Hildo's Mercedes 280 SE!
Sparen met een dikke vette S, wie wil dat niet?

 Back to Autoindex    Page 1    Page 2    Page 3    Page 4    Onderhoud   

Waarom een S-klasse?

Hildo's vorige auto, een Volvo 940 uit 1991 op benzine, is te duur. Zowel in wegenbelasting als brandstofverbruik. Tijd voor een andere wagen, jammer want de Volvo is de beste auto die hij ooit heeft gehad. Maar wat voor eentje dan? Een piepklein zuinig autootje? Da's een mogelijkheid. Een Mercedes S-klasse, wegenbelasting vrij op LPG, is ook een optie. Hildo hoefde niet zo lang na te denken voordat hij zijn keuze had bepaald.. Een S prefereert Hildo boven een Panda, zelfs als het ietsjes meer kost.

 

December 2009. De aankoop

Hier de aardige Friese meneer uit Leeuwarden die Hildo zijn Mercedes verkocht. Met pijn in het hart hoor, want afscheid nemen van een fijne Mercedes Benz valt niet mee. De niets ontziende onderhandelingen over de verkoopprijs waren hard, snoeihard. Knipperen met uw ogen mag u niet, een zenuwtrekking bij uw wang moet u zien te onderdrukken. Een zweetdruppel hing de verkoper al aan zijn kin, maar gelukkig heeft Hildo een baard. De uiteindelijke prijs waarvoor de Benz van eigenaar wisselde, is 2750 euro. Hildo kreeg voor noppes een kop koffie, een fijne JVC autoradio met MP3 speler, een complete houten interieur-stickerset om de binnenzijde op te lappen, een nieuwe klepdekselpakking, twee nieuwe V-riemen en een griptang om het linker achterportier open te kunnen draaien. Da's best aardig, dus grapjes als 'het enige goede in Friesland is de weg naar Groningen', maakt Hildo niet meer.

 

De auto

Dit is een Mercedes 280 SE uit 1983. Mercedes geeft sinds jaar en dag alle carrosserie varianten nummers, en dit is het model W126. Deze S-serie is gebouwd van 1979 t/m 1991 en is daarmee de S die het langst in productie is geweest. Het is een gedistingeerd maar tamelijk onopvallend model. Persoonlijk vindt Hildo zijn voorganger, de W116 (1972-1979), mooier omdat er niet zoveel plastic op zit. Toch is het Das Haus gelukt de wagen een ingetogen chique uitstraling mee te geven. Dit door smaakvol toegepast chroom, de donkerblauwe kleur en het ontbreken van Sjonnie-attributen als chromen velgen, donkere ruiten en chromen spatbordranden. Hildo's Volvo 940 komt hier wat stijl & klasse betreft niet eens in de buurt! Toch is deze 280 zescilinder de instap S-klasse, het budget bakkie. Wilde u als eerste eigenaar enigermate van luxe, dan diende u dit allemaal apart, als optie, te bestellen. Iets wat typisch Mercedes eigen is en dat schroeft de initiële aankoop prijs danig omhoog. Deze S is niet eens voorzien van elektrische ruiten of cruisecontrol (Tempomat). De automaat is een optie geweest en een airco zit er ook in maar die doet het, u vermoedt het al, niet. Verdere opties? Volgens Hildo was de persoon die deze S als nieuwe wagen kocht een knijpstuiver, relatief gezien dan. De positieve keerzijde is; wat er niet op zit kan ook niet stuk.

De trekhaak is er, best handig, door de vorige eigenaar in 2008 opgezet.

 

Hoe rijdt dat nou?

Het is, wat Hildo betreft, echt niet allemaal rozengeur en maneschijn met een S-klasse hoor. Als u, als Mercedes liefhebber, meent dat nu de loftrompet afgestoken zal worden, niet verder lezen want dan gaat u zich ergeren. U bent gewaarschuwd. Om met het grootste pluspunt te beginnen: De wagen is stiller dan Hildo's huidige Volvo 940, dat is prettig rijden. Sneller is ie ook, en een 6 cilinder klinkt stukken mooier. U heeft meer 'Lebensraum' achter het stuurwiel. En de verdere pluspunten ten opzichte van de Volvo? Het is schokkend, maar die zijn er eigenlijk nauwelijks! 'T'is wat', mijmert Hildo.

Deze Mercedes rijdt vrij solide, maar de Volvo 940 voelt toch steviger, meer gesloten en nieuwer aan. Piepen, kraken en rammelen wil de 280SE wel, met name de rechter voordeur, en de wielen klapperen ook teveel over scherpe oneffenheden, als iets verdiept liggende putdeksels e.d. Er zit duidelijk ergens speling in de voortrein en de wagen trekt ook iets naar rechts. De achterveren en dempers zijn vervangen door Bilstein Heavy Duty exemplaren, om het doorzakken van de achterzijde tegen te gaan, na de montage van de LPG installatie met een 100 liter gastank in 2008. Doorzakken doet de wagen niet maar het veercomfort aan de achterzijde is nu vergelijkbaar met dat van een pick-up, het stuitert een beetje, en dat haalt het comfort danig omlaag.. Meer progressief verende exemplaren hadden het vast beter gedaan. Niveauregeling was nog beter geweest, maar dat was zeker ook al een door de zuinige eerste eigenaar niet gekozen optie? Het stuur en dashboard lijken erg hoog te zitten. Misschien omdat de stoel is ingezakt? Hildo kan de veren af en toe horen, ploink!, net als vroeger in de bank van zijn opoe. De stevigheid is volledig weg en het lijkt alsof het zitgedeelte los zit. Last van uw rug krijgt u ook, onderin de rug geeft de rugleuning geen enkele steun en dat heeft met het inzakken van het zitgedeelte niets van doen. Een verstelbare lendensteun is niet aanwezig. Er lijkt domweg weinig veranderd ten opzichte van de stoelen in zijn oude 230S, die in zijn eerste vorm als 220S debuteerde in 1959 (!). Behalve een paar zijvleugels zodat u niet meer uit uw stoel glijdt tijdens het nemen van een scherpe bocht en een paar te ver naar achteren zittende hoofdsteunen, lijkt er niets verbeterd. Ronduit beroerd dus en dat is jammer voor een auto van dit kaliber. De stoelen in een 1986 VW Polo, bijvoorbeeld, zitten net zo goed. Het meubilair in Hildo's Volvo 940 daarentegen is niet een beetje, maar echt stukken beter, en nog verwarmd ook. De Volvo is weliswaar zeven jaar jonger, maar de gereden kilometerstand zit behoorlijk in de buurt bij die van de Mercedes, dus wat dat betreft komt het topproduct van Mercedes zeer mager uit de strijd. Persoonlijk vindt Hildo het bij het schandalige af en hij wil de stoelen van zijn Volvo in deze Mercedes monteren, als hij het technisch voor elkaar kan krijgen met zijn linkerhanden.

De Mercedes is voorzien van een vaag aanvoelende, iets te sterk bekrachtigde, stuurinrichting dus de logica van de montage van een vrachtwagenstuur ontgaat Hildo een beetje. Het stuurwiel is echt gigagroot en heeft een hoog el-cheapo plastic gehalte. De claxon zit in het midden van het stuur, de enig juiste plek, dus toch nog een pluspunt. Een armsteun voor uw rechterarm schittert door afwezigheid en dat is echt slecht voor een auto die topklasse pretendeert te zijn. De middenconsole is een fijne want hij ondersteunt Hildo's been zonder pijnlijk te worden, dat is bij de Volvo anders. De automatische versnellingsbak schakelt niet zijdezacht maar duidelijk merkbaar, alleen de vierde versnelling is acceptabel. Helaas houdt de wagen iets in voordat hij hem pakt. Het heeft wellicht iets met de leeftijd van doen. Wat het motorvermogen van de 280 dubbelnokker betreft? Gewoon gas geven en er gebeurt niet bar veel, wat dat betreft bakken de V8 uitvoeringen er waarschijnlijk meer van. Pas als u het gaspedaal tot op de vloer stampt en de kickdown in werking treedt, komt er vlot snelheid in de wagen, zelfs op gas. Het valt echt niet tegen voor een wagen met een ledig gewicht van 1560 kilo (volgens Mercedes), 1665 kilo (volgens het kenteken) en 1765 kilo rijklaar (ook volgens kenteken). Maar Hildo houdt niet van gaspedalen tot op de bodem te moeten stampen en brullende motoren om een beetje vlot vooruit te komen, dat komt het luxe limousinegevoel niet ten goede en dat is jammer.

Het verbruik

Een Mercedes 280S of 280SE staat niet als zuinig bekend. Waar een 350SE of 450SE ongeveer een gelijkwaardig verbruik schijnen te hebben van 1:5 op LPG komt de 280SE niet veel verder dan 1:6. De modernere V8 varianten als de 380 en 500 zijn vast niet zuiniger dan de 280. Echte onvervalste ouderwetse zuipschuiten dus.

Hildo heeft een rit gereden over de snelweg met 110 echte kilometers per uur en een zelfde afstand via 80- en 100-kilometer wegen, zonder veel te moeten remmen en optrekken, met ruim 80 echte kilometers per uur. Hierbij komt hij op een gecombineerde verbruik van 22.5 liter gas na 140 kilometer. Dat is 1:6.2. Er mag aangetekend worden dat zowel de kilometerteller als de snelheidsmeter van de Mercedes wat overdrijven, dus als het echte verbruik 1:6 was tijdens deze verder rustige rit, dan mag hij zijn handjes dichtknijpen. Met wat kortere ritjes stijgt het verbruik vast en zeker iets, regelmatig 1:6 halen lijkt net niet haalbaar.

Voor de statistici: Hildo's 230S verbruikte op LPG gemiddeld 1:7.5 en op de lange afstand bij exact 100 km/h 1:8.2 op gas. De wagen was voorzien van een handbak die wat zuiniger is dan een gelijkwaardig model met automaat.

 

De kosten: Mercedes vs Volvo

Besparing is het uiteindelijke doel. Wat maakt een Mercedes S-klasse uit 1983 met 376.000 km op de teller klaar ten opzichte van Hildo's Volvo 940 uit 1991 met 350.000 km, die nu de laan uit moet?

1) Het verbruik

Mercedes 1:6 LPG (56 cent / liter). Voor 1 euro rijdt u 10.7 kilometer.

Volvo 1:10 benzine (140 cent / liter). Voor 1 euro rijdt u 7.1 kilometer.

De Mercedes wint.

2) Wegenbelasting

Volvo 696 euro per jaar. De Mercedes kost niets en wint.

3) De verzekering

Mercedes valt onder het oldtimer tarief. De Mercedes wint.

4) De onderhoudskosten

Hildo ziet de bui al hangen. De Volvo wint. Dat Hildo ernaast zit lijkt zeer onwaarschijnlijk. De toekomst zal het leren.

5) De afschrijving

Klaar als een klontje. De Volvo kostte 750 euro, de Mercedes 2750. Aan het eind gaan ze allebei naar de sloop. De Volvo wint.

 

 

 

 

 

 Back to Autoindex    Page 1    Page 2    Page 3    Page 4    Onderhoud   

De zoektocht

Het budget is 3000 euro, en geen cent meer. Het doel? Een Mercedes S-klasse in showroomconditie voor een habbekrats, belastingvrij, voorzien van LPG en een automaat want dat is luxe. Kijken op Marktplaats. Dat het niet meevalt om een dergelijk exemplaar op de kop te tikken, wordt Hildo al snel duidelijk. SL, SLC en SEC modellen vallen direct af, te duur. Zijn vorige klassieke Mercedes, een 230S uit 1967 van het model W111 (de Heckflosser), heeft hij 15 jaar gehad en hij kent daarom het Grote Probleem. Dat de roestduivel ook bij de nieuwere generaties Mercedessen als de W116 (1972-1979) en de W126 (1979-1991) geen onbekende is, is Hildo duidelijk geworden tijdens zijn zoektocht naar zijn nieuwe voiture.

Verscheidene exemplaren passeren de revue. Een 350SE met de 3.5 V8 bij een handelaar bleek voor 2500 euro al aardig aan het oplossen. Dan een trip naar Lelystad voor een super nette 350SE voor 3000 euro. De auto bleek een dichtgeplamuurd lijk en prima geschikt voor een enkele reis richting de sloop, pardon, autodemontage bedrijf..Ver rijden voor een auto is niet verstandig leerde Hildo, want verkopers bazelen soms maar wat. Een W108 280S uit 1968 waar hij naar zou gaan kijken, bleek net op dat moment verkocht. Jammer. Vlakbij hem in de buurt keek Hildo naar een 280CE, een coupé met een zescilinder 280 dubbelnokker aan boord. Geen S maar een leuke auto, relatief weinig roest. 'Hier zijn de sleutels, neem hem maar even mee'. Nee, Hildo gaat niet rijden, tenzij hij besloten heeft de auto te kopen. Hij durfde de aanschaf net niet helemaal aan, want de wagen had een backfire probleem gehad. Dat is een explosie in het inlaattraject die in extreme gevallen zelfs het luchtfilter van de motor kan blazen en op injectiemodellen de luchtmassameter kapot maakt, wat bij deze auto het geval was. Op benzine rijden kan dan niet meer. Backfire (terugslag) schijnt te ontstaan als er iets niet helemaal lekker is met de motor. Iets mis met de ontsteking of kleppen. Zoiets is nu niet direct de eerste keus, want als er iets met de kleppen is kan dat aardig in de papieren lopen. De nieuwe auto moet dus goed lopen op zowel benzine als LPG. Dan een W126 280SE voor 2250, nette auto maar wel roestvorming en zonder LPG. Een LPG installatie laten installeren kost minimaal 1000 euro en waarschijnlijk zelfs iets meer. Dan komt de wagen boven het budget, en dat is uit den boze. Dan nog een 280E, maar dat is geen S. Hildo kijkt er naar... al wat roest onder de koplampen... en krijgt er geen zin in. Dan nog een W108, een 280S. Dat is zo eentje met die vreselijk mooie klassieke neus met rechtopstaande koplampen, net zoals Hildo's oude 230S. Deze wagen heeft twee losse lampen boven elkaar, en is voorzien van de 280 zescilinder met enkele nokkenas en dubbele carburateurs. Loopt op benzine en LPG en ook voorzien van automaat. Wel erg roestig, eigenlijk overal, een beetje een Sjonnie bak. Maar een S verliest zijn uitstraling nooit, als u maar door de roest heenkijkt. Voorzien van een twee jaar geldige nieuwe APK en met een prijs die ver benden het budget ligt, een optie. Hildo wordt een beetje zat van het kijken naar al die auto's, dus tegen beter weten in voor het eerst rijden. Drama, de motor loopt ronduit beroerd. Afstelling? Misschien, maar Hildo ziet het niet meer zitten en haakt af. Inmiddels is hij al weken bezig en begint hij te twijfelen of een goede auto wel te koop is die binnen zijn blijkbaar magere 3000 euro budget valt.

Dan een advertentie van een 280SE uit 1983 in Leeuwarden. Weer wat ver weg, maar de verkoper leek geen wauwelende halvegare. Deze wagen is het uiteindelijk geworden!

 

De algemene staat

Die lijkt prima, de wagen ziet er in het echt bijna net zo strak uit als op de foto's.. Portieren sluiten redelijk netjes en hangen recht. Ook motorkap en kofferdeksel zitten behoorlijk recht op de auto zonder vreemde kieren of hoogteverschillen. Hildo is geen autohandelaar en vaker te pakken genomen dan hem lief is, dus niets is zeker, ondanks zijn ervaring als opgelichte. Uiteindelijk blijft het allemaal een gok. De W126 is toch een andere auto dan zijn W111 uit 1967 en de wagen roest op andere plekken. Evengoed had Hildo bij deze wagen direct een goed gevoel, stukken beter dan bij alle andere. De auto is niet nieuw, maar geeft toch een zeer nette indruk aan de buitenkant, het interieur is wat minder. Volgens Hildo is de wagen overgespoten, hij zit onwaarschijnlijk strak in de lak, en wat er precies onder zit blijft een verrassing. Het chroom is mooi en er is niet veel roest te zien in de kofferbak of onder de motorkap, de spatborden en dorpels lijken eerlijk en hebben geen gaten. Zeer kleine roestvlekken op een spatbordrand en op het voorportier net boven de brede plastic beschermstrip lijken bij alle W126 modellen, in verschillende mate van progressie, standaard. Roestgaatje in de bestuurdersdeur, bovenin. Vreemde plek. De bestuurderstoel heeft zijn beste tijd gehad en is volledig doorgezeten. Het blok ziet er redelijk netjes uit en van overmatig zweten is geen sprake. De teller staat op een royale 376.280 km bij aanschaf en, vertelde de eigenaar, hij neemt wel wat olie. Grote rookpluimen heeft Hildo niet gezien, dus er moeten vast nog wel een paar kilometers inzitten op dit vlak. De wagen is vorig jaar voorzien van een nieuwe trekhaak en er zitten vier nieuwe Michelin banden onder. De APK is nog ruim een half jaar geldig.

 

Het motorblok

De motor is de beroemde en veelgeprezen 6 in lijn M110 2800 dubbelnokker, een indrukwekkende verschijning. De wagen is niet voor niets voorzien van een grote motorkap. Het is in verschillende modellen gebruikt van 1972 t/m 1985. Wat Hildo direct opvalt tijdens de proefrit... wat draait dat ding veel toeren zeg, donders. De wagen is voorzien van een viertraps automaat. Hildo telt, ze zijn toch allemaal aanwezig maar het voelt alsof de laatste versnelling mist. De waarschijnlijke reden volgens Hildo? Deze 280 met injectie was ten tijde van introductie in 1972 krachtig. Maar liefst 185 pk rolden er uit de injectieversie en dat is voor een zescilinder van 2746 cc (67,4pk per liter) uit die tijd erg veel. De carburateurversie bleef steken op 156 pk, nog steeds niet onverdienstelijk. Paardenkrachten komen uit toeren bij relatief kleine motoren, vraagt u maar na bij een fabrikant van sportmotorfietsen, en dat maakt dat deze motor er zoveel van moet draaien. De uit dezelfde tijd stammende 350SE achtcilinder produceert maar 200 pk maar draait vast stukken rustiger, en zelfs een 450SE 4.5 achtcilinder komt volgens Mercedes niet verder dan 225 pk. De beide V8 motoren hebben meer koppel en kunnen daarom een grotere eindoverbrenging aan dan de 280SE. De 280 is daarentegen zuiniger, maar niet veel. Hildo denkt dat het hoge toerental ook daar debet aan is, de toerenteller staat op 3200 toeren bij 100 km/h (GPS gemeten) en dat is meer dan een Suzuki Swift van 1994 met een 50 pk 1000 cc driecilinder motortje(!) die precies 3000 toeren draait bij 100 km/h. Een achteras met een grotere overbrenging zou een mooie oplossing zijn denkt hij, maar misschien in de praktijk wel niet vanwege het gebrek aan kracht onderin bij de 280. Het lijkt erop dat de 280 dubbelnokker een betere plaats had gehad in een sportwagen dan in een zware limousine want Hildo vindt het, zeker in combinatie met een automaat, geen echt succes. Gelukkig maar dat hij een rustige rijder is en het koppel niet mist.

 

De verlichting

Belangrijk als het donker is, zeker voor Hildo die in het donker beneden gemiddeld ziet. De Mercedes stelt teleur, want er zit minder licht in de koplampen dan verwacht. De lichtbundel zelf is rommelig, niet scherp afgetekend. De koplampen zijn van binnenuit elektrisch te verstellen maar dat is, u raadt het al, stuk. De lampen staan verblindend hoog, maar niemand die signaleert dat ze te hoog staan... zo verblindend is het dus niet voor tegenliggers. Grootlicht? Dat is gewoon mager, en ingebouwde verstralers ontbreken. De verlichting van Hildo's Volvo 940 laat deze S alle hoeken van de kamer zien. De breedstralers zijn wel bovengemiddeld, ze leggen een overtuigend breed en helder lichtspoor als ze zijn ingeschakeld. Met ingeschakelde breedstralers rondrijden als er geen mist is, mag niet. Belangrijker, het is het irritant voor mede weggebruikers. Asociaal gedrag laat Hildo over aan anderen, hij laat ze gewoon uit en heeft er dientengevolge weinig aan.

Dus? Hildo moet zijn Hella 100W rally lampen maar weer eens van zolder halen om het gebrek aan lichtopbrengst, in ieder geval bij grootlicht, wat omhoog te krikken.

 

 

Boekjes

Literatuur is altijd aardig om te lezen, en Hildo kreeg er van de verkoper behoorlijk wat bij. Boekjes zijn als slagroom op de koffie of rozijnen in de oliebol.

Genieten dus.

Onderhoudsboekje

Hier is te lezen dat de wagen op 6 juli 1983 door Egam B.V., te Woerden aan Auto-Service De Goey B.V. te Montfoort is afgeleverd.

De eerste 1000-1500km beurt is uitgevoerd bij 1024km met Chevron 15W50 motorolie. Op 13 oktober had de eerste eigenaar al 9.614km achter de kiezen, 21 dec 1983 18.765km, 4 april 1984 29.850km en op 10 juli 1984, inmiddels één jaar oud, waren er 40.410km onder de wielen doorgerold. Elke 10.000km is er stipt een beurt uitgevoerd, de eigenaar was zuinig op zijn nieuwe Mercedes.

Leuk is dit hè?

De laatste beurt bij De Goey B.V. was de 180.000km beurt (bij 180.500km) en vond plaats op 15 maart 1988, de auto was inmiddels bijna 5 jaar oud.

Toen is de wagen verkocht want de volgende beurt, 190.000km vond plaats bij autobedrijf Groenheijden in Lopik bij 192.500km op 11 jan 1989. De eerste eigenaar was altijd precies op tijd met de beurtjes, nooit echt te laat zoals nu. De volgende beurt was niet bij 200.000km maar bij 207.122km op 18 december 1989. De tweede eigenaar maakte er een potje van.

De derde en laatst vermelde beurt, ook bij autobedrijf van Groenheijden was op 28 december 1995, bij 275.000km.

Motornummer & bak nummer

Achterin het onderhoudsboekje staat onder anderen het motornummer 110989 12 043521 en het versnellingsbak nummer is 722300 02 377394, tenminste als er nog nooit een ander motor of bak ingezet is.

Handleiding

Dit is een boekje waar Hildo echt wat aan heeft. Er staat in hoeveel en wat voor vloeistoffen erin gaan. Onder anderen de bediening van de ventilatie roosters, een onlogisch afwijkende constructie, staan er in vermeld. Misschien is het gaspedaal aan de linkerzijde van de rem ook wel handiger, maar net zo min logisch. Handleiding boekje zijn gewoon leuk én af en toe haast noodzakelijk.

Mercedes-Benz Service boekje

126 bladzijden met adressen, telefoon en telex nummers van Mercedes-Benz dealers in Europa, in Nederland ongeveer 160 dealers vrachtwagen, personenwagen of een combinatie van beiden. Achter de muur waren de dealers wat minder dik gezaaid. In Polen bijvoorbeeld destijds maar 6 stuks, in Roemenie 2 en in Rusland toch nog 13 dealers, echter maar 3 die zich in personenwagens specialiseerden. Letterlijk honderden dealers in West Duitsland, maar in de DDR slechts 6 en alleen voor vrachtwagens. Is nu vast anders.

Tevens nog 48 bladzijden met Europese wegenkaarten. Handig boekje, destijds.

Andere papieren

Rekeningen etc., van de vorige eigenaar. De LPG installatie is erin gezet en op 13 augustus 2008 en in Heerenveen goedgekeurd, de tank zelf is gebouwd in Polen op 19 juli 2008. Tevens nog rekeningen van Beru bougiekabels, bougies, rotor, verdeelkap, set nieuwe heavy duty schokbrekers met veren van Bilstein, andere velgen, een nieuwe trekhaak, uitlijnen, setje gebruikte wielen. Tijdens de APK een fusee kogel (30 euro) en remleidingen + montage voor 290 euro. Nieuwe banden zitten er nu ook om, en dat mag ook wel want Hildo heeft gezien dat op het APK rapport van juli 2008 een kilometerstand staat van 350.889, Hildo kocht de wagen in december 2009 met 376.000 op de teller. Toch 25.000km afgelegd in minder dan 1 1/2 jaar. Mocht u nog twijfelen, deze ouwe Benz doet het nog best, op het moment in ieder geval....