelgewicht (grains) / 450240 = ft. lbs

Dus, 1163 fps x 1163 fps x 535 grain =  723.624.415

723.624.415 delen door de vaste waarde 450240 = 1607 ft. lbs (foot-pounds) mondingsenergie. 

Het uitrekenen van de mondingsenergie in joules gaat als volgt:

Snelheid (in meters per secode) x snelheid x kogelgewicht in grammen, gedeeld door de vaste waarde 2000 = mondingenergie in joules.

Converteren van Foot-pounds naar Joules is eenvoudig, vermenigvuldig de Foot-pounds met 1,348 en u heeft Joules. In Lucy's geval: 1607 x 1.348 = 2166 Joules.

Taylor Knock Out Factor

Ene John Taylor, een ervaren groot wild jager rond de jaren vijftig van de vorige eeuw, ontwikkelde een 'Knock Out Factor' formule waarmee het van te voren aardig in te schatten was wat een specifiek patroon voor uitwerking zou hebben. Altijd handig om van te voren te weten als u op leeuwen, buffels of olifanten jaagt. Hildo schiet helemaal niets dood, maar de Knock Out, of Knock Down formule is best wel aardig en met name super simpel.

Kogelsnelheid (fps) x kogelgewicht (grains) x kogeldiameter (inches) / 7000.

Dus, 1163 fps x 535 x 0.715 gedeeld door de vaste waarde 7000 = 63.55.

Een KO Factor van 63.55 is tamelijk hoog.

Een 308 Winchesterpatroon, veel gebruikt voor de jacht met prima resultaat, met een 0.30" kogel van 150 grain en een snelheid van 2820 fps. heeft een Taylor KO Factor van maar 18.1.

Niet iedereen is het met Taylor eens, omdat met zijn formule grote kalibers en zware kogels er beter uitkomen dan modernere munitie waarbij lichtere kogels afgeschoten worden met hogere snelheid, dat ziet u aan het 308 Winchester voorbeeld hierboven. Maar Taylor wist vast waar hij het over had. Afgezien daarvan, wat maakt het uit als u alleen gaten in een kaart schiet?

Power Factor

In IPSC (International Pratical Shooting Association) wedstrijden wordt weer een andere formule gebruikt. Daar moet munitie aan een bepaalde 'power factor' voldoen om de deelnemers te dwingen om met redelijke ladingen te schieten. Power Factor: Kogelgewicht in grains x snelheid in voeten per seconde gedeeld door een vaste waarde van duizend.

Dus Hildo's Brown Bess is 1163 fps x 535 grain : 1000 = 622 Power Factor

308 Winchester is 2820 fps x 150 grain : 1000 = 423 Power Factor

308 Springfield is 2800 fps x 165 grain : 1000 = 462 Power Factor

300 Winchester Magnum is 3000 fps x 180 grain : 1000 = 540 Power Factor

300 Weatherby Magnum is 3250 fps x 180 grain : 1000 = 585 Power Factor

9.3 x 62 Mauser is 2362 fps x 286 grain : 1000 = 675 Power Factor

De 9.3 x 62 Mauser is een jachtkaliber en wordt gebruikt op van alles wat groot en gevaarlijk is. Maar een ouwe musket is een serieus ding, tenminste, van dichtbij!

De nieuwe locatie!

Vier keer per jaar wordt deze wapenbeurs met een gevarieerd aanbod van antieke zwartkruitwapens georganiseerd door de VNW (Vereniging Nederlandse Wapenverzamelaars). Na het faillissement van de vorige locatie, Edda Huzid in Voorthuizen, is een nieuw onderkomen gevonden in 'De Werelt', een hotel/congrescentrum in Lunteren. Lunteren ligt net als Voorthuizen mooi centraal in Nederland. De nieuwe locatie is een goede reden om de VNW-beurs weer eens te bezoeken.

Navigatie

Hildo knort op de motor van Groningen naar Lunteren. Het kan haast niet mis, maar hij weet het toch weer voor elkaar te krijgen om fout te rijden en eindigt in Amersfoort. Vlot weer terugrijden is het devies, want de standhouders staan er om bekend dat ze de spullen relatief vroeg weer inpakken. Aankomen om twaalf uur 's middags is echt te laat.

Kleiner maar beter verlicht

In vergelijking met de zalen van Edda Huzid is de beschikbare ruimte kleiner, maar met name de verlichting is er beter. Altijd prettig wanneer u de wapens goed wilt bekijken. Een slechte verlichting, om even een zijsprongetje te maken, is, wat Hildo betreft, regelmatig een bron van ergernis bij museumbezoek. Hij snapt wel dat een museum de tentoonstelling een bepaald sfeertje mee wil geven, tl-verlichting is ook zo wat, maar op het moment dat het licht dusdanig gedimd wordt dat u de helft van het tentoongestelde stuk niet meer kunt onderscheiden, dan schiet de sfeerverlichting zijn doel voorbij.

Sociaal gebeuren

Naast het bekijken van het zeer gevariëerde aanbod in antieke stukken, mag ook het sociale gebeuren niet uitgevlakt worden. Collega schutters en/of verzamelaars komen elkaar op deze manier regelmatig tegen om over nieuwe aanwinsten, historische aspecten en restauraties te spreken èn natuurlijk nieuwe contacten te leggen en oude te onderhouden. Ook Hildo heeft het er prima naar zijn zin gehad!

                        ________________________________

 

 

13 juni 2012. Een Jezail, of 'kamelengeweer'... met getrokken loop!

Clublid Kruitloze Jan is, net als Hildo, VNW lid en vertoont een bovengemiddelde historische interesse. Na een bezoek aan de VNW-beurs is hij eigenaar geworden van een Jezail, een oosters geweer van waarschijnlijk meer dan 150 jaar oud. Het kaliber is klein, iets van .45. Een .445 bal met dikke patch past, maar een iets grotere kogel zou waarschijnlijk iets beter zijn. De lading is 50 grain Explosia 1 (FG), hetzelfde kruit waar Hildo ook altijd mee schiet in zijn musket. Er zijn maar een paar schoten mee gelost, maar het wapen lijkt erg kleine groepjes te kunnen produceren, vergelijkbaar met andere zwartkruitwapens met een getrokken loop en in ieder geval stukken kleiner dan de Europese musketten uit die tijd!

De loop

Kaliber 45, wat klein is voor een Jezail, maar deze is wèl voorzien van een dikke damastloop met forse, en nog steeds mooie, trekken en velden. Het totale wapen is door de forse loop best zwaar, zwaarder dan Hildo's Brown Bess in ieder geval. Er zit een korrel op en een simpele v-keep zit op de achterzijde. Er is behoorlijk goed mee te richten. Misschine is dit wel scherpschuttersuitvoering van een gewone Jezail?

Het slot

Het slot komt van een Brown Bess. Er staat een klimmend leeuwtje van de East India Company op.

Zundgat

Dat is een uitgesleten en vrij groot. Dit levert dus veel drukverlies op en is mogelijk mede debet aan het ontbreken van de echte zwartkruitdreun.

De kolf

Het meest opvallende aan een Jezail is uiteraard de kolf. Normaal schouderen gaat slecht. De loop van het wapen is erg lang en daardoor zwaar en wil naar beneden kiepen. Omdat de kolfplaat geen kuil voor de schouder biedt, maar juist het tegenovergestelde (de ronding loopt naar buiten toe), glijdt de kolf gemakkelijk van de schouder af. Het wapen is wel gemakkelijk vast te houden met de kolf onder de oksel. Misschien handig, ter voorkoming van wegglijden, tijdens het rijden op een kameel of paard.

De Jezail in oorlogstijd

In Afghanistan is het nu niet rustig, en vroeger was het er niet anders. In 1830 was India een Britse kolonie. De Engelsen waren toen huiverig voor de Russen. Als Rusland wat te zeggen krijgen in Afghanistan, dan kon het van daar uit de Engelsen in India aanvallen. De beste verdediging was ook toen al de aanval en daarom nam Engeland het voortouw en besloot Afghanistan binnen te vallen in 1839. Dit onder het mom van hulp tegen de Russen. Uiteindelijk werd dat, net zoals vandaag de dag, niet geapprecieerd door de Afghanen en de Engelsen vertrokken, na de nodige oorlogshandelingen, weer in 1842 (komt het u inmiddels ook een beetje bekend voor?). Uiteindelijk was er natuurlijk niets gewonnen in Afganistan, net zo min als vandaag de dag iets te winnen valt. Op de winterse terugtocht van de Engelsen, van Kabul naar Jallalabad, zijn er verschillende aanvallen geweest. In totaal ergens rond de 16.500 mensen, begrijpt Hildo, van wie 4.500 militairen, zijn gesneuveld. Slechts een enkeling heeft het overleeft. De Jezails, destijds misschien nog met lontslot, zijn daar vast voor het grootste gedeelte verantwoordelijk geweest. De Jezail van Jan is met een Brown Bess slot uitgerust. Dat deze misschien wel afkomstig is uit de periode tussen 1839 en 1842, de eerste Brits-Afgaanse oorlog, is zeer zeker voorstelbaar.

Overal leest Hildo op internet dat de precisie tot op grote afstand zeer goed was. 'Onzin', meent Hildo. Het is bekend dat de meeste Jezails over het algemeen gladloops groot kaliber waren, zoals de Europese musketten. Zelfs optimaal geladen, met een strak zittende kogel, schiet zoiets kleine groepjes op 25 meter, een mens raken op 50 meter lukt, in theorie, ook nog wel mits u een geoefend schutter bent die rustig en stressvrij kan richten en de kogels u niet zelf om de oren vliegen. In Waterloo, wordt beweerd, was er het gewicht van een man aan kogels nodig om iemand dood te schieten. Hoe u het ook wendt of keert, 70 tot 80 kilo kogels per gesneuvelde heeft weinig meer met precisie te maken. Zelfs opgelegd geschoten en optimaal geladen wordt het op 100 meter helemaal niets meer, zelfs niet op de schietbaan in ideale omstandigheden. Een grootkaliber Jezail gladloops is niets meer dan een gewone musket met een iets langere loop. Daarentegen, de .45 kleinkaliber Jezail van Jan met getrokken loop heeft met diezelfde 100 meter stukken minder problemen. Waarschijnlijk was dit het kaliber waarmee de Engelsen op lange afstand werden neergeschoten, waarover Hildo gelezen heeft, zonder dat de Engelsen met hun Brown Bess de mogelijkheid hadden om effectief terug te schieten. Maar heel veel verder dan 100 meter ziet Hildo niet gebeuren met een rondbal... tenzij er langwerpige kogels in verschoten gaan worden. De Minié's werden gebruikt vanaf zo'n 1855 en kleinkaliber langwerpige massieve kogels werden pas gebruikt vanaf 1860, in lange afstand wedstrijdwapens. Dus de 500 meter afstand met een Jezail waarover geschreven wordt? Alleen als de Afghanen de langwerpige kogel eerder uitgevonden dan de Europeanen, maar Hildo waagt het te betwijfelen. Het is, hoe dan ook, een interessant wapen!

Nep?

In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw schijnt er een tamelijk grote vraag te zijn geweest naar deze wapens,.voor decoratieve doeleinden. Nagemaakte toeristenrommel, oppassen dus wat u koopt. Deze Jezail is echt: Het slot is van een Brown Bess, de loop is damast. Om die te maken, dat is veel werk. Waarom zou men dat doen voor een toerist die zoiets toch niet herkent? Uitbundige versieringen, iets wat de toerist wel aanspreekt, zijn afwezig op een simpel ornament op de loopmonding na. Dit is een èchte en, naar het uitgebrande zundgat te oordelen, veel gebruikt.

Minderwaardig?

Jezails zijn over het algemeen niet de wapens waarvoor de hoofdprijs betaald moet worden. Er wordt vaak wat op neergekeken, net als op andere oosterse wapens. Ergens een beetje vreemd. Hildo vindt deze Jezail een erg leuk ding: Als ie eens praten kon, had ie ongetwijfeld hele verhalen te vertellen!

 

Hildo met de Jezail!

Kruitloze Jan is in een goeie bui, dat is ie wel vaker, en Hildo mocht een schot met de Jezail afvuren. De richtmiddelen zijn voor een zwartkruitwapen bijzonder goed. Op 50 meter is richtpunt háást raakpunt, het wapen wijkt een fractie af naar rechts. Er is nauwelijks voelbare terugslag en het geluid is haast vergelijkbaar met dat van een luchtdrukwapen. Dat is best bijzonder met 50 grain Explosia 1 (FG). Die 50 grain is anders echt in staat tot het produceren van een flinke dreun. Een soort van ingebouwde geluiddemper doordat de voorkant van de loop een beetje in een trompet uitloopt? Een donderbus is wel luid. Aan de voorkant is de loop van de Jezail iets van .54, maar iets van tien centimeter dieper wordt de uiteindelijke maat van .45 bereikt. 'Waarschijnlijk', denkt Hildo, 'is het zundgat te groot en zorgt dat voor behoorlijk wat drukverlies'. Daar zou natuurlijk wat aan gedaan kunnen worden. In ieder geval: Tijdens een wedstrijd zou Kruitloze Jan best nog wel eens hoge scores kunnen schieten met dit stukje oosterse techniek!

 

Lucy's batterij

Hildo had het al een keer verteld, maar nu heeft hij ook verduidelijkend beeldmateriaal. Lucy vreet stenen als een veenmol wortels en dit keer breken er wel heel veel schilvers af. Bij de volgende poging doet het slot het weer prima. Maar de batterij is hobbelig en ingeslagen, vuurstenen breken dan veel sneller af. Een steen gaat nu nog geen 20 schoten mee, terwijl hij met een goede batterij ook wel eens 40 en misschien nog wel meer gehaald heeft. Binnenkort moet er wat aan de batterij van Lucy gebeuren, het is duidelijk dat het eind nabij is. Tussen zeggen en daadwerkelijk wat doen zit bij Hildo blijkbaar wat tijdverschil.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 BACK 

 ---- Western wedstrijdkalendertje  ----

Zwartkruit wedstrijden worden vrijwel het gehele jaar door georganiseerd. Een klein gedeelte van deze evenementen, waar wat te doen is op welke data, ziet u in Hildo's wedstrijdkalendertje. Klik hier!