Hildo's Zwartkruit!? (page 28)
Een nitropistool? Gaat het wel helemaal goed met je, Hildo!?

 BACK 

Een Norinco 1911 A1 in 45 ACP!

Een Chinese kopie van de originele Colt 1911

Colt 1911 het klassieke pistool

Kijk eens aan... Hildo's eerste pistool! Hildo heeft wel wat met klassieke wapens en als er één klassiek pistool is, dan is het deze wel. Dit modelletje is inmiddels ruim 100 jaar in gebruik bij het Amerikaanse leger, maar het ziet er nog best modern uit.

Het wapen stamt uit de begintijd van het moderne rookloze kruit, ook wel 'nitrokruit' genoemd. De vuurwapenontwikkeling was destijds nog in volle gang en de door meneer John Browning ontworpen en door Colt geproduceerde Colt M1911 (Colt Government) kwam uiteindelijk in 1911 op de markt. De Norinco is, wat Hildo er van begrepen heeft, een vrijwel ongewijzigde kopie van het originele exemplaar zoals het, na wat kleine verbeteringen, in 1924 op de markt kwam als 1911A1. Geen frutsels, RVS of kermis. Basic, zwart geblauwd en verder niets.

 

Richtmiddelen

De viziering is eenvoudig. De korrel is vast en de keep is naar links en rechts te verstellen, hoogteverstelling zit er niet op.

 

De voorloper: Colt Automatic .32 model 1903

De 1911 is niet 'de moeder der pistolen' want de Mauser C96, een Duits 9 mm pistool, kwam al in 1896 op de markt. Maar men was toen nog zoekende naar de beste techniek en vormgeving en de C96 is zeker niet te vergelijken met een modern pistool. Het pistool hierboven, een Colt Automatic .32 hammerless rimfire (Hildo heeft het wapen nog in handen gehad toen hij op bezoek was bij wapenverzamelaar Frits), is dat duidelijk wel. Deze kleine Colt is gemaakt vanaf 1903 en vanaf 1908 was het leverbaar in .38 ACP. De productie is uiteindelijk gestopt in 1945. De uiterlijke overeenkomsten met het jongere grotere broertje, de 1911, zijn duidelijk te zien.

 

Herlaadspullen, zomaar gekregen!

Hildo's zwartkruitbroeders hebben nog het een en ander liggen op nitrogebied. Loden Cees vertelt dat hij nog een 45 ACP 3-die set heeft, ooit zelf een keertje gekregen en misschien nog een passend gietblok. Helaas, het gietblok blijk te klein van diameter. Maar de LEE 3-die set is prima en blijkt zelfs een carbide uitvoering, van knetterhard materiaal en dat betekent dat de hulzen niet gevet hoeven te worden. Erg mooi, want het scheelt geklieder. Van Paint Peter, die zelf een Colt 1911 heeft, krijgt hij een dikke 100 gebruikte hulzen, wat gekochte gegoten 185 grain rondneus kogels en een zakje 230 grain volmantelkogels. Zijn die mensen aardig of wat? Slaghoedjes heeft Hildo net gekocht, hij is er dus helemaal klaar voor!

 

39 stuks 45 ACP hulzen in de ultrasoon

Eerst de oude slaghoedjes verwijderen, daarna gaan ze in Hildo's kleine 25 euro Aldi ultrasoonreiniger. Er passen verrassend veel hulzen in, hier ziet u 39 stuks liggen. Ze zijn nu eenmaal stukken kleiner dan die van een 45-70. Eén enkele schoonmaaksessie van 480 seconden + heet water en wat azijn lijkt Hildo voldoende. Dan nog even goed onderdompelen en afspoelen met heet water om alle bijtende azijnresten te verwijderen.

 

Handvatten gietblok passen niet

Als u handvatten hebt voor een gietblok, dan zijn die in nagenoeg alle gevallen universeel uitwisselbaar. Waar alle Lyman, Pedersoli en Jeff Tanner gietblokken wel passen op deze Jeff Tanner-handvatten, zijn de gleuven in het RCBS blok te smal. Scheelt niet veel, maar genoeg. Het handvat slijpt Hildo daarom met een bandschuurmachine rustig telkens wat dunner, totdat het RCBS gietblok precies past. De gaten zitten gelukkig wel op de juiste plaats.

 

Large Pistol vs Large Rifle primers

U weet het vast wel, maar Hildo niet: Wat is nu het verschil tussen de CCI nr. 200 large rifle en de CCI nr. 300 large pistol primers? Op het oog zien de slaghoedjes er identiek uit, maar de schuifmaat laat het zien. De large rifle is met 0,126" hoger dan de large pistol die maar 0,120" meet. Beide slaghoedjes hebben dezelfde 0,210" diameter. Als u ze door elkaar laat vallen, wordt het in ieder geval een sorteerklusje. Hildo heeft CCI slaghoedjes, ze doen het prima en zijn naar verluidt iets harder dan bijvoorbeeld Federal en dat helpt tegen ongewenst afgaan tijdens het primen van de huls. Toch is het altijd aan te raden om tijdens herlaadwerkzaamheden een (veiligheids) bril te dragen. Hildo heeft er altijd eentje op, dus met zijn oogbescherming zit het wel goed.

 

Vectan BA10

Het kiezen van kruit is lastig, maar voor Hildo valt het mee. Hij weet wat hij wil: een zo langzaam mogelijk vliegende kogel, want weinig snelheid heeft weinig terugslag. Na wat omzwervingen op het internet lijkt hem Vectan BA10 een goede kruitsoort. Het is een van de snelste pistoolkruitsoorten en Hildo heeft het idee dat snel kruit beter is dan langzaam. Langzaam kruit wordt gebruikt voor magnum ladingen. Dus het tegenovergestelde zou betekenen dat met snel kruit lichte ladingen gemaakt kunnen worden en die theorie wordt ook in de herlaadtabellen gestaafd. In ieder geval, met Vectan BA10 kan met 45 ACP worden geschoten vanaf 3,1 grain in combinatie met een 210 tot 230 grain kogel. De kogelsnelheden zijn niet absurd hoog en het kruit schijnt het prima te doen en behoorlijk schoon te verbranden.

Nitrokruit testen?

De bus met Vectan bevat een halve kilo kruit (7716 grain). Met een lading van de minimale 3,1 grain met deze BA10 zou u derhalve 7716 : 3,1 = 2489 schoten moeten lossen voordat het kruit op is. Knap vervelend als na een paar schoten blijkt dat het niet bevalt. Een paar bussen kruit kopen om te testen is daarom geen reële oplossing. Het zou mooi zijn als een schutter testbusjes kruit zou kunnen aanschaffen, voldoende voor 20 schoten bijvoorbeeld, om zo tot het juiste kruit te kunnen komen. De kruitindustrie ziet dat anders want Hildo heeft zoiets nog nooit gezien. Jammer.

Vectan BA10 herlaaddata... verschillen?

De Franse Vectan Nobelsport site is welgeteld vier bladzijden groot en u kunt er helemaal niets mee, behalve ze een berichtje sturen. Onbegrijpelijk slordig vindt Hildo het ontbreken van herlaadtabellen, het zal die Franse slag wel zijn. De tabellen zijn wel te vinden bij iemand in Duitsland en ook bij een Engelse importeur, ergens bij een Italiaan en nog meer anderen. 'Raar en met name voor een serieuze kruitfabrikant absoluut niet acceptabel', meent Hildo. Hij stuurt een mail naar Vectan Frankrijk omdat hij de herlaaddata van de producent zelf wil, en niet van zomaar een of andere website die, wellicht, niet betrouwbaar is. Prompt een mail terug van Vectan, da's wel netjes, met een Franstalige herlaadtabel voor 45 ACP en... deze tabel verschilt van de andere aanbieders van herlaadtabellen! Wellicht circuleren er oude herlaaddata? Hoe anders heeft de Finse kruitproducent Vihtavuori het voor elkaar, ècht super strak en professioneel, een groot verschil met Vectan!

De juiste Vectan herlaadtabel voor 45 ACP

Hier vindt u de Vectan 45 ACP herlaadtabel in PDF-formaat, die Hildo op 18 november 2013 van producent Vectan Nobelsport ontving. Helaas in onbegrijpelijk Frans. Even googelen op foto's en Hildo weet dat 'Balles Chemisees' volmantel kogels zijn en 'Balles Coulees' gegoten loden kogels.

Ten overvloede wellicht, een disclaimer: Hildo neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor de hier geplaatste informatie. Alle schade, schande en slechte scores zijn voor uw eigen rekening! Als u twijfelt, contact opnemen met Vectan Nobelsport zelf.

                    ______________________________________

 

Op de schietbaan!

20 november 2013. Patroonsokken

De plastic zakjes waren even op. Om toch de negen series van vijf verschillende testpatronen goed gescheiden te kunnen houden, heeft Hildo ze in papieren koffiefilters gedaan en daarop de lading geschreven. Omdat koffiefilters snel scheuren, heeft hij ze verder verpakt in sokken. Schone natuurlijk, want dat is wel zo fris. Werkt prima en ziet er professioneel uit.

 

Loop doorhalen

Na elke serie van vijf patronen wordt de loop visueel geïnspecteerd: het wapen open en met een led-zaklamp vanuit de kamer naar de loopmonding schijnen. Door in de loop te kijken, kunt u alle verontreinigingen goed zien. In de loop kijken blijft Hildo een raar gevoel geven, ondanks dat hij zich er dubbel van vergewist heeft dat het wapen ongeladen is, maar het is niet anders. Na de inspectie wordt de loop doorgehaald met een bronzen borstel zodat ie weer mooi glimt en de uitslag van volgende serie testpatronen niet beïnvloed wordt door wat voor soort vervuiling dan ook.

 

Uitgeschoten!

Het had even wat voeten in aarde maar Hildo is er wel wat wijzer van geworden. Alles noteren helpt zeker, anders weet hij echt niet meer wat er allemaal precies is gebeurd met welke patroon.

Hulzen zoeken

Hulzen hebben de nare neiging weg te vliegen, overal heen. In Hildo's baard, borstzakje, of gewoon op de tafel of grond. Lastig, want ze moeten allemaal weer verzameld worden om ze opnieuw te kunnen herladen. Het is niet ondenkbaar dat u of een medeschutter een hulsje een keer niet ziet liggen... dan is ie plat. Dat is toch gemakkelijker met een revolver, waarbij de hulzen helemaal nergens heen gaan.

 

De patronen

Wat een bolle dikkerdjes, hè? Bovenaan ziet u de RCBS semi wadcutter kogels. Op de onderste foto ziet u de 230 grain FMJ kogel. De uitstekende hulsrand lijkt een vloeiende aanvoer van de wadcutter patronen te bemoeilijken. De verkoperde rondneus kogels glijden als boter de loop in.

 

Niet kameren en/of vastlopen

Hildo heeft geen klap verstand van pistolen, maar met wat internet-info en logisch denken komt hij al een stukje verder. De slede gaat naar voren en schuift een patroon uit het magazijn, zo de loop in... tenminste als alles goed gaat. Het probleem is dat de loop iets hoger zit dan het magazijn. Dus de patroon gaat eerst schuin omhoog via het frame, dat een soort schans is richting de loop, dan via weer een zelfde soort 'geleidingsschans' die aan de onderkant van de loop zit, zo de kamer in. Via de bovenkant van de kamer wordt de patroon weer horizontal gedrukt en gaat ie verder de kamer in tot aan waar de huls de metalen rand raakt waar de kamer ophoudt. Dan kan er geschoten worden. In dit traject kan er snel wat mis gaan. De witte vlek aan de onderkant van de loop laat een slijtplek zien, maar ook lichte beschadigingen. Op zich voelt het oppervlak van de loop wel glad aan en dat van het frame ook.

Probleem met de RCBS semi wadcutters

Omdat de kop van een wadcutter kogel niet bol loopt, heeft deze patroon de neiging te blijven hangen aan de bovenkant van de loop. Heel gemakkelijk te checken door de loop uit het wapen te halen en de patroon onder een hoek naar binnen te drukken... en vast zit ie, klem tegen de bovenkant van de kamer.

Misschien is de keus voor een RCBS gietblok voor de 452-185 wadcutters toch niet zo verstandig geweest.

Volmantel rondneuskogel

De patroon met de volmantel (FMJ) rondneuskogel heeft dat probleem niet. De ronde vorm van de kogel geleidt de patroon beter de kamer in. Met de loop gedemonteerd, duwt u de patroon met uw vinger zo de kamer in, zonder dat ie de neiging vertoont tot haken aan de onderkant of bovenkant van de kamer.

Conclusie

Of al Hildo's conclusies kloppen? Vast niet, want hij is net begonnen en verre van expert. Er zit echt volledig nieuwe wereld achter dit soort semi-automatische pistolen. Alleen de 1911 lijkt al een compleet werelddeel. In ieder geval: volledig probleemloos is Hildo's 1911 pistool niet, maar dat geeft niet. Er is van alles te leren en vast iets te verbeteren. Of het lukt, is vers twee. Maar alleen de pogingen daartoe zijn al de moeite waard.

De discipline

Enne... welke discipline gaat Hildo straks schieten? 'Militair pistool', aldus Hildo, want deze wedstrijddiscipline wordt elke week op de club beoefend en regelmatig worden er ook wedstrijden voor georganiseerd.

 

27 november 2013. Verder testen met de 1911

Vandaag worden alle kogels verschoten die Hildo nog heeft. Een serie van de 230 grain volmantels, een serie van de 185 grain geharde kogels en een serie van zijn eigen gegoten RCBS 452-185 semi wadcutter kogels van lood met 4% tin. Overal gaat 3,2 grain Vectan BA10 achter, want dat schiet erg rustig.

De Wadcutter Jam!

U ziet het boven, twee maal een weigering tijdens het laden, beide keren met de semi wadcutters van RCBS. Jammer want de kogel ponst verder mooie ronde gaten in het papier en lijkt zeer zuiver te schieten. Ook met deze lage lading komt er loodafzetting in de loop. Dat kogels van lood met 4% tin niet goed te verschieten zijn met nitrokruit is duidelijk. Zowel de 230 volmantel als de 452-185 geharde rondneus kogels gaan allemaal de loop uit zonder problemen of weigeringen.

 

27 november 2013. Gescheurde hulzen

De linker is van de 185 grain RCBS wadcutter met 3,2 grain BA10, in de drie hulzen aan de rechterkant zaten de 230 grain volmantels, eveneens met 3,2 grain BA10, volledig geladen volgens het herlaadboekje met de juiste COL (Cartridge Overall Length). Er is geen sprake van overdrukverschijnselen aan het slaghoedje. Misschien wat oudere hulzen. Hulzen hebben bij een pistool, in ieder geval bij deze Norinco 1911, stukken meer te lijden dan bij een revolver.

 

27 november 2013. Een FN Browning 10-22 in 38 ACP, het Nederlandse politiepistool tot 1980!

Soms komt u op de schietbaan mensen tegen met een historisch wapen. Dat het historisch is, kan van dit door het Belgische FN (Fabrique National) gebouwde pistool zeker gezegd worden. Het modelletje is al vanaf 1910 op de markt (10-22), de loop van het wapen werd in 1922 iets verlengd (10-22). Nederland kocht het aan vanaf 1925 en noemde het de Browning M25, want dit wapen werd óók al door meneer John Moses Browning ontworpen, net als Hildo's 1911.

Kalibers

Deze pistolen zijn er in twee kalibers, 32 ACP (in Europa 7,65 mm Browning genoemd), maar deze is 38 ACP (in Europa 9 mm kort = 9 mm x 17), wat een iets kortere versie is van de reguliere Duitse 9 mm x 19 Parabellum (= 9 mm Luger). Ondanks dat de 38 ACP rustiger schijnt te zijn dan een gewone 9 mm, vindt Hildo het best een beetje bijterig schieten. De patronen zijn fabrieksmunitie van MagTech. Het is niet echt extreem, maar één patroon vindt Hildo genoeg. Hij krijgt niet het idee dat dit vrij lichte pistool (675 gram) op deze manier lekker is om elke week mee te knallen.

Nederlandse politie

Het bovenstaande specifieke pistool is nooit in dienst geweest van de politie, maar in het Nederlandse leger. Dat het in Nederlandse dienst is geweest ziet u aan het 'W met kroontje' stempel. De W staat voor Wilhelmina, die van 1890-1948 Koningin der Nederlanden was. Dit FN pistool was het dienstpistool waarmee onze politie was uitgerust tot ongeveer 1980. Het Nederlandse leger kreeg in 1946 al de beschikking over het grotere zwaardere broertje, de FN Browning High Power 9 mm, wat vast het betere wapen is om mee te schieten maar door gewicht en afmeting waarschijnlijk minder geschikt om continu rond te zeulen.

Ongelukkig magazijn

Even snel van magazijn wisselen zit er voor René Doorsnee niet in bij dit pistool. Maar goed dat onze agenten niet zo vaak magazijnen hoeven te wisselen tijdens een vuurgevecht. Het bobbeltje aan de onderkant is een schuifnok die ervoor zorgt dat het magazijn niet uit het wapen valt. Om het magazijn te verwijderen gaat eerst het wapen op de kop. Dan moet u met de ene hand de onder veerspanning staande nok naar achteren schuiven terwijl u met uw andere hand het wapen vast houdt. Met uw derde hand het magazijn eruit trekken. Hmmm. Nog niet helemaal uitontwikkeld destijds. Het met één hand het magazijn verwijderen, met een apart drukknopje aan de zijkant van het wapen, zoals bij vrijwel alle pistolen, is toch stukken gemakkelijker.

 

Het hele formulier: Hildo's mening

Het formulier zal net als andere onderdelen van de nieuwe wetgeving waarschijnlijk een ontmoedigende werking hebben op de sportschutter. Het zal Hildo dan ook niet verbazen als het aantal van bijna 40.000 leden, waar de KNSA een paar jaar geleden nog zo trots op was (het aantal groeide toen snel vanwege gedwongen toetreding van schietverenigingen), rap zal dalen. Of de veiligheid daadwerkelijk gebaat is met dit ontmoedigingsbeleid is vers twee. Het schietdrama in Alphen a/d Rijn, dat de rechtstreekse aanleiding lijkt voor de strengere regelgeving, had nooit kunnen plaatsvinden als de destijds geldende regelgeving gewoon was uitgevoerd.

Helaas... meer nieuwe regels invoeren is stukken gemakkelijker dan het correct implementeren van reeds bestaande.

                        ____________________________________ 

 

Norinco 1911 A1

De Colt 1911 is vanaf 1911 ingezet als het standaard vuistvuurwapen van het leger van de Verenigde Staten en is alleen geproduceerd in het kaliber 45 ACP (Automatic Colt Pistol). In 1924 werd het, na wat kleine wijzigingen, de 1911A1 en dat bleef zo tot het jaar 1985. In dat jaar werd de 1911 uiteindelijk door de Baretta M9, een 9 mm pistool vervangen. Het grote voordeel van de 9 mm is dat de patroon dunner is en er derhalve meer in het magazijn passen, tot zo maar 17 stuks. De 1911 blijft bij de magazijncapaciteit steken op een inhoud van maar 7 patronen. Dit omdat de patronen nogal dik zijn en bovenop elkaar gestapeld worden en niet links, rechts, links als bij de 9 mm. Toch is de 1911 bij sommige US legeronderdelen nog steeds in gebruik, wellicht uit nostalgische overwegingen of misschien vanwege de grotere 'stopping power' van de .45 ACP patroon. De 9 mm patroon schijnt soms wat 'overtuigingskracht' te missen.

Replica's

De 1911 is een immens populair wapen geweest. Dat is het nog steeds, want u komt ze regelmatig tegen op Nederlandse schietbanen. Colt zelf maakt ze ook nog, maar allerlei andere fabrikanten houden zich eveneens bezig met de productie van de 1911, zowel in standaardversie als getunede custom kermisattracties, die overigens verre van goedkoop zijn. Hildo's Norinco is basic, net als het origineel destijds was, en dat vindt hij mooier.

Norinco

Hildo heeft eens wat online gezocht en Norinco is een bijzonder grote Chinese firma die allerhande op wapengebied maakt voor zowel sportschutters als leger, tot aan tanks en raketwerpers toe, maar ook spullen voor industriële doeleinden. De 1911 is een pistool dat in de praktijk problemen lijkt te hebben met allerlei storingen in de aanvoer en het uitwerpen van de lege huls, maar de Norinco 1911 A1 staat niet als slecht bekend en heeft, naar het schijnt, een goede prijs/kwaliteit verhouding en is gemaakt van prima staal. Hildo is benieuwd!

 

Norinco 1911 vs Magnum Research BFR

Niet dat het plaatje iets toevoegt of anderszins zinvol is, maar altijd leuk om het een en ander in verhouding te zien. De 1911 is toch echt een full size pistool, maar moet het overduidelijk in lengte èn slagkracht afleggen tegen Hildo's polsverstuikende Magnum Research BFR revolver in 45-70. Hildo denkt nu al dat hij de 1911 in de praktijk misschien niet zo'n leuke metgezel zal vinden, maar wel een praktischer en handzamere, zeker met licht geladen munitie.

 

Dummy patronen

Dit zijn oefenpatronen voor 'dry firing'. Hiermee kunt u gewoon in de huiskamer de trekker overhalen. De slagpin wordt opgevangen door het nepslaghoedje, welke door een interne veer ondersteund wordt. Hierdoor wordt de 'slagkracht' van de slagpin gedempt en ontstaat er geen schade. Setje van vijf aangeschaft voor ruim tien euro, ze schijnen het redelijk lang vol te houden. Ze zijn verkrijgbaar in allerlei kalibers en u kunt er droog mee oefenen zonder dat uw wapen er schade van ondervindt. Welke kant u het wapen op trekt als u de trekker overhaalt wordt zo duidelijk zichtbaar. U kunt dan proberen dat te corrigeren zodat u op de baan alleen nog maar tienen schiet. Werken dit soort dummies in de praktijk daadwerkelijk scoreverhogend of zijn ze flauwekul? Mogelijk.

 

122 schone & geprimede 45 ACP hulzen

Ruim 100 slaghoedjes erin knijpen met de RCBS slaghoedjeszetter begint u wel te merken aan uw hand. Maar goed, het begint al ergens op te lijken.

 

De kogels

De officiële kogelmaat voor de 45 ACP is .452" voor lood en .451" voor volmantel kogels. Tenminste, dat zag Hildo op een herlaadsite. Dit is wat er verschoten gaat worden in de 1911. Van links naar rechts:

De RCBS 452-185 grain SWC (Semi Wad Cutter)

Zelf gegoten van gewoon lood met een dosis tin, een erg kritieke legering als het om schieten met nitro gaat. Het lood heeft de neiging tot smelten en versmeren in de loop, het is niet hard genoeg. Maar misschien gaat het bij zeer lichte ladingen nog net goed. De kogel komt als 454" uit de mal. Gelukkig heeft Hildo een 452" sizer die, dezelfde die hij gebruikt om de kogels op maat te krijgen voor Eleanor, zijn .451 Rigby voorlaadgeweer. De kogel heeft een beetje veel en diepe vetgroeven, het lijkt wel een zwartkruitkogel. De kop van de kogel steekt iets naar binnen zodat de bovenste rand perfect ronde gaatjes kan ponsen in het papier van de schietkaart. Langzaam vliegende kogels met een ronde neus geven daarentegen erg rafelige gaten in de kaart.

452-185 loden rondneus kogel

De gekregen 452-185 grain rondneus kogel, het merk is onbekend. Af en toe een fractie oversize, dus ook maar door de 452 sizer die voor een mooi consistente maat. Verder hoeft er niets aan gebeuren, de enkele vetgroef is al gevuld. Mooie kogel, maar de krimpgroef laat volgens Hildo zien dat dit eigenlijk een kogel is voor een revolver. Een pistool kamert op de rand aan de bovenkant van de huls, de huls dient daar dus buiten de kogel uit te steken. Als u de huls iets te ver naar binnen krimpt, dan zou de patroon te ver de loop in kunnen gaan. Een revolverhuls kamert op de rand aan de onderkant van de huls, de diameter van de voet van de huls is iets groter dan de huls zelf. Een revolverpatroon kunt u, wat dat betreft, zover als u maar wilt naar binnen krimpen: het heeft geen invloed op het kameren.

Uitzonderingen als revolvers die pistoolmunitie en pistolen die revolvermunitie verschieten laat hij hier buiten beschouwing, het is al lastig genoeg.

450-230 grain FMJ (Full Metal Jacket)

Een loden kern met een koperen mantel, in het ABN worden ze 'volmantel' genoemd. Dit is zo´n beetje de standaardkogel voor een 1911, volgens Hildo. Met 230 grain goed op gewicht om een tegenstander effectief te stoppen. Effectief stoppen hoeft Hildo helemaal niets, dus de 230 grain zorgt alleen maar voor meer terugslag, iets wat niet de bedoeling is. Met de schuifmaat meet Hildo een diameter van slechts .450", dunner dan de loden kogels, iets wat de herlaadtabellen ook al aangeven.

 

Tumble lubing met LEE Liquid Alox

Dit flesje heeft Hildo al jaren liggen. Het is een soort kogelvet maar schijnt niet geschikt te zijn voor zwartkruit, vandaar nog nooit geprobeerd. Maar loden kogels verschieten met nitrokruit, dat is precies waarvoor Liquid Alox gemaakt. U weet... elke loden kogel die door een loop heengaat moet gesmeerd worden om loodafzettingen tegen te gaan en goede precisie te waarborgen.

Het tumble lube proces

Super eenvoudig en razendsnel. Kogels in een bakje, diepvriesdoosje met deksel heeft Hildo gebruikt, er hoeft maar een klein beetje Liquid Alox overheen, deksel erop en het doosje ronddraaien totdat alle kogels mooi gecoat zijn. Letterlijk klaar in seconden! Dan een nacht laten drogen en ze zijn klaar voor gebruik. Als dit systeem goed werkt, is het vetten van loden kogels voor nitrogebruik echt een peulenschil. Het is eigenlijk te mooi om waar te zijn.

Bekend luchtje

Wat Liquid Alox precies is, staat er niet op. Supergeheime formule natuurlijk, maar het ruikt erg bekend. De geur lijkt wel erg veel op van die dunne vloeibare Tectyl, wat u in holle ruimtes spuit, zoals deuren van auto's, in een futiele poging het roestmonster te weren. Het kleurtje is ook hetzelfde... het zal toch geen Tectyl zijn?

 

Kruitladingen

Hildo gebruikt even geen kruitmolen. Leuk voor zwartkruit, maar als het om tienden van grains gaat is dat niet goed. Een kruitmolen werkt op volume en het volume dat de molen er uit gooit is niet altijd gelijk. Misschien dat het aan zijn kruitmolens ligt maar Hildo denkt van niet, want zowel zijn Palmetto als de top dollar Lyman No. 55, beide voor zwartkruit, hebben er last van. Op ongelukken zit Hildo niet te wachten, dus hij weegt elke lading apart af. Maar opschieten doet het zo niet.

                    ______________________________________ 

 

Koffiefilters

In elk van de negen koffiefilterzakjes zitten vijf patronen met negen verschillende kruit-kogel combinaties. Nu is het een kwestie van schieten en zien wat zuiver schiet en wat niet, wat rustig schiet, wat te veel terugslag geeft. En natuurlijk moet er gekeken worden of het wapen een goede aanvoer heeft en of het goed repeteert. 

 

En? Hoe schiet die 1911?

'Mwooahhh.. gaat wel', aldus Hildo, 'Het is natuurlijk geen zwartkruit, dat schiet stukken mooier'. Het nitrokruit verbrandt sneller, is toch altijd feller, wat bijterig, hoewel een 9 mm erger is. Zwartkruit daarentegen is lekker rustig en geeft eerder een snelle duw dan een tik. De knal is net zo als het wapen schiet, 'Peng', tegenover de dreunende 'Boeeemmm' van zwartkruit. 'Het is gewoon even wennen hoor', aldus Hildo.

 

20 november 2013. De testresultaten!

Na elke serie van vijf patronen maakt Hildo een foto van de kaart. In Photoshop kleurt hij de kogelgaten van elke serie met een andere kleur. In combinatie met het boekje waarin hij de testresultaten opgeschreven heeft, is een kaart als deze goed samen te stellen en het geeft een onmiddellijk vergelijkbaar overzicht tussen de verschillende ladingen. De enige afwijking is Hildo zelf, hij schiet elke serie natuurlijk niet helemaal exact gelijk, daarvoor moet hij robot zijn, opgelegd schieten of een veel betere schutter zijn dan hij ooit zal worden. Hildo heeft met één hand geschoten met een lichte ondersteuning van zijn andere om de beweging iets te minimaliseren en eventuele vermoeidheid te compenseren.

1e serie

Vier grain kruit achter de met daklood en 4% tin gegoten 185 grain RCBS semi wadcutter. Zoals te verwachten is de vier grain teveel van het goede. Het zorgt voor loodafzetting in de loop en iets kantelende kogels doordat de trekken en velden niet meer goed gevolgd kunnen worden. Eén kogel mist de kaart volledig. Één maal kamert de patroon niet.

2e serie

Met 3,5 grain achter de RCBS kogel gaat het al beter. De wadcutter laat zien dat ie een wadcutter is en stanst haarscherpe gaten uit. Toch nog lood in de loop, dus te veel kruit voor deze zachte loodlegering. Eénmaal kamert de patroon niet.

3e serie

Met 3,0 grain een stevig onderlading, volgens de Vectan herlaadtabel is voor de 185 grain gegoten kogel 4,2 grain het minimum. 'Onzin', meent Hildo, 'Met een 230 grain kogel mag er 3,1 achter, waarom zou er per se 4,2 grain kruit achter deze lichte kogel moeten? Als het zou detoneren, doet ie dat met een 230 grain kogel ook want op het moment dat het kruit ontbrandt, weet het pistool niet hoe zwaar de kogel is die er voor zit. Verschil in de lege ruimte achter de kogelbodem is er ook niet... dus?' Dat er met heel weinig kruit wel een meer onregelmatige verbranding zou kunnen plaatsvinden, lijkt Hildo logisch. Het ligt er een beetje aan waar het kruit precies ligt en dat zou best verschillende kogelsnelheden kunnen geven. Hildo meende te merken dat niet alle schoten gelijk waren. De wadcutter gaat langzamer door de kaart, met iets rafelige randen. Geen loodafzetting, maar wel één keer niet repeteren. Fractie meer kruit lijkt beter.

4e serie

Trail Boss had Hildo nog staan, heeft ie destijds gebruikt in de BFR revolver met verder prima resultaat. Het is zeer snel nitrokruit, met een groot volume, en ontworpen voor gebruik in nitrowapens in combinatie met een loden kogel. Het geeft lage kogelsnelheden voor de zogenaamde 'cowboy loads' zoals in gebruik bij Cowboy Action Shooting waarbij veel opslag ongewenst is. Het wordt ook veel gebruikt in zwartkruitwapens... maar als u de herlaaddata er op naslaat, wordt er nergens gerept over gebruik in antieke wapens. Kortom: het is en blijft gewoon snel nitrokruit, met snelle piekdrukken, voor gebruik in moderne nitrowapens!

De resultaten met de 3,5 grain Trail Boss in de 1911 lijken best goed en het schiet erg rustig. Helaas weigert het wapen één maal te repeteren en éénmaal kamert een patroon niet. Misschien zou een lichtere veer, die de slede na het schot weer naar voren duwt, uitkomst brengen.

5e serie

4,2 grain achter de RCBS wadcutter is teveel. Twee kogels missen de kaart, de andere drie liggen ver uit elkaar. Lood in de loop en zelfs kantelende kogels, het lijkt erop dat de kogel de trekken en velden niet meer goed volgt. Dit gaat helemaal niet goed.

6e, 7e & 8e serie

Allemaal met de 230 grain volmantel kogel met erachter respectievelijk 3,2, 3,5 en 3,8 grain kruit. De Vectan herlaadtabel zegt dat de minimum lading 3,1 grain en de maximum lading 3,9 grain is. De 3,2 grain laat 2x10 en de 3,8 lading 1x10 en 2x9 zien. Bij de de 3,5 grain lading zit er een groepje van 4 stuks verder naar rechts. Hildo meent dat dit allemaal best goed schiet. De lichtste lading is erg rustig, de 3,5 gaat toch harder en bij de 3,8 is er best wel terugslag aanwezig. De lichtste lading lijkt niet verkeerd, voor wat Hildo wil.

9e serie

Geen verrassing dat 4,5 grain met de gegoten lood/tin kogel echt veel te hard gaat. Extreme loodafzettingen in de loop en erg kantelende kogels. De terugslag is ook teveel van het goede. Kortom: Dit is niets.

 

Kreukelhuls

Hier ging het mis met onherstelbare schade aan de huls. De full length sizing & decapping die blijkt de huls aan de buitenkant te sizen, maar niet aan de binnenzijde, anders zou hij weer min of meer recht moeten zijn. Wist Hildo niet, maar nu wel.

 

Beschadigingen aan de huls

De met wadcutters geladen patronen laten aan één kant van de huls een beschadiging zien, soms zelfs een lichte deuk, opgelopen tijdens het kameren. Vlak onder de bovenkant van vrijwel alle hulzen zit een soort 'smiley'-afdruk in de huls, waarschijnlijk een beschadiging veroorzaakt door een te hardhandig contact met de 'geleideschans' van de loop? Een magazijn zou ook nog wel eens de oorzaak kunnen zijn van niet soepel kameren, las Hildo ergens. Het blijft nog een beetje onduidelijk.

 

27 november 2013. De Norinco met wadcutters

Niet allemaal in het midden, maar het gaat om het groepje. 'Voorwaar niet slecht', meent Hildo. Wel met twee handen en de bovenbenen leunend tegen de bridge voor maximale stabiliteit. Vooral het tweede groepje, de blauwe gaten, lijkt indrukwekkend. Jammer dat deze RCBS wadcutters regelmatig storingen geven tijdens het laden. Het 3,2 grain BA10 kruit schiet heerlijk rustig, een magazijn is leeg voor u het weet, ook met zwaardere kogels... die natuurlijk nog hoger uit komen. Het vizier is niet verstelbaar, dus als onderkant zwart als richtpunt wordt aangehouden zal er toch meer kruit in moeten. Gelukkig is Hildo iets gewend met zijn zwartkruit revolvers waarbij ook allerlei richtpunten moeten worden aangehouden, het is voor hem dus geen halszaak. De afwijking naar rechts ligt aan de keep, die is verstelbaar en die moet binnenkort even een paar tikjes hebben.

 

30 november 2013. Internationale Wapenbeurs Kassel (Duitsland)

Heen en weer is het 800 kilometer rijden. Maar Hildo had er veel goede verhalen over gehoord, de grootste beurs van Duitsland! Hildo verwachtte eindeloze rijen met gebruikte zwartkruitwapens, aanbieders van gebruikte herlaadspulletjes, etc. Dus wat geld mee, want als er wat is... moet je toehappen!

Het valt tegen

De entree is 15 euro, kopje koffie 3 euro en een broodje bratwurst 4,50 euro. Zo gaat dat op beurzen. Hildo heeft alleen de entree betaald. Met geld uitgeven heeft hij geen probleem, maar het moet wel in verhouding staan. Afijn, als het aanbod maar goed is, want daar gaat het om, niet waar? Maar het assortiment valt Hildo tegen. Hij had de beurs ook veel groter verwacht. Aan het begin, bij de ingang, veel boeken over de Tweede Wereldoorlog, met name over de Duitsers. Verderop leuke, maar niet te betalen antieke wapens en sommige wel te betalen maar in wat minder frisse staat verkerende wapens. Weinig aanbod van replica's, dus een mooie Kentucky Longrifle voor een prikkie zit er niet in. Wel redelijk wat blanke wapens, veel oudere pistolen en massa's kleine zakpistooltjes, nogal wat in Nederland verboden onklaar gemaakte 'deko' wapens. Ook nog een man met traditionele pijl en boog stand, leuk. Verder tamelijk veel aanbod van oudere grendelgeweren. Als u een Mauser 71/84 zoekt: die zijn er wel. En natuurlijk ook wat stands met nieuwe wapens. Koopjes zijn er vast, maar ze zijn Hildo niet opgevallen. Verder verschrikkelijk veel militaria: uniformen, helmen, petten, oorlogsonderscheidingen, etc., etc. Met militaria heeft Hildo niets, en hij is zelfs lichtelijk allergisch voor Duitse WWII toestanden. Het gemiddelde Nederlandse wapenbeursje, georganiseerd door een lokale schietvereniging, vindt Hildo veel interessanter, want hij is schutter en geen verzamelaar.

 

3 december 2013. Verlengen verlof? Het formulier C5

Elk jaar is het weer zover, het verlengen van het wapenverlof. Maar gewoon bij de politie langsgaan zoals gebruikelijk is niet meer voldoende. Al vanaf begin dit jaar moet nu het formulier 'C5' ingevuld worden. Doet u dit niet: geen verlof meer.

Bladzijde 1: Hildo's mening

Niets mis mee: u vult het in en klaar. Begint u onwaarheden in te vullen, dan raakt u uw verlof onmiddellijk kwijt en als u ergens 'ja' op moet antwoorden mogelijk ook. Hildo stelt het nu allemaal erg ongenuanceerd en kort door de bocht voor, maar dat een schutter een dusdanige geestelijke gesteldheid moet hebben dat hij/zij geen gevaar is voor anderen lijkt Hildo een goede voorwaarde voor deelname aan de schietsport. De psychische kant blijft moeilijk te beoordelen, dat wel, en er zullen ongetwijfeld mensen onnodig hun verlof kwijtraken.

Bladzijde 2: Hildo's mening

Hier moet de schutter twee referenten opgeven die door de politie kunnen worden benaderd.

Referent 2 is iemand die bij dezelfde schietvereniging lid is als uzelf, da's geen probleem. Er zijn genoeg schutters die referent wil zijn.

Referent 1 Stukken lastiger! Hier moet u iemand benaderen die wellicht geen verstand heeft van de schietsport of er geen affiniteit mee heeft. Ook al kent u iemand goed... zou u op zo'n verzoek ja zeggen als u de schietsport alleen maar een enge bezigheid vindt? 'Stel je voor zeg, straks schiet ie iemand overhoop en dan ben ik verantwoordelijk omdat ik heb gezegd dat ie te vertrouwen was!' Hildo kan zich best voorstellen dat iemand dat liever niet doet, maar zo'n weigering kan de relatie met een buurman, vriend, collega of familielid wellicht wel beïnvloeden. 'Zo, dus jij vertrouwt mij niet, da's even lekker zeg'. Dat wilt u als schutter natuurlijk voorkomen, dus een referent vinden kan in sommige gevallen best lastig zijn.

Natuurlijk is een referent alleen maar iemand die de politie kan bellen. De beoordeling van de schutter blijft een zaak van de politie en de naam van de referent op het formulier betekent niet dat hij/zij verantwoordelijk is voor de schutter. Hildo kan u overigens melden dat de politie met zijn referenten geen contact heeft opgenomen: het benaderen van deze mensen is geen standaardprocedure. Het zal alleen gebeuren in geval van twijfel.

                            _________________________________ 

Een .36 Pedersoli Le Page

Dit wapen is niet van Hildo, mocht ie willen. Evengoed mag hij er wel een ronde mee schieten en er wat over vertellen. Dat doet hij graag want hij vindt het zeer interessant om wat dieper op dit, behoorlijk populaire, wedstrijdwapen in te gaan. Deze Pedersoli Le Page stamt uit 1988 en is een replica van een Frans wedstrijdpistool uit de 19e eeuw. In 1717 is de firma Le Page in Parijs opgericht. Het bleef tot 1913 in handen van de familie. Tijdens die bijna 200 jaar heeft Le Page niet stilgezeten en van alles en nog wat gemaakt, wel altijd het luxe gebeuren voor de upper class. Onder de clientèle schaarden zich mensen van het Franse koningshuis alsook Napoleon Bonaparte en ook buiten de Franse landsgrenzen mochten veel mensen van aanzien zich eigenaar van een Le Page noemen. Een antiek Le Page pistool is heden ten dage nog best op de kop te tikken vanaf een fatsoenlijk maandloon. In dat licht bezien valt het nog mee.  De firma Le Page bestaat overigens nog steeds, maar maakt nu luxe tasjes. Het kan verkeren.

 

4 december 2013. Schieten met de Le Page!

Wedstrijden zijn van alle tijden. En altijd zal de deelnemer proberen zijn kansen op de zege te optimaliseren, u gaat niet met de eerste de beste Friese knol naar Duindigt. Met schietwedstrijden is, en was, het niet anders. Deze Le Page, luisterend naar de naam Mariëtte, is ondanks dat het een Pedersoli replica van het origineel betreft, in staat tot het schieten van topscores. Een goed pistool voor wie wil winnen. Zowel de eigenaresse van dit pistool als Hildo zelf zijn geen van beiden Olympisch goud-winnaars, en zullen het ook nooit worden. Maar dit wapen bewijst dat u geen topper hoeft te zijn om er toch van te kunnen genieten.

Hildo's score

Het pistool komt wat laag af bij Hildo. Dat zou gemakkelijk te veranderen moeten zijn want de keep is in hoogte verstelbaar. Het gaat hier echter om het groepje en... die ziet er niet erg bijzonder uit. ´Wennen aan het wapen hoor, ècht!´, aldus Hildo, die hoopt dat hij later nog eens een keer een rondje mag schieten met Mariëtte.

Laag tempo

Het tempo waarin met dit pistool geschoten wordt, is laag. Hildo is dit bij handvuurwapens niet gewend, immers: hij schiet normaal gesproken met voorlaadrevolvers en dat betekent toch zes maal schieten alvorens hij aan een nieuwe herlaadsessie toe is. Met een enkelschots pistool ligt dat anders. De schutter werkt, net als bij een voorlaadgeweer, telkens weer helemaal naar het schot toe. 'Het is vreemd', meent Hildo, 'maar met een pistool is het toch, gevoelsmatig, heel anders laden dan met een voorlaadgeweer, ondanks dat de te volgen procedure in principe gelijk is. Maar het is wel èrg leuk'. Jammer dat zijn verlof vol zit, anders wist hij het wel.

9 grain

Dit pistool verschiet .355" ballen met een 0,13 mm patch, dikkere patches en het gaat te zwaar. De kruitlading is slechts 9 grain, maar er is geen drukverlies zoals bij een revolver, en het kleine balletje heeft niet veel kruit nodig om toch een respectabele snelheid te halen; de gaten in de kaart zijn niet haarscherp uitgeponst maar vreselijk rafelig zijn ze zeker niet. Het gebruikte kruit is Zwitsers 1, een zeer fijne granulatie (korrelgrootte) van maar 3,5 FG, haast vergelijkbaar met 4FG kruit dat normaal gebruikt wordt als pankruit in steenslotwapens. Van opslag is nauwelijks iets te bespeuren, het schiet supervriendelijk.

Lange loop

In verhouding is de loop erg lang en bovendien is deze relatief dik. Lange lopen maken wapens topzwaar. De loop trekt het wapen duidelijk meer naar beneden dan een regulier percussierevolver, waar door de trommel de gewichtsverdeling anders is. Door de de extra beugel onder de trekkerbeugel met de middelvinger aan te trekken, krijgt de schutter toch een verrassend stevige grip op het wapen en ligt het, niettegenstaande de lange loop, toch beter en stabieler in de hand dan u voor mogelijk zou houden.

 

Instelbare trekkerdruk

Bij een echt wedstrijdwapen mag instelbare trekkerdruk natuurlijk niet ontbreken, en dat is hier dan ook niet het geval. Zoals gebruikelijk is het niet voorzien van een trekkerversneller, maar van één enkele, licht werkende, trekker die in niets onderdoet voor een wapen met trekkerversneller maar een fractie lichter zou nog kunnen. De trekkerdruk is helaas niet instelbaar door het schroefje dat u achter de trekker ziet zitten. Daarmee stelt u de positie af die de trekker heeft wanneer het schot afgaat, indraaien is verder naar achteren, uitdraaien verder naar voren.

 

Loopmontage

Net zoals bij Eleanor, Hildo's Rigby voorlaad wedstrijdgeweer, wordt de loop van de Le Page in de kast gehaakt. Dit is erg gemakkelijk bij het schoonmaken, maar wat belangrijker is: De loop hangt hierdoor eigenlijk vrij van het voorhout, zodat er geen spanningen optreden wanneer de loop warm wordt. Ook het vochtgehalte in het hout kan geen invloed uitoefenen op het schotbeeld. Iets wat met wapens voorzien van loopbanden wel het geval is. Aan de onderkant wordt de loop  vastgehouden door een soort spie die zowel door het voorhout als door een metalen 'oog' aan de onderkant van de loop gaat. Op deze manier wordt verhinderd dat de loop omhoog kan komen en uit het wapen kan vallen. Deze Le Page heeft, net als Hildo's Rigby, last van een los zittende spie. Maar dit is geen onoverkomelijk probleem: een stukje schilderstape houdt de spie, en daarmee de loop, prima op zijn plaats. 'Moet nog een keertje worden opgelost', aldus de eigenaresse, die overigens erg veel schietplezier aan het wapen beleeft. 'Mooi ding hoor', aldus Hildo.

 

11 december 2013. Remington Police 700

Dit is 'm! De Sniper Rifle bij uitstek, waarbij uiterste precisie voorop staat. En dit niet alleen voor de sportschutter, maar ook voor de politie, zoals bij gijzelingen, en voor het leger, waarbij het de eerste keer direct en precies raak moet zijn. Het geweer wordt geleverd zonder keep en korrel. Natuurlijk: Snipers doen het met een telescoop. Alvorens met dit dit wapen te kunnen schieten hebt u derhalve een telescoop nodig, maar deze zit niet bij het geweer omdat iedere nieuwe eigenaar toch weer zijn persoonlijke specifieke wensen heeft. Deze 700 is in ieder geval voorzien van een knots van een kijker en het zicht op de kaart is haarscherp.

308 Winchester Match munitie 2,50 euro per schot

Dit geweer is gloednieuw en moet worden ingeschoten (afgesteld). Dat wordt gedaan met behulp van een boresighter, een laser die in de loopmonding wordt gezet. Daar kan de schutter zijn telescoop alvast aardig op afstellen. Daarna wordt er echt geschoten om te finetunen. Dit gebeurt op een 50 meter-baan, iets waarvoor dit geweer niet echt gemaakt is. De schoten komen hoog af omdat de telescoop is ingesteld op een afstand van 300 meter. Dat is de afstand waarop Johan, de eigenaar, er mee wil gaan schieten. Voor die afstand heeft hij dan ook wedstrijdmunitie aangeschaft, prijs rond de 2,50 euro per patroon. Dit geweer is niet van het type 'Ik jaag er even een paar doosjes doorheen vanavond!'

 

14 december 2014 euhh... 2013. Rogers & Spencer afgestoft

Volgens de nieuwe regelgeving, Circulaire Wapens en Munitie 2013, mag u niet langer met uw antieke wapens schieten tenzij u ze laat bijschrijven op uw verlof, dus dat maar even gedaan. Veel schieten met deze originele Rogers & Spencer, die over twee jaar zijn 150e verjaardag viert, doet Hildo niet want dat vindt ie ergens een beetje zonde. Maar af en toe eens schieten moet kunnen. Een mens leeft maar één keer, nietwaar? Hildo blijft er van overtuigd dat deze Rogers & Spencer nog heel wat langer te leven heeft dan hijzelf. Zo gaat dat met wapens, tenminste, zolang u ze zelf niet om zeep helpt.

32 grain en een vetpil

Het schiet prima met 32 grain en een vetpil. Met weinig kruit schieten is lastig omdat de slag van de laadhevel van dit wapen relatief kort is, in verhouding tot de Walker in ieder geval.

Richtpunt is geen raakpunt

Het juiste richtpunt was even zoeken, vergeten na een paar jaar niet met de Rogers & Spencer te hebben geschoten, maar de donkerrode vlek blijkt uiteindelijk het beste. Omdat deze Rogers & Spencer ooit onderhanden genomen is tijdens zijn historie en van een wedstrijdkorrel is voorzien, is het mogelijk het wapen een beetje af te stellen. Misschien dat de groepjes dan nog wat beter worden... Hildo vindt ze zo al niet tegenvallen. De zeven blauwe gaten zijn van de tweede serie, hij heeft maar twintig kruitbuisjes bij zich en dan houdt het noodgedwongen op. Maar van die zeven schoten zitten er wel even drie in de tien! Geen weigeringen of andere toestanden. Niet slecht voor een revolver uit 1865.

 

18 december 2013. Gedeelde vreugd!

Hildo heeft nog 23 stuks van de gekregen 452-185 kogels met half ronde kop, daar heeft ie vrijwel nog niet mee geschoten. Wederom een test met de Norinco 1911 dus.

Geen storingen

Ondanks dat de kogel aan de voorkant plat is, zit er nog wel een gedeelte van de ronding van de '230 grain Hard Ball' kogel in. De wadcutter heeft dat niet en die blijft haken. Maar deze kogel doet het prima en de patroon schuift zonder storingen de kamer in.

Accuratesse?

Nou... de collega schutters weten niet echt te overtuigen met hun groepering, maar die van Hildo komt ook niet in aanmerking voor een Olympische medaille. De trekker van het pistool gaat overigens erg zwaar en kan daardoor mede schuldig zijn aan het schotbeeld. Om aan alle twijfel een einde te maken, is Hildo op z'n knieën gaan liggen en heeft, ondersteund door de bridge, de laatste zes kogels op de kaart afgevuurd. Superklein vindt Hildo het (groene) groepje niet. Hij heeft het idee dat de wadcutters nauwkeuriger zijn, of misschien had er wat meer kruit achter de kogels gemoeten. Zult u nooit weten, de kogels zijn op.

 

20 december 2013. Loodhardheid

Met zwartkruit is over het algemeen prima te schieten met 100% lood, zeker met voorladers. Er is eenvoudig aan te komen in de vorm van gebruikt daklood. Het is vrij zacht, 5 Brinell. Als u het wat harder wilt hebben, gooit u er tot 4% tin bij in. Dan gaat het lood naar een hardheid van 8 Brinell. Helaas, Hildo's 1911 heeft een hogere loodhardheid nodig, anders versmeert het de loop. Meer tin ziet Hildo niet als oplossing, want als u harde gegoten kogels koopt zijn die niet voor niets voorzien van een combinatie tin en het metaal antimoon, wat de hardheid van die kogels (zoals Drummen bullets) naar een knetterharde 25 Brinell brengt. Voor Hildo's Norinco is 25 Brinell lang niet nodig en wellicht zelfs onwenselijk. Bovendien is, niet onbelangrijk, een doosje kant en klare kogels knap duur.

Lood van Loden Cees

Op zijn zoektocht naar lood met antimoon koopt Hildo van Loden Cees 2,5 kilo loden sponningen, dit materiaal wordt gebruikt om glas in lood-ruiten te maken. Hoe hard het is weet Cees niet, maar er zit antimoon in volgens hem. Hildo heeft een LEE loodhardheidstester, zoals u misschien nog weet. Even een stukje lood platslaan om de hardheid te kunnen testen. 8 Brinell blijkt het te zijn en dat is niet hard genoeg voor een gegoten 45 ACP kogel, maar er kan wat tin bij en misschien lukt het dan wel. Hildo verwacht dan een hardheid van 10 Brinell misschien al wel voldoende is.

 

Kogels gieten, testdeuken en hard genoeg?

De 2,5 kilo antimoon/lood legering, van 8 Brinell, van Loden Cees gaan de loodoven in en Hildo gooit er, op het oog, nog wat stukken tin bij in om de hardheid omhoog te krijgen. Als het kogels gieten klaar is kan, na volledige afkoeling, de hardheid getest worden (klik hier voor de uitleg van de LEE hardheidstestset).

Testdeuken

Links bovenaan .062" deuk (13 Brinell), rechts bovenaan .052" deuk (19 Brinell) en onderaan .080" (8 Brinell). De deuk in de net gegoten kogel, links bovenaan, is dus ongeveer .062" in diameter en dat betekent dat de kogel zo'n 13 Brinell geworden is en hard genoeg zou moeten zijn voor drukken tot 17.000 PSI, volgens de LEE 'Brinell Hardness and Maximum Pressure Chart'. Kruitleverancier Vectan geeft helaas geen drukken aan in hun herlaadtabel. De druk waarop een 45ACP patroon werkt is maximaal 21.000 PSI. Hildo gebruikt de vrijwel minimale kruitlading die geldt voor een 230 grain kogel. Deze net gegoten LEE kogels wegen maar 200 grain en dat betekent een minder hoge piekdruk omdat de kogel gemakkelijker op gang te krijgen is. Daarom denkt Hildo dat deze 13 Brinell harde kogel hard genoeg is.

 

21 december 2013. Funshoot SV de Vrijheid!

Kaartje schieten is leuk, maar op houtblokken ook! De regels zijn simpel: maximaal vijf patronen laden. Na het commando 'vuur!', zes houtblokken omschieten, herladen mag natuurlijk. Na één minuut gaat een claxon en is de wedstrijd voorbij. De snelste schutter wint... en dat is ditmaal Ronnie met 6,5 seconden.

Voorlader?

Er is één deelnemer met een voorlader en dat is Hildo met Lucy, de Brown Bess. Met een behoorlijke kwak van 137 grain kruit achter de kogel (en van tevoren de bal in een printerpapiertje gewikkeld om zo snel mogelijk te kunnen laden), krijgt Hildo twee schoten de loop uit en op het moment dat de toeter gaat is hij net bezig de pan te vullen voor het derde schot. Het derde schot valt dus buiten de minuut. Evengoed vallen bij het eerste schot drie houtblokken om, mazzeltje als de splinters net even alle kanten uitvliegen, en ook schot twee en drie zijn raak! Toch even vijf houtblokken om! Hatsjiekidee! Goed voor de troostprijs, een heerlijke diepvrieskip.

BFR

Hildo heeft voor deze houtblokwedstrijd ook nog speciaal stevige patronen geladen. Met de Blackpowder Express 452-540 kogel (weegt maar 517 grain), een vetpil en een patroon verder vol zwartkruit willen de houtblokken wel om... mits Hildo ze raakt, want op 12,5 meter weet Hildo er maar twee te treffen.

Turkey shootout

Die volgt na het houtblokschieten, maar de kerstkalkoenen zijn Hildo even ontgaan: hij zit dan inmiddels in de kantine met een heerlijk warme chocolademelk. Hmmm... lekker warm.

 

Online baartjes hard lood

Lood met antimoon is dé manier om hardere kogels te gieten. Maar het spul lijkt moeilijk te krijgen. Voor accuplaten en balanceerlood voor wielen wordt gebruik gemaakt van een lood/antimoonlegering, de standaard methode om lood harder te krijgen. Balanceerlood blijkt in de praktijk echter niet meer van lood gemaakt te worden, het is vervangen door balanceergewichten van zink. Accu's kapot slaan ziet Hildo even niet zitten en alvorens zich nog meer scenario's uit te denken, gaat hij voor een gemakkelijke oplossing: online bestellen.

Het probleem is dat er bij de online-shop minimaal 1000 kilo besteld moet worden voor een legering die gemaakt is naar de wensen van de klant, maar dat is een beetje veel. Maar Hildo wil natuurlijk wel lekker hard lood, dat kan goed gemengd worden met daklood.

Duur

De verkoper heeft echter nog 12 baren lood van 19 kilo per stuk liggen, maar weet niet hoe hard die precies zijn. 'Het is gelegeerd met antimoon en wel behoorlijk hard', aldus de verkoper. 4,50 euro per kilo, exclusief btw. Hildo bestelt twee baren. De 38 kilo lood komt op 237 euro, inclusief btw en verzendkosten... Dit is verreweg het duurste lood dat hij ooit gekocht heeft, duurder dan de Norinco 1911 was, het wapen waarvoor het bestemd is! Het gevoel is niet goed, maar beter duur dan niet te krijgen, nietwaar? Het lood blijkt uiteindelijk slechts rond de 14 Brinell te zijn. Dit is niet de methode om goedkoop kogels te kunnen gieten!

Antimoon

Antimoon is een relatief giftig metaal met een behoorlijk hoger smeltpunt (630°C) dan lood (327°C). Het schijnt lastig te zijn om een goede legering van beide metalen aan te maken en waarschijnlijk is die bezigheid ook niet erg gezond. Los antimoon is niet echt goedkoop en Hildo laat het daarom maar voor wat het is. Het bijzondere aan antimoon is, behalve dat het gebruikt wordt om lood harder te maken, dat het bij afkoeling uitzet door de vorming van kristallen. Die eigenschap zorgt er voor dat, bij de juiste legering met lood, tijdens het afkoelen het metaal in de gietmal goed in de hoeken gedrukt wordt. Belangrijk voor een perfect gietsel. Daarom werd antimoon ook gebruikt bij drukkerijen toen er nog gedrukt werd met loden letters (hard lood wordt ook wel eens linotype-lood genoemd, afkomstig van de grafische term voor één enkele getypte regel, ofwel een 'Line Of Type'). Voor kogels is lood van zo´n letterlegering, linotype dus, vrijwel altijd onnodig hard. Overigens, de kans dat u nog letterlood tegenkomt is zeer gering omdat er al meer dan 40 jaar offset gedrukt wordt, een sneller proces waarbij gebruik gemaakt wordt van drukplaten.

Hardheid puur tin

Puur tin is ongeveer 18 Brinell. Hoe Hildo weet dat zijn tin puur tin is? De tin die Hildo gebruikt komt rechtstreeks uit een antieke kraantjespot. Omdat artikelen die voor eten of drinken geschikt geen giftige materialen mogen bevatten, is deze pot gemaakt van puur tin. Tin is namelijk niet giftig. Lood zit er, uiteraard, niet in!

 

28 december 2013. Schietkaart Lucy

Omdat het de laatste dag van het jaar is dat er geschoten wordt gaat Hildo ook nog even met Lucy de baan op. Het lijkt niet eens zo raar, totdat u beseft dat er maar 11 gaten in de kaart zitten en er 13 kogels zijn afgevuurd. Maar, verdedigd Hildo zich, de kogels waren gewikkeld in printerpapier en zaten rechtstreeks op het kruit. Gewoon ouderwets, geen patches en geen prop onder de kogel. Het eerste schot is slap, loop moet eerst een beetje vervuilen voordat de kogel goed op gang komt, en die gaat onder de kaart door. Waar de andere missende kogel gebleven is is onbekend. Toch is het puntenaantal met 62 veruit het hoogste wat hij de laatste tijd geschoten heeft. Toch nog succes vandaag!

 

1) 1 januari 2014. De loodafzetting in de loop... Testing: Gas cutting or stripping bullets?

Hildo besluit om, na wat tegenstrijdige verhalen gehoord te hebben, maar eens aan het testen te slaan om te zien of hij er achter kan komen waar de loodafzetting nu echt door veroorzaakt wordt, in ieder geval bij zíjn Norinco 1911. Hierboven ziet u de loden LEE 450-200-RF kogel, gegoten met een onbekend percentage zink, hardheid 19 Brinell. De kogel is behandeld met Liquid Alox bullet lube. Om te beginnen meet Hildo de diameter van de kogel. Die is .4525", wat ruim voldoende is voor een 45 ACP.

 

2) De kruitloze patroon

Hildo zet een patroon in elkaar, inclusief krimp, maar zonder kruit. Hij weet dat de kogel wél uit de huls gedrukt gaat worden door het afgaan van het slaghoedje, maar in de loop zal blijven steken... en dat is van belang. Het is net als het sluggen van een loop eigenlijk, maar een stuk gemakkelijker en het geeft nog wat extra informatie.

 

4) Lege huls

De kogel zit niet langer in de huls en moet nu dus in de loop zitten.

De knal van het afgaan van het slaghoedje stelt niets voor, stukken stiller dan van een percussiekapje, maar het slaghoedje zit natuurlijk ook binnen in het wapen. Het geluid is vergelijkbaar met dat van een CO2-pistool waar niet veel druk meer in zit.

 

6) Vanuit de loopmonding

Duidelijk te zien, de gegoten kogel zit shocking klem in de loop.

 

8) Kogel uit de loop tikken

Met een stokje van 9 mm diameter wordt, met beleid, de kogel weer uit de loop getikt, richting kamer. De kogel zit redelijk vast, er zo even uitduwen gaat niet lukken.

 

9) De 450-185 RCBS SWC zonder kruit

Nóg een keertje. Ditmaal met de semi wadcutter die de loop van de Norinco zo vreselijk wist te versmeren met lood.

Bijna helemaal door de loop!

Dit is geen foto waarbij de kogel aan de loopmonding naar binnen gedrukt is. Waar de andere kogels tijdens deze test bleven steken in het begin van de loop, vliegt de RCBS wadcutter er op de gasdruk van het slaghoedje bijna helemaal doorheen, op een paar millimeter na. Dit komt waarschijnlijk door het zachte lood, dat gemakkelijk de vorm van de loop aanneemt in combinatie met het relatief kleine deel van het oppervlak van de kogel dat in contact komt met de loop. Dit verklaart ook het relatief snelle strippen in het begin van de trekken.

 

11) Kruitloze huls... hij is zwart!

Dit is één van de hulzen die Hildo gebruikt heeft om te schieten zonder kruit. Wat opvalt is de hoeveelheid 'roet', want schoon schieten doet een slaghoedje niet. De oorzaak is eenvoudig: De kamer is een fractie groter dan de huls, zou dat niet zo zijn dan krijgt u de patroon de kamer niet in. Op het moment dat het slaghoedje afgaat loopt de druk nauwelijks op, vandaar dat de roet tussen kamer en huls geperst wordt.

Mét kruit dan?

Dan wordt het een beetje anders. Door de aanwezigheid van kruit achter de kogel loopt de druk natuurlijk veel hoger op en de huls zet uit totdat hij de wand van de kamer tegenkomt. Omdat de hulswand met kracht tegen de kamerwand gedrukt wordt, kan er geen roet tussen huls en kamerwand komen.

Met weinig kruit

Als u met gereduceerde ladingen schiet, dan is de kans groot dat u toch in meer of mindere mate een zwarte afzetting krijgt. Gooit u een beetje meer kruit in de huls, dan zal dat effect verminderen of zelfs verdwijnen. Wel blijven opletten wat u doet natuurlijk. De afzetting is een indicatie van weinig kruit, maar u dient altijd de data van de herlaadtabel in acht te nemen.

 

3 januari 2014. Lood smelten 'New Style'

Wederom een investering in 'De Perfecte Kogel'. Deze gietijzeren pan komt van de Blokker, voor rond de 25 euro. Flinke investering maar een, veel goedkopere, aluminium pan schijnt te verzwakken bij hoge temperaturen en op ongelukken met een paar liter gesmolten lood zit Hildo niet te wachten. Gietijzer is het meest geschikt voor kogelgieten. Deze pan weegt 2,8 kilo en heeft geen anti-aanbaklaag van Teflon/PTFE, want dat geeft giftige dampen af, eigenlijk al vanaf zo'n 200 °C en de smelttemperatuur ligt op exact dezelfde 327 °C als lood. Deze eigenschappen maken PTFE absoluut ongeschikt voor het smelten van lood en mogelijk ook voor het klaarmaken van uw voedsel. De 1500W Trion kookplaat onder de pan heeft Hildo online besteld voor 24,90, inclusief verzendkosten. Dit zijn minimale kosten, want zeg nou zelf.. wat krijgt u in vuurwapenland nog voor 50 euro vandaag de dag? Twintig stuks 45-70 patronen?

Het grove werk

Deze combinatie gaat ingezet worden voor het grove werk van lood smelten en bepaalde legeringen maken om het resultaat vervolgens in loodbaartjes te gieten. Tot nu toe ging alles gewoon in de LEE smeltoven, maar loodbaartjes zijn erg handig om een loodlegering te krijgen die wenselijk is, gewoon door baartjes van verschillende samenstelling samen te smelten in de LEE gietoven.

 

3 januari  2014. Slagletter & cijferset

Een slaglettersetje is iets wat Hildo zijn leven lang al zag zitten. Maar slagletters zijn duur, erg duur. Maar dat blijkt uiteindelijk erg mee te vallen. Deze set is online bij Rubenco te koop en voor 20 euro (excl. verzendkosten) heeft Hildo een setje bestaand uit 6 mm diepe letters en cijfers besteld. Ze zitten netjes geordend, en daardoor erg overzichtelijk, in een houten doosje en zijn gemaakt van knetterhard HSS staal. Eindeloos te gebruiken en gaan gegarandeerd uw hele leven mee.

Waarvoor dan?

Voor het merken van lood baren. Het is natuurlijk van belang te weten wat voor soort lood u in baren gegoten hebt, welke ingrediënten de legering bevat en hoe hard deze is. Als dit soort informatie op de baartjes is vermeld weet u in ieder geval wat voor soort lood u in handen heeft alvorens u het in de smeltpot gooit. Hildo hoopt ook zo een gewenste legering / hardheid redelijk te kunnen samenstellen.

 

5 januari 2014. Lood smelten 'New Style'... fiasco

Leuk ding hoor, die Trion kookplaat, maar niet om lood te smelten. Ondanks het forse vermogen van 1500W is er een groot probleem en dat is de thermostaat. Ook op de hoogste stand grijpt de thermostaat in en sluit onverbiddelijk de stroomtoevoer af, net op het moment dat het lood een fractie begint te smelten. De thermostaat verwijderen doet Hildo niet, op elektrocutie of brand zit hij niet te wachten. Jammer van de investering, maar er moet naar iets anders worden omgezien en Hildo weet al wat het gaat worden: een gasbrander aangesloten op een gasfles. Hij heeft geen van beide, maar daar komt binnenkort verandering in. De kookplaat mag blijven, vast handig voor het opwarmen van de giettang.

 

8 januari 2014. Het vréét patronen!

Het tempo waarin met een dergelijk pistool de munitie er door gaat, blijft Hildo verbazen. Een wereld van verschil met een voorlader. Een doosje van 50 stuks kost momenteel iets van 20 euro. Dat is 40 cent per schot en hier liggen 33 patronen.

45 ACP? Da's duur schieten!

Dat 45 ACP duur schieten is, werd Hildo helemaal in het begin van zijn sportschietcarrière eens verteld. Maar voor wie herlaadt en zelf kogels giet, valt het nog mee:

47,50 euro voor 1000 CCI slaghoedjes, bijna 4,8 cent per schot en dat maakt de slaghoedjes het duurste onderdeel van de patroon. Kruit: 37,50 euro per halve kilo. 3,2 grain is bijna 1,6 cent per schot. 77,16 kogels van 200 grain uit een kilo balanceerlood, misschien 3 cent per kogel. Hulzen scharrelt u bij elkaar in de hulzenbak en zijn dus gratis.

Kortom: slaghoedje 4,8 cent + kruit 1,6 cent + kogel 3 cent = 9,4 cent per schot en dat is 30 cent per schot goedkoper dan een fabriekspatroon. Ha!

Dat Hildo gemakshalve een loodoven, stroom, giettangen, herlaadpers, die-set, tumbler/ultrasoon reiniger, etc. even niet meerekent, was u vast al opgevallen.

 

8 januari 2014. 1911 slide spring

Een sluitveer, terugstootveer, sledeveer: als het beestje maar een naam heeft. Het is de veer die de slede opvangt na het schot en weer naar voren duwt zodat een nieuwe patroon in de kamer geladen wordt. Met licht geladen munitie heeft u een andere veerdruk nodig dan met pittig geladen patronen. Deze kreeg Hildo van een collegaschutter om te proberen. De veer blijkt veel sterker dan die er nu in zit en maakt het wapen lastig te spannen. Hildo denkt niet dat deze veer nodig is met zijn superlicht geladen munitie en geeft de veer daarom, ongebruikt, terug.

 

18 januari 2014. Sproeikaart Norinco 1911 A1

Voor de goede orde: nog een keertje sproeien met de Norinco. De kaart lijkt misschien nog wel een heel klein beetje slechter dan de kaart van 15 januari, met de andere RCBS wadcutter kogels. Het lijkt in ieder geval nog steeds nergens naar. Hildo is een beroerde schutter. Wiebelende handjes en de bril scheef op z'n neus. Dat moet het zijn!

 

19 januari 2014. Schietkaart Tijgertje!

Tijgertje is Hildo's Carl Gustaf Rolling Block uit 1868 en inmiddels is het wapen al weer bijna zeven jaar in Hildo's bezit. Het wapen is onlangs door Johnny onder handen genomen, hij heeft hem grondig schoon gemaakt en heeft wat series proef geschoten om het geweer beter aan de loop te krijgen. Het valt tegen en Hildo blijft bij zijn eerdere conclusie: de loop is iets te groot voor de kamer. Met dikke 508 kogels waarvan Johnny een giettang van onduidelijke makelij heeft, gaat het nog best redelijk. Nog iets dikkere kogels, .513 waren ideaal geweest voor de loopdiameter, maar daarvoor is en blijft de kamer te klein. Door met flink veel Zwitsers kruit te schieten, waardoor de kogel zich een beetje redelijk in de trekken kan zetten, verbetert het schietresultaat. Hildo heeft al een tijdje niet meer met Tijgertje geschoten en moet daardoor even op zoek naar het juiste richtpunt. Het onderste groepje is wat Hildo er vandaag van maakt. 'Best redelijk voor Tijgertje', meent Hildo. Jammer dat Tijgertje niet fatsoenlijk wil schieten met goedkoop kruit en normale .50 kogels.

 

22 januari 2014. Best score ooit!! 91 punten!

Drie kaarten achter elkaar met de Colt Walker. Waarom? Gewoon, omdat ie zo fijn schiet.

1e kaart. 91 punten. Hildo's All Time Best Score!

Zomaar, na ruim acht jaar onophoudelijke schietsport, is het zover: de hoogste score ooit met 91 punten. Een verbetering van zijn persoonlijk record met maar liefst drie punten. Hildo's hoogste score met revolver vóór vandaag was 88 punten in 2012.

2e kaart. 87 punten

Eigenlijk is de eerste kaart altijd de beste en ook ditmaal blijkt dat geen uitzondering. Evengoed weet hij het toch nog tot 87 punten te schoppen, en dat is voor Hildo ruim boven zijn gemiddelde, wat waarschijnlijk rond de 82 zal zijn.

3e kaart. 82 punten

Nu begint Hildo de vermoeidheid goed te merken. De revolver lijkt steeds zwaarder te worden en het heeft zijn weerslag op het puntentotaal. Geeft niets, lekker schieten was het nog steeds!

 

29 januari 2014. Eindelijk... Eleanor!

Eleanor zat goed in de olie hoor: ze had best nog een poosje in de kluis kunnen blijven staan zonder gevolgen, maar het werd de hoogste tijd. Match Rifle Precision tijd. Hildo weet de kaarten de laatste tijd aardig te raken en ook dit keer met Eleanor is er niets om zich voor te hoeven schamen. Met 89 punten geen top, maar wel een prima score. De eerste kogel heeft zowaar de hele kaart gemist. Waarom? Het eerste schot, het 'olieschot', is eigenlijk nooit goed, maar de kaart missen is vreemd. Evengoed, toch nog een prima resultaat én heerlijk geschoten.

'Eleanor is een fijne hoor', meent Hildo.

Voorlaadbenodigdheden

'Wat een toestanden', denkt u vast bij het aanschouwen van het hierboven afgebeelde stilleven. Als u serieus schiet, en alle toeters en bellen gebruikt, dan heeft u het allemaal nodig ook. De kruitbuisjes zijn een speciale uitvoering, met o-ring in de schroefdopjes, om het geringste beetje vocht buiten de buisjes te houden. Een trechter is noodzakelijk omdat u zeker wilt weten dat elke korrel kruit van uw speciaal afgewogen ladingen daadwerkelijk in de kruitkamer belandt en niet ergens halverwege de loop blijft hangen. Hamertje om de kogel in de loop te slaan. Kogelstarter om de kogel goed op gang te brengen en een reguliere pompstok, uiteraard voorzien van een 'loopmondingbeschermer' die er voor zorgt dat de pompstok niet in aanraking komt met de loopmonding. Immers... een beschadigde of versleten loopmonding helpt de precisie onomkeerbaar om zeep. Iets wat geen enkele voorlaadschutter wil en al helemaal niet met een wedstrijdpistool. Dan natuurlijk nog percussiekapjes voor de ontsteking, rondballen, patches, olie en schoonmaakmiddel om de loop af en toe te kunnen doorhalen met een doekje zodat de precisie gewaarborgd blijft. Tjonge.

 

4 december 2013. Schietgebed

Dit is daadwerkelijk pas de eerste keer dat Hildo met een voorlaadpistool schiet tijdens zijn inmiddels acht jaar oude zwartkruitcarrière. Misschien is het pistool wel tot allemaal tienen in staat... maar is Hildo dat ook? 'Het is tijd voor een schietgebedje', meent Hildo, die zeer benieuwd is hoe hij het er af gaat brengen.

 

Percussieslot zundkanaal

In de achterkant van de loop zit de 'breech plug', in het Nederlands 'staartschroef'. In het geval van deze Le Page zit het schoorsteentje niet in de loop, maar in de staartschroef. Wanneer het schoorsteentje in de staartschroef zit, heet de staartschroef 'patentstaartschroef'. Dat las Hildo in het Militair Woordenboek uit 1861 door dhr. H.M.F. Landolt. In ieder geval loopt bij de Le Page het zundkanaal rechtstreeks naar de kamer. Geen lullig gaatje, maar een mooi groot kanaal dat er voor zorgt dat de ontsteking razendsnel en betrouwbaar verloopt. Heel wat anders dan bij naar percussie geconverteerde vuursteenwapens met een tonnetje aan de zijkant waarop het schoorsteentje zit. Dat systeem is vragen om ontstekingsproblemen: dergelijke wapens kunnen door een dichtslibbend tonnetje gevoelig zijn voor een onbetrouwbare ontsteking. De Le Page heeft tot op heden nog nooit geweigerd.

 

Richtmiddelen

De Le Page is voorzien van een open viziering, maar met name de keep is wel tamelijk gesofisticeerd. Het is het eerste wapen dat Hildo gezien heeft met een keep die middels een schroefverstelling exact in hoogte verstelbaar is. De korrel zit op de reguliere wijze met een zwaluwstaartverbinding aan de loop gemonteerd.

 

11 december 2013. Na tijden... Lucy!

Wat blijft er nog over van Hildo's kunnen betreffende de discipline miquelet?

'Zullen we het er niet meer over hebben?', aldus Hildo. Dat doen we natuurlijk wél en, het mag gezegd: het is niet veel soeps. De laatste keer dat Hildo met Lucy aan het schieten is geweest, was tijdens de najaarswedstrijd van de Vrijheid in Hoogeveen. Door omstandigheden heeft hij hier geen verslag van kunnen doen... en dat is misschien maar beter ook. Er waren drie deelnemers met een Brown Bess en Hildo was de laatste met 38 punten... en vandaag waren het er nog maar 36. Lijkt niet goed zeg. Om nog een beetje redelijk te kunnen schieten moet hij, da's duidelijk, véél meer oefenen.

 

Hildo even knallen met de Remington 700?

'Tuurlijk!', met zo'n Remington als deze heeft hij nog nooit geschoten. 'Onderkant van de insteekkaart aanhouden, want de telescoop staat ingesteld op 300 meter'.

Liggend achter het geweer, lukt het niet om een comfortabele positie te vinden. 'Liggen is helemaal niks', aldus Hildo, die al last van zijn rug begint te krijgen. Stoeltje erachter dan, 'Ahhh.. da's beter'.

'Hé, je kijker zit los, want die kaart wiebelt zo heen en weer', grapt Hildo nog. Het valt echt niet mee om het wapen volledig stil te houden, het is in feite onmogelijk omdat de schutter zelf altijd iets zal bewegen.

Knal! Het onderste gat is een feit. Daarna vergeet Hildo het goede richtpunt, onderkant kaart, aan te houden en richt, automatisme van de kaartschutter, op onderkant zwart. Knal! Het bovenste gat is een feit, maar verklaarbaar een stuk hoger. Nog eentje dan, kijken of het lukt gat in gat te schieten want daartoe is het geweer in staat, zeker op 50 meter. Knal! Het middelste gat.

Er zit maar een kogeldiameter, 7.62 mm, tussen beide bovenste gaten. Lijkt niet slecht, maar is niet best. Echt goede schutters schieten wel gat in gat. Voor sniper is Hildo duidelijk niet in de wieg gelegd.

Iets voor Hildo?

In de buitenlucht, waarbij de kogel onderhevig is aan wind en andere weersinvloeden, kan lange afstand-schieten best een uitdaging zijn. De schutter heeft met allerlei externe factoren van doen en 'de wind lezen' is lastig. Binnen schieten op korte afstand doet dit soort wapens geen eer aan en dus houdt Hildo zich liever bij zijn zwartkruitspulletjes, en dan nog... long range schieten met een voorlaad zwartkruitgeweer is ook heel goed mogelijk en misschien wel leuker!

 

14 december 2014 euhh... 2013. Met z'n bakkes in de afvalton

Armoedig gezicht hoor, zo graaiend in de afvalton. Maar het is geen afvalton, het is de hulzenbak! 'Herladen is recyclen', meent Hildo, 'dus goed voor het milieu'. En misschien is het niet eens direct voor het milieu dat ie met een zaklampje eventjes door de ton gaat om achteloos weggegooide 45 ACP-hulzen een tweede kans te geven in z'n Norinco 1911. Iedereen, die niet zelf herlaad, lijkt met kleinkaliber, 9mm, 38 special en 357 Magnum te schieten. De grotere kalibers zijn duurder, dus steeds interessanter om te herladen. Die hulzen worden weer meegenomen door de schutters. Toch weet hij nog tegen de 40 stuks 45 ACP te redden, en mooie exemplaren ook nog die slechts éénmaal gebruikt zijn. Zonde om ze zomaar om te smelten.

 

19 december LEE 452-200-RF zesvoudige giettang voor de Norinco 1911

De RF toevoeging vande deze 452-200-RF kogel betekent RoundFlat (Ronde kop met Platte neus). Dit is een 'commercial quality 6-cavity mold' volgens LEE. Volgens Hildo is het straks kogels gieten met een rotgang en dat ziet hij wel zitten! In principe is het gewoon een aluminium gietblok, maar er zitten stalen paspennen en stalen inserts in waar de paspennen in vallen. Staal op staal dus en dat is beter dan de reguliere LEE gietblokken waar een liggende stalen pin in een gleuf valt in het aluminium van het tegenoverliggende gedeelte van het gietblok, staal op aluminium is toch slijtagegevoeliger. Gewone LEE blokken zijn over het algemeen al heel snel lastig open en dicht te krijgen, dat is met dit wat duurdere systeem vast beter.

Pasvorm

Lijkt prima. Even wat stukjes aluminium weghalen die er nog aan zitten van het frezen en dan sluit het blok goed en kiert het niet. De snijplaat (sprue plate) is een vernuftige constructie: los tikken hoeft niet meer, want als u aan het handvat trekt dan zorgt een scharnier met vernuftig ingebouwde hefboomwerking ervoor dat u toch gemakkelijk genoeg kracht ontwikkelt waarmee de snijplaat de gietpropjes kan afsnijden.

Zes kogels in één keer

Het grote voordeel is natuurlijk de veel grotere kogelproductie. Komt goed uit, want met een pistool vliegen de kogels er door. In tien keer heeft u met dit gietblok 60 kogels tegen 20 met een gewoon 2-cavity gietblok en het scheelt zelfs 50 met een single-cavity gietblok waarvan Hildo er verscheidene heeft, met name voor de zware kogels. Het gietproces zal natuurlijk iets langzamer gaan omdat u nu eenmaal zes gaten moet vullen met lood in plaats van twee.

Nadelen?

Misschien dat de kogels onderling een fractie afwijken, zou toevallig zijn als ze allemaal precies identiek zijn. Andere nadelen ziet Hildo zo even niet, maar als deze er zijn komen ze vanzelf aan het licht tijdens het gieten.

Zonder handvatten

LEE levert zijn gietblokken altijd compleet met handvatten. De zesvoudige uitvoeringen zijn wel voorzien van het handvat op de snijplaat (sprue plate), maar de handvatten van het gietblok zelf ontbreken! De standaard handvatten van de reguliere LEE giettangen passen niet, net zo min als die van Lyman of Pedersoli want daarvan zijn de bekken te kort. Er zit niets anders op dan de handvatten apart te bestellen of die van Jeff Tanner te gebruiken, want die passen wel!

 

LEE 452-200-RF kogels

Deze komen uit de zesvoudige giettang. Hildo moet zeggen dat het prima gieten is met deze tang, de snijplaatconstructie werkt uitstekend en de kogels zijn gemakkelijk uit de mal te lossen.

Problemen?

Veel zijn mislukt. De mal was koud en heeft even tijd nodig om op temperatuur te komen. Zes kogels van 200 grain betekent 1200 grain lood + het extra wat bovenop het gietblok ligt. Hildo's loodgietlepel is wat aan de kleine kant, vooral als hij hem niet helemaal vol krijgt wanneer het loodpeil in de gietoven te laag komt te staan. Hildo heeft immers maar 2,5 kilo van het antimoon lood. Voordat de giettang goed en wel op temperatuur is, zit er al weer te weinig lood in de oven om de loodgietlepel fatsoenlijk te kunnen vullen. Hierboven ziet u alle kogels die min of meer gelukt zijn. Perfect is er momenteel nog niets, maar daartoe is de tang zeker wel in staat.

LEE tumble lubing

Weer even in het bakje, wat LEE Liquid Alox erop en even ronddraaien. Morgen zijn de kogels voldoende gedroogd en kunnen de patronen gemaakt worden.

 

Hard, harder, hardst?

Kogels worden gemaakt van lood. Hartstikke zwaar, dus stabiel tijdens de vlucht: een stuk lood vliegt beter rechtuit dan een handvol veren nietwaar? Niet alle wapens zijn gelijk en verwerken alle kogels even goed, de kogel moet passend zijn voor het wapen en daarbij gaat het niet alleen om vorm, gewicht of afmeting, maar ook om de hardheid van de gegoten kogel.

Hoe wordt lood harder?

Zie het staatje hierboven van 'The Cast Bullet Handbook', van Lyman. Aangenomen dat het waar is wat er staat, maakt dat zaken stukken inzichtelijker. Puur lood is 5 Brinell (Brinell HardNess). Het element antimoon wordt toegevoegd om het lood harder te krijgen, harden met antimoon is goedkoper dan met tin, maar het maakt de legering ook bros. Tin verhoogt de hardheid, maar wordt ook toegevoegd om de oppervlaktespanning van de legering te verminderen zodat deze beter in de gietmal uitvloeit tot een perfecte kogel. Bijkomend voordeel van tin is dat het helpt om het oxideren van antimoon tijdens het gieten tegen te gaan. Alle toevoegingen maken de kogel wel steeds duurder. Een hardere kogel gieten dan noodzakelijk is dus, alleen al vanuit financiële overwegingen, niet echt aan te raden.

Harden

Kogels van lood of van lood/tin zijn niet te harden. Als er antimoon bij in zit wel. 'Handig om te weten', meent Hildo. Hoeveel ze harder worden en hoe het allemaal precies zit met het harden van kogels? Komt later wel een keer. 'Een baby leert ook stapje voor stapje lopen hoor', aldus Hildo.

Te zacht? De theorie...

Als een kogel wordt afgevuurd, komt deze vanuit stilstand razendsnel op gang. De trekken zorgen ervoor dat de kogel daarbij ook een draaiende beweging meekrijgt van ettelijke tienduizenden toeren per minuut, alles in de korte afstand van, in dit geval, de 5" loop van Hildo's Norinco 1911. Als het lood te zacht is, wordt de kogel domweg gestript omdat ie niet zo snel 'op toeren' kan komen. Gevolg: loodafzetting in het begin van de loop en, doordat de kogel niet snel genoeg roteert, een slechte stabiliteit met mogelijk kantelende kogels en te wensen overlatende precisie.

Te hard? De theorie...

Wanneer een kogel te hard is, kan hij niet goed 'opstuiken' en wordt de kogel niet goed in de trekken geperst. Uitermate belangrijk bij Hildo's Rigby voorlader die met massieve kogels geladen wordt die zelfs kleiner zijn dan de velden(!). Hetzelfde principe van 'in de trekken gedrukt worden' zou ook bij pistolen van belang te zijn. Beetje vreemd omdat u er bij achterladers in principe voor moet zorgen dat de kogel een fractie dikker is dan de diameter van de trekken. Wanneer dat opstuiken niet lukt, omdat de kogel gewoon te hard is, zal de precisie minder zijn... aldus de theorie. Tevens kan de schutter, met een te kleine kogel, last krijgen van het snijbrander effect (gascutting), ofwel van brandende gassen die tussen de kogel en de loop doorgeperst worden. Gevolg: een smeltende kogel en loodafzetting over de volledige lengte van de loop.

1440 x BHN = Minimaal benodigde gasdruk in psi

Supersimpele formule die de minimaal benodigde gasdruk voor een specifieke kogelhardheid laat zien.

1440 x 10 Brinell = 14.440 psi. U moet dus minimaal 14.440 psi gasdruk hebben om een 10 Brinell harde kogel goed te kunnen verschieten.

Kant en klare gegoten kogels van 25 Brinell / 36.000 psi?

Als het bovenstaande klopt dan dan zou u 1440 x 25 = minimaal(!) 36.000 psi druk nodig hebben om deze kogel fatsoenlijk te laten vervormen. Die 36.000 psi is  best veel en voor de meeste munitie niet de echt perfecte keus.

Maximaal toelaatbare drukken bij maximale ladingen

Ter referentie... De onderstaande drukken zijn als opgegeven door het Amerikaanse SAAMI (Sporting Arms and Ammunition Manufacturers Institute).

44 Magnum 36.000 psi, 357 Magnum 35.000 psi, 357 Maximum 40.000 psi , 10 mm auto 37.500 psi, 9 mm Luger 35.000 psi.

Bij geweer kalibers liggen de drukken meestal hoger, net als bij de Pressure King 454 Casull 65.000 psi en 480 Ruger 48.000 psi. De Power Punch 45-70 op nitro zit maar op 28.000 psi. Gangbare patronen als de 45 Colt 14.000 psi, 44 Special 15.500 psi, 38 Special 17.000 psi, 38 ACP 26.500 psi en natuurlijk Hildo's eigen 45 ACP 21.000 psi.

 

Balanceerlood

Hildo komt er een beetje laat achter, maar balanceerlood van echt lood bestaat nog! Weliswaar worden personenauto's en motorfietswielen nu gebalanceerd met zink, maar vrachtwagenwielen worden nog steeds voorzien van écht lood. Dat is goed nieuws voor de kogelgieters die harder lood nodig hebben.

En de hardheid? 12 Brinell

Hildo test een wielgewicht en komt op 12 Brinell volgens de LEE hardheidtester en dat is ruim voldoende. De prijs? Minder dan een euro per kilo. De bandenfirma was Hildo goed gezind!

Is het geschikt om kogels van te gieten?

Hildo voorziet geen problemen tenzij er onvoorziene zaken in het lood zitten die het lood voor het gieten van kogels ongeschikt zouden maken.

 

28 december 2013. Knallen met de Norinco!

Niet alle gaten ziet u op de kaart, vanwege het insteekkaartje, maar Hildo heeft vandaag 40 patronen met de 452-200 kogel en iets van 30 met de RCBS 452-185 Semi Wadcutter afgevuurd. Resultaat? Ach, kan vast erger. De loop blijft overigens mooi schoon met 13 Brinell harde kogels, met de 8 Brinell harde RCBS kogels echter zijn er weer stevige loodafzettingen in het begin van de loop. De kogels zijn en blijven te zacht. Geen probleem met de aanvoer van de LEE 452-200, éénmaal een storing met de RCBS wadcutters. Binnenkort wat goede kogels gieten en dan kan er volgend jaar de voor Hildo nog onbekende discipline 'Militair Pistool ' voor het eerst beoefend worden. In de middenmoot eindigen wordt al lastig, vermoedt Hildo.

Tikken op de keep

De keep staat gewoon niet in het midden, de vorige eigenaar trok misschien wat met het wapen. Met een nylon hamer lukt het op de baan niet om de keep naar het midden te tikken, moet thuis maar even gebeuren.

 

29 december 2013. Dát ging niet helemaal lekker!

Links een vrijwel perfecte kogel uit het begin van de gietsessie met het wiellood, toen het lood nog niet zo heet was.

Rechts: Zo ziet de rest van de kogels eruit. Wat model betreft niet slecht, maar ze zien er uit als of ze gezandstraald zijn. Beide hierboven afgebeelde kogels hebben een hardheid van rond de 19 Brinell.

Na het openen van de mal

Het vreemde... na het openen van de mal ziet de kogel er eerst nog perfect en mooi glimmend uit om vervolgens te transformeren naar wat u rechts ziet afgebeeld op de foto hierboven.  En dat binnen tien seconden... het lijkt wel alsof hij van aluminium is gemaakt.

19 brinell hard...

De kogels zijn gegoten van circa 80% balanceerlood. De overige 20% bestaat uit de lood/antimoonlegering van Loden Cees (8 Brinell) met een redelijke hoeveelheid tin, wat tijdens een eerdere gietsessie kogels opleverde van 13 Brinell.

Kortom: hier is gegoten met 80% balanceerlood en 20% 13 Brinell lood. Hildo giet in deze gietsessie ongeveer 200 kogels met de zesvoudige LEE 452-200 giettang. Dit gaat echt supersnel en alle kogels blijken een hardheid van 19 Brinell te hebben. Da's veel harder dan de componenten die erin gegaan zijn, tenzij... er zink in zat?

Maar wat gaat er mis? Zink?

Het lijkt op supersnelle oxidatie van iets, maar wel terwijl de kogel al lang en breed gestold is, dus bij relatief lage temperatuur. Het balanceerlood bevat, in ieder geval bij sommige loodjes, iets wat er niet in had moeten zitten. Wat het is? Vooralsnog onduidelijk, maar Hildo gokt op zink. De kogels zijn erg hard geworden en dat schijnt zink te doen. Maar Hildo vindt nergens informatie dat een kogel van lood met zink na het openen van de mal oxideert.

Gewicht

Hildo weegt de 'zinkkogel' en komt daarbij op 210 grain, 10 grain zwaarder dan de kogel volgens opgaaf van LEE zou moeten zijn. Een volledig loden kogel heeft Hildo niet meer maar het hoge gewicht bewijst dat er niet veel zink in kan zitten, het soortelijke massa van zink (7,1 tot 7,3 kilo per liter, afhankelijk van of het gewalst of gegoten is, gegoten zink is minder zwaar) is een stuk lichter dan lood (11,35 kilo per liter).

 

3) Kruitloos schieten

Als u het plaatje ziet denkt u vast: 'Die is raar bezig', maar hoe anders is de werkelijkheid. Hier is Hildo even naar zijn schuur gelopen om de kruitloze patroon af te vuren. Hij weet dat de kogel er niet uit komt, maar veiligheid voor alles en daarom richt hij op wat houtblokken want, nogmaals: veiligheid voor alles.

 

5) Loop check

Door in de loop te kijken en via de kamer met een sterke LED-lamp naar de loopmonding te schijnen, kunt u checken of u licht ziet. Als dit zo is, vult de kogel de trekken niet helemaal. Dat is hier niet het geval. De kogel lijkt de trekken volledig te vullen, en zo hoort het ook. Het lijkt goed!

 

7) Vanuit de kamer

Het is duidelijk te zien dat de kogel niet ver gekomen is. Slechts een paar millimeter van de kamer vandaan.

 

10) Testresultaat

Hildo heeft gelijk maar twee kogels dezelfde test laten ondergaan om wat verschillen te kunnen zien. Op de bovenste foto is de kogel links een standaard full metal jacket exemplaar, die voor aanvang van de test een diameter van .450" had. De kogel rechts is dus de LEE 452-200-RF, met een diameter van 4525" voor aanvang van de test.

Op de onderste foto ziet u de 452-185 RCBS semi wadcutter, die voor aanvang van de test een diameter van 451" had.

Zwarte aanslag

Het slaghoedje, een CCI 300 large pistol, verbrandt niet echt schoon. Er komt nogal wat zwarte roetachtige smurrie vrij en dat is in deze situatie natuurlijk hartstikke mooi want dat laat de resultaten van erlangs geblazen gassen beter zien.

De volmantel

U kunt duidelijk zien dat de druk van het slaghoedje bij de kogel langs is gegaan. De kogel heeft dezelfde maat als de loop, is in ieder geval niet oversize, wellicht om de drukken niet te hoog op te laten lopen in het wapen. Gascutting is echter niet aan de orde vanwege de koperen mantel die het lood beschermt. Daarnaast is het lood van de kogel vrij zacht. Hildo meet een hardheid van zo'n 8 Brinell aan de bodem van de kogel en die zachtheid zorgt er misschien voor dat de kogel tijdens het schot zich nog wat beter in de trekken zet.

De gegoten LEE 452-200-RF

De 19 Brinell harde kogel vult de trekken uitstekend. De velden geven lange afdrukken op de kogel en daarmee prima grip. Duidelijk te zien op de contactvlakken is het ontbreken van de Liquid Alox. De kogel zou op deze manier, zonder smering, de rest van de loop doorgegaan zijn. Hoe zou de Liquid Alox dan nog wat kunnen smeren? Hildo weet het niet, want een voorraadje vet wat normaliter in de vetgroeven zit en over de volledige lengte van de loop dient te worden afgegeven, is niet aanwezig. Er is overigens, zoals u kunt zien, vrijwel geen zwarte aanslag door de ontbrandingsgassen van het slaghoedje. De loop wordt volledig afgedicht door de kogel.

De gegoten RCBS 450-185 SWC

In de praktijk geeft deze kogel ernstige loodafzettingen in de loop. Voor de test is dit specifieke exemplaar met een diameter van 451" vreemd omdat ze normaal gesproken toch een stuk groter uit de mal vallen. Iets van 454" meent Hildo. In ieder geval, na de reis door de loop is de kogel nog 450". De bodem van de kogel is roetzwart, maar er is niet veel percussiekapjeverontreiniging bij de kogel langsgegaan. Echt vreselijk gevoelig voor gascutting lijkt deze kogel niet, maar de LEE 452-200 kogel doet het beter. De grote diepe vetgroeven bieden genoeg ruimte voor vet, maar de smalle driving bands bieden weinig contactvlak en lijken daarmee de achilleshiel te zijn van deze kogel, tenminste als u met relatief zacht lood schiet.

Kogeldiameters na de test

De volmantel is nog steeds .450".

De gegoten LEE 452-200 is duidelijk kleiner geworden: van 4525" naar.4505".

De gegoten RCBS 450-185 is ook kleiner geworden: van .451 naar .450".

Gasdrukken

De volmantelkogel komt een fractie verder in de loop dan de gegoten LEE kogel. Puur door weerstand in de loop zou de volmantel wat minder hoge piekdrukken moeten generen dan de gegoten kogel, maar de gegoten kogel is weer lichter en komt weer wat gemakkelijker uit de huls. Misschien maakt het in de praktijk niet veel uit. De RCBS is licht, heeft de minste weerstand en blijft nog nét in de loopmonding zitten. De RCBS kan daardoor ongetwijfeld het meeste kruit aan zonder dat de piekdruk te hoog oploopt maar de kogel zelf wordt gestript.

Diameter trekken & velden

De Norinco heeft zes trekken en zes velden en dat is gemakkelijk meten omdat ze precies tegenover elkaar liggen, dat is met oneven getal, als vijf of zeven trekken en velden even lastiger. Als Hildo de 'afgeschoten' kogels opmeet, komen de velden op .442" en de trekken zijn .450". Dit geeft een diepte van 450 - 442 = .008 : 2 = .004" diepe trekken. Het opmeten van de loopmonding geeft precies hetzelfde resultaat.

Conclusie

Hildo denkt dat de kogeldiameter groter moet zijn dan de trekken, net zoals bij zwartkruitwapens. Een massieve kogel gebruiken die gelijk is aan of zelfs kleiner is dan de diameter van de trekken en ervan uitgaan dat de kogel wel zal opstuiken tot het juiste formaat, lijkt geen goed uitgangspunt. Zeker niet met een relatief lichte kogel, hard lood en een lichte kruitlading, dat is vragen om gascutting. De kogel uit de Lee 452-200-RF gietmal lijkt Hildo de beste kogel om met zacht lood te kunnen schieten. Dit omdat een groot deel van het oppervlak van de kogel in de trekken geduwd wordt. Het lijkt er niet op dat de kogels smelten, het probleem zit hem in de te grote zachtheid van het lood waardoor een kogel de trekken in de loop niet kan volgen, met het strippen van de kogel, en daarmee loodafzetting, tot gevolg. Dat de RCBS kogel, met het veel kleinere oppervlak in de trekken, harder lood nodig heeft dan de LEE kogel lijkt overduidelijk. Hoe hard het lood precies moet zijn weet Hildo nog niet, kwestie van proefondervindelijk schieten. Wel iets om rekening mee te houden is, dat hoe harder het lood is hoe hoger de piekdrukken in het wapen oplopen. Iets waar een herlaadtabel geen rekening mee houdt. Na het schot het slaghoedje bekijken op eventuele overdrukverschijnselen lijkt Hildo daarom verstandig maar of het zinvol is? De 45 ACP patroon werkt op relatief lage drukken, vervorming van het slaghoedje vindt pas plaatst bij veel hogere drukken, veel hoger dan die voor de 45 ACP toelaatbaar zijn.

 

Slagletter test

Niets mis mee, aldus Hildo. Alleen niet té dicht de letters naast elkaar willen plaatsen. U ziet dat de laatste 'T' de 'S' weer een beetje dicht drukt. Dit loden wielgewicht is 12 Brinell hard en de slagletters hebben er, in combinatie met een lichte moker, geen enkel probleem mee. 'Dit gaat 'm helemaal worden hoor!', jubelt Hildo.

 

8 januari 2014. Schietkaart Norinco 1911 A1

Hildo is nog steeds aan het testen. Snel gaat het allemaal niet, maar dat geeft niets want het is leuk om te doen. Ditmaal zijn voor het eerst de 19 brinell harde lood/zink kogels aan de beurt.

Rood: 5 stuks zonder vet

Misschien versmeren deze kogels omdat ze zo hard zijn de loop niet. Daarom gaan deze dus zonder vet de loop uit. Hildo ziet daarna wel wat loodafzetting, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de loop aan het begin van de test ook niet helemaal spiegelblank was. Het is lastig om de aanslag er volledig uit te krijgen met een bronzen borstel en chemicaliën gebruiken doet Hildo liever niet. Hij is ook nog eens een keer vergeten om de pompstok met bronzen borstel mee te nemen naar de schietbaan, dus om te zien wat er nu écht aan vuil zit is lastig.

Blauw: 8 stuks met zwartkruitvet

Deze patronen zijn verschoten met Hildo's reguliere zwartkruitvet en het lijkt goed. Helaas blijft het slecht te checken zonder poetsbeurt tussendoor.

Groen: 20 stuks met Liquid Alox

Daarna nog twintig stuks met tectyl, pardon: Liquid Alox van LEE. Ook deze kogels gaan prima. De precisie van de Liquid Alox kogels lijkt het slechtst, maar sluit vermoeidheid van de schutter hierbij niet uit, die zal zeer waarschijnlijk ook een rol hebben gespeeld. De loop is nu schoner dan in het begin van deze schietsessie. Dat wordt bevestigd door de poetsbeurt thuis, de loop is na afloop vrijwel loodvrij.

Lood/zink kogels?

Ze doen het op zich prima. Misschien wel net zo goed als gewoon harde loden kogels.

 

Another Gun Incident

A guy walked in to a crowded bar, waving his 1911 Colt 45 pistol with an 8-round magazine, and yelled: 'Who in here has been screwing my wife!?'

A voice from the back of the bar yelled back: 'You need more ammo!'

 

15 januari 2014. Twee in de tien!

Hildo had nog dik 70 patronen liggen met de met gewoon daklood gegoten RCBS 452-185 semi wadcutter. Omdat die kogels de loop met lood versmeren, heeft hij ze maar even allemaal achter elkaar er door gejast, heeft hij dat ook weer gehad.

En hoe ziet de loop er naderhand uit?

Het lijkt mee te vallen, net of de kogels een gedeelte van de loodafzettingen van de vorige serie uit de loop schrapen. Wel is duidelijk te zien dat ditmaal de loodversmering over de volledige looplengte gaat, waarbij het lood zich in een hoek van de trekken afzet. Gevalletje van gascutting lijkt het, of het lood wordt langzaam door de loop naar voren geduwd tijdens het schieten. Toch blijven de kogels mooi gestabiliseerd vliegen en is er van sleutelgaten geen spoor te bekennen. Slechts tweemaal weigert het wapen tijdens de toevoer van de patroon naar de kamer, valt erg mee gezien het gebruik van de semi wadcutters.

De Precisie?

De keep heeft Hildo nu in het midden gezet, maar er lijkt nog steeds een lichte afwijking naar rechts te bestaan, misschien toeval. Daarnaast is er ook een duidelijk zichtbare groepvorming van links onder naar rechts boven. Dit zal veroorzaakt worden door de zware trekkerdruk. De precisie kan beter, geeft Hildo toe, maar het tempo ligt hoog: beide magazijnen vol drukken en knallen en weer opnieuw de magazijnen voldrukken, etc., etc. De magazijnen vullen is zelfs een storende factor: lekker doorknallen is leuker. Maar of de grote groep uiteindelijk aan het pistool ligt of aan de schutter, daar is Hildo nog niet helemaal over uit. Hij weet wel dat hij met zijn zwartkruit Walker revolver een betere score neer weet te zetten dan met de Norinco. Maar het tempo waarin de 1911 de kogels eruit weet te spugen, kan de Walker echt niet bijhouden.

Zware trekker

Iets wat Hildo steeds vervelender begint te vinden, is de hoge trekkerdruk. Die is dusdanig hoog dat hij echt kracht moet zetten voor het schot valt, echt sjorren aan de trekker. Met het vingertopje de trekker overhalen gaat te zwaar. Een dergelijk hoge trekkerdruk is niet goed om topscores neer te zetten. Hoe anders gaat dat met de Walker: zijdezacht, vederlicht en zonder gesleep of gekraak van de trekker valt de hamer en vliegt de kogel, bijna loepzuiver, naar het doel.

Kan Hildo een pistool tunen?

'Tuurlijk kan ik dat, hoe moeilijk kan het zijn?', aldus Hildo.

Of Hildo daadwerkelijk de trekker goed voor elkaar krijgt of aan ernstige zelfoverschatting lijdt en het pistool na de behandeling zo de prullenbak in kan, zal later blijken.

 

18 januari 2014. De Norinco opgelegd

Voor de uiterste precisie schiet u opgelegd. Hildo dus op de knieën achter de bridge. Met de handen afgesteund probeert hij zo rustig mogelijk de trekker over te halen. 'Zucht', zucht Hildo, die er langzamerhand wat minder plezier in lijkt te krijgen. Niet dat het pistool al weer weggaat, hij weet die neiging te onderdrukken, maar dit soort precisie is wel tenenkrommend.

Militair pistool?

Alvorens de discipline 'militair pistool' te gaan schieten, moet het beter gaan dan nu, stukken beter ook. Is dit pistool een onding of is wellicht toch de munitie niet optimaal of ligt het misschien toch gewoon aan die trekker?

 

19 januari 2014. Even de 1911 score in perspectief.

Nu is Hildo de laatste tijd aardig bezig geweest met die 1911, maar de precisie is niet om over naar huis te schrijven. Dat het niet direct aan Hildo's kwaliteiten als schutter ligt, wil hij zeker weten en daarom pakt hij de goeie ouwe zwartkruit Walker er even bij. Niet opgelegd maar gewoon enkelhandig, vrijstaand. Dat deze zwartkruit voorlader op het punt precisie de 1911 alle hoeken van de kamer laat zien is duidelijk. Die paar afzwaaiers waren Hildo's eigen schuld. Zwartkruit rules!

 

25 januari 2014. 'Oefenkaart' Militair Pistool

Dit is niet de echte kaart waarop de discipline 'Militair Pistool' verschoten wordt, maar dat maakt even niet uit. Gewoon even proeven aan de discipline. Fearless Aaltje, ook zwartkruitschutter, wil ook wel even meedoen. Da's leuk. Hildo heeft natuurlijk het voordeel dat hij al meer met het pistool geschoten heeft en dit is veel meer een dynamische discipline dan het percussie voorlaadpistool waarmee Fearless schiet.

De discipline 'Militair Pistool'

6 schoten op 25 meter, binnen 3 minuten, op 1 kaart

6 schoten op 20 meter, binnen 15 seconden, op 1 kaart

6 schoten op 20 meter, geknield, binnen 12 seconden, op 2 kaarten

6 schoten op 15 meter, binnen 9 seconden, op 3 kaarten

Totaal 4 x 6 = 24 schoten

Maximaal haalbare score 24 x in de 10 = 240 punten

Schiet u buiten de tijd, dan wordt de hoogste score u ontnomen.

Niet de officiële discipline regels

Natuurlijk is dit een zeer korte samenvatting van de officiële regels, maar het geeft u een idee waarom het gaat. De officiële kaart ziet er anders uit en ook is vandaag maar op één kaart geschoten terwijl er tijdens de échte discipline op meerdere kaarten geschoten wordt. Het gaat om het idee en Hildo heeft gewonnen! Ha!

 

25 januari 2014. Storing met de Norinco

Het wapen deed het buitengewoon goed, paar storingen maar. De vreemdste was deze: Tijdens het uitwerpen is de huls omgedraaid en weer opnieuw, achterstevoren, in de kamer gedrukt. Bijzonder.

 

 

 

 

 
 BACK 

 ---- Western wedstrijdkalendertje  ----

Zwartkruit wedstrijden worden vrijwel het gehele jaar door georganiseerd. Een klein gedeelte van deze evenementen, waar wat te doen is op welke data, ziet u in Hildo's wedstrijdkalendertje. Klik hier!